tekst: Hans Knot
In het kader van 100 jaar radio neem ik je mee naar 1948 toen op woensdag de 12de mei de toenmalige Koningin Wilhelmina zich tot de land- en rijksgenoten in Nederland en de Overzeese Gebiedsdelen richtte en de volgende radiorede uitsprak: “Hoeveel zoude ik tot U kunnen zeggen op een dag als deze, na al wat in den laatsten tijd door hoofd en hart is gegaan, maar dan zoude ik veel te veel geduld van U moeten vragen. Slechts wil ik U zeggen, dat mijn gedachten steeds zullen blijven uitgaan naar hen, die hun leven gaven in den strijd tegen den overweldiger en naar al degenen, die nog lijden, door wat zij verloren hebben.
Wij moeten tezamen den geest overwinnen, die spreekt uit de handelingen en nalatigheden, welke in de jaren van oorlog en bezetting den weerstand hebben belemmerd en zelfs vele goede Nederlanders het leven heeft gekost, en die ook thans nog in ons volk rond waart. Doch op dit ogenblik roep ik U met den meesten ernst toe: in dezen tijd van geweld en gevaar, sluit U nauw aaneen, eendracht en nog eens eendracht. De goede eigenschappen, die wij in en na den oorlog konden ontplooien hebben buiten onze grenzen bij allen, die van goeden wille zijn, waar ook ter wereld, vertrouwen en waardering gewekt. Dit vertrouwen en deze waardering zijn een kostbaar bezit, dat wij niet verloren mogen laten gaan door verdeeldheid of het vooropstellen van ons persoonlijk belang.”
Het bleek een lange aanloop te zijn naar wat Hare Majesteit Wilhelmina het trouwe volk via de radio wenste te vertellen en ze ging door met: “Toont opgewassen te zijn tegen den grooten tijd, waarin wij leven met een wijden blik voor het wereldgebeuren en met begrip voor het wezenlijke, waar het voor ons allen om gaat. En vervult zodoende Uw plicht tegenover Uzelf en tegenover het Vaderland, tegenover onze bondgenoten en de grote gemeenschap der volkeren. Gaat de toekomst tegemoet, schouder aan schouder met Juliana. God zegene U en mijn geliefd kind.” Eerder was al uitgelekt dat Wilhelmina haar dochter Juliana had gevraagd als troonopvolgster en landgenoten die de media, bij lange na niet zo actief als heden ten dage, hadden gevolgd wisten dat de toespraak er aan zat te komen en dat Wilhelmina spoedig troonafstand zou gaan doen.
Nederland werd, voor hen die alweer een radio in hun bezit hadden na de Tweede Wereldoorlog, op de hoogte gebracht van de komende troonsafstand via de radiorede maar ook via de dagbladen die mondjesmaat weer binnen de gezinnen werden gelezen. Maar vooral werd het wijder bekend door mondelinge overdracht van en voor mede landgenoten.
Wel kan worden gesteld dat het personeel van de Koninklijke familie het nieuws via de radio kon horen. Koningin Wilhelmina sprak haar rede uit in de zogenaamde ‘Grijze Salon’ van het Paleis Het Loo in Apeldoorn, terwijl de drie aanwezige vertegenwoordigers van de radio uit Hilversum in de schrijfkamer er naast verbleven. De technici van de P.T.T. hadden, zo viel te lezen in De Volkskrant, een verbinding tot stand gebracht over de gewone zendlijn van Apeldoorn naar de studio in Hilversum, waar de rede op grammofoonplaten werd opgenomen en om acht uur in de avond opnieuw werd uitgezonden. De apparatuur, die in het paleis nodig was, werd daardoor tot een minimum beperkt en kon in een gewone auto worden vervoerd.
In de Grijze Salon stond slechts één microfoon opgesteld. Op uitdrukkelijk verlangen van Hare Majesteit Wilhelmina werden er geen foto’s genomen tijdens het lezen van de rede. Wie waren de drie aanwezigen die uit Hilversum waren gekomen? Ook dat is terug te vinden in de kranten uit die tijd. Het betrof de afgevaardigden van de radio, de heer H. J. van den Broek, bekend als ‘De Rotterdammer’ van Radio Oranje, een oude bekende van Hare Majesteit, in 1948 tevens directeur van de Wereldomroep. Verder aanwezig was ir. P. A. I. Huijts, plaatsvervangend commissaris van de technische dienst van de Nederlandse Radio Unie, en de heer L. H. H. Waterbeek, chef van de lijn- en reportagedienst van de Nederlandse Radio Unie.
Het Nieuwsblad van het Noorden meldde de volgende avond onder meer: ‘Voordat Koningin Wilhelmina de rede op zo’n ferme toon uitsprak onderhield zij zich allerhartelijkst met de radiomensen. Wel was zij zichtbaar onder de indruk van de gebeurtenissen’. Niemand van de hofhouding wist trouwens welk een belangrijk besluit de Koningin ging afkondigen. ‘Om half zes werd de orde van het huis onderbroken, begaf men zich, zoals gewoonlijk wanneer de Koningin een rede uitsprak, aan de radiotoestellen te zetten.’
Andermaal het Nieuwsblad van het Noorden: ‘De hofdames en leden van het personeel gaven openlijk blijk van hun verrassing over de mededelingen van Hare Majesteit, maar zij toonden zich voldaan over de wijze en de toon, waarop de Koningin de rede had uitgesproken. Daarna ging het leven op Het Loo, als normaal, weer door.’