100 Jaar Radio (6): Commentaar op het gebrachte op de radio

tekst: Hans Knot

Het is vooral in de ochtenduren dat er afgestemd wordt op de radio, zowel op de publieke als commerciële, en er bij veel van de luisteraars toch wel grote ergernis opkomt bij het beluisteren van het gebrachte. Zelf ben ik voorstander van een korte aankondiging en een gezellig muziekje, zo af en toe onderbroken door een kort bericht of een speels element. Maar de muziek dient echt de boventoon te voeren.

Al meer dan 10 jaar geleden, destijds werden we nog wakker met de vroege klanken van Radio 2 en Sander de Heer ontwaakt, hebben we ochtendradio afgezworen en staat altijd vanaf kwart voor zeven muziek aan vanaf de cd-speler tijdens het genieten van een goed ontbijt en het lezen van de krant. Ook andere programma’s, die tijdens de dag-uren voorbij komen zijn soms niet meer te volgen. Op Radio 1 zijn er nieuwsprogramma’s waarbij herhaling vaak voorkomt, die als storend wordt beleefd, om nog maar niet te spreken van allerlei onnodige aandachtgeluidjes die uit de computer de uitzending worden ingestuurd.

Maar ergernis is er altijd wel geweest getuige de woorden van Cees Gravendaal, voorheen onder meer werkzaam bij de NCRV, Langs de Lijn, en ook als politiek verslaggever in Den Haag. Daarnaast schreef hij voor de kranten van de Gemeenschappelijke Pers Dienst. In zijn column ‘Uitgeluisterd’ van maandag 12 juli 1971 schreef hij zijn ongenoegen over het AVRO-programma ‘Dag met het gaatje’.

Dit programma werd in de periode 1970 – 1979 uitgezonden door de AVRO en er kon geluisterd worden naar gesprekken van de wat oudere landgenoten afkomstig uit de radio- en artiestenwereld. Hierbij werd, samen met presentatrice Tosca Hoogduin, teruggeblikt op hun inmiddels afgelopen loopbaan. Velen van de gasten hadden een pioniersfunctie vervuld binnen de lichte muziek. Er was afwisseling met muziek in ‘Dag met het gaatje’, een programma met een duidelijk nostalgisch gehalte.

De inhoud van ‘Dag met het gaatje’ viel dus niet goed bij Cees Gravendaal die schreef: ‘In het programma komen allerlei randonderwerpen aan de orde die direct niet tot het actuele nieuws van dat moment gerekend kunnen worden. Meestal worden telefonische interviews gemaakt. Ook wordt er een woordquiz gespeeld die voor de luisteraars trouwens nauwelijks is te volgen.’

Het lijkt erop dat de flauwe grappen, die anno 2019 vaak in programma’s worden gemaakt en waar de programmamakers en side-kicks de grootste lol om hebben, er in 1971 ook al waren want Gravendaal merkte verder op: ‘In de studio zit een groepje mensen die elkaar iedere week opnieuw proberen te overtreffen in flauwe opmerkingen, en dat dient interessant te zijn voor de luisteraar. Misschien is het voor de makers van ‘Dag met het Gaatje’ mogelijk rekening te houden met de luisteraars. Een onderonsje in de studio, waar toevallig ook nog eens een microfoon openstaat, is nog geen radio-uitzending, zeker niet als het een lawaaierige rotzooi wordt.’

Aangenomen kan worden dat anno 2019 er vaak van frequentie en radiostation wordt gewisseld als de ergernisfactor ver boven een normaal niveau is gekomen. Switchen van programma’s is van alle tijden want de columnist ging verder met: ‘Op zo’n moment zullen waarschijnlijk vele luisteraars een ander programma opzoeken en dat kan toch niet de bedoeling van de samenstellers zijn. Daarvoor zijn de andere onderdelen van het programma ‘Dag met het gaatje’ te amusant voor.’

Maar het was niet alleen de ergernis aan dit AVRO-programma dat Gravendaal stoorde want het luisteren naar het zogenaamde popstation Hilversum 3 leverde ook het nodige aan commentaar op: ‘Ook op het lichte muziek station Hilversum 3 hoor ik regelmatig van die stukjes geouwehoer die alleen bestemd en misschien wel leuk is voor de omroepmedewerkers zelf, maar niet voor de luisteraar. Als ik tenminste in de auto rijd en de diskjockey negen kopjes koffie hoor bestellen, vraag ik me af waarvoor de uitzending gemaakt wordt. Voor de luisteraars in het land of voor het groepje omroepmedewerkers in de studio. De radio is toch geen huistelefoon?’

Tosca van Hoogduin [ANP PHOTO (1981)/Foto: Kippa gelicenseerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 4.0 Licentie]

Gravendaal noemde al even de naam van de presentatrice die zeker vermeld mag worden als het gaat om 100 jaar radio. Met veel plezier luisterde ik eens per week in de jaren tachtig en beginjaren negentig van de vorige eeuw naar ‘Easy Listening’ en werd het laat gaan slapen. Een programma dat trouwens werd samengesteld, als het om de muziek ging, door Imme Schade van Westrum. Tosca Hoogduin trad in 1957 in dienst van de AVRO met een variatie aan taken want naast presentatrice begaf ze zich ook  op pad als verslaggeefster, omroepster en producer.

"Muziek voor wie wil gaan slapen, maar nog niet kan. Voor wie kan gaan slapen, maar nog niet wil", was steevast de openingszin van het programma waarbij Tosca Hoogduin met haar zwoele stem en de prachtige muziek, die voorbij kwam, je tot aan het eind van het programma geboeid liet luisteren. In 2002 kwam Tosca van Hoogduin na een langdurig ziekbed te overlijden.

Bronnen: GPD, Freewave Nostalgie Archief, Beeld en Geluid Wiki