(door Hans Knot)
Al vele keren in de afgelopen decennia is het voorbij gekomen: het kortste optreden van de Rolling Stones ooit en wel in het Kurhaus in Scheveningen in 1964. Velen dachten dat, na de rellen, deze Britse groep nooit meer ons land zou aandoen voor optredens. Niets is minder waar want ze kwamen nog vele malen terug om de ontelbare fans te vermaken en om de persoonlijke kassa nog verder te spekken.
Zo was de groep drie jaar na het eerste optreden, op 15 april 1967, voor een optreden andermaal in ons land en die keer werden in Den Haag de Houtrusthallen aangedaan. Ook toen was het weer raak, hoewel in iets mindere mate dan destijds in Scheveningen. Na afloop van het concert in Den Haag verdween een grote groep aanhangers van de Rolling Stones richting Scheveningen om daar een spoor van vernielingen te trekken langs het strand, waarbij voor duizenden guldens aan schade werd aangericht.
Op het Scheveningse strand bivakkeerden ettelijke tientallen jongelui in paviljoens. Uit de aangiften, die binnenstroomden, bleek dat deuren en kozijnen en planken waren losgemaakt en opgestookt, soms in een kachel in een strandtent en ook wel op het strand in de open lucht. De jongelui verdreven hun honger en dorst door drank en etenswaren weg te nemen. De politie werd gewaarschuwd en er werden 14 jongeren gearresteerd, die beschuldigd werden van vernieling en poging tot inbraak.
De politie arresteerde later op de vroege zondagochtend op het strand een 17-jarig meisje zonder beroep uit Maastricht, en nog zeven jongens in de leeftijd van 15 tot en met 20 jaar, die uit Rotterdam, Haarlem, Amsterdam en Sittard bleken te komen. Zij trokken ondermeer struiken en bomen omver.
In de nacht van zaterdag op zondag bleek een andere groep van achttien jongelui gearresteerd te zijn door de collegae van de Haagsche politie. Een grote groep jongeren had namelijk in het begin van de nacht in de Haagse binnenstad huisgehouden. Maar ook op een andere manier hield de politie zich dat weekend bezig want volgens de rapportage op zondagochtend hadden zich in de late avond ondermeer twee zeventienjarige meisjes uit Den Helder gemeld, die vertelden het kaartje voor de terugreis per trein te hebben verloren. Bij hen voegden zich een 19-jarige spuiter en een 15-jarige scholier, beiden uit Hoogeveen, die de trein hadden gemist.
In de binnenstad werden drie jongens aangehouden, die een bromfiets hadden gestolen. Uit bouwketen in de omgeving van de Houtrusthallen werden ’s nachts drie jongens opgepikt, die er hadden ingebroken om de nacht door te kunnen brengen. Dit trio kwam uit Diepenveen, Brummen en Deventer. In overleg met hun respectievelijke ouders werden allen, nadat de nodige processen verbaal waren opgemaakt, de maandag volgend op het concert van de Rolling Stones, afgehaald van het bureau van politie.
Achteraf bleek dat de politie dit ergerlijke optreden van de fans bepaald niet verwacht had. Op de maandag was een kort verslag terug te lezen betreffende het optreden in het Nieuwsblad van het Noorden: ‘De ongeveer 6000 beat-lustigen kwamen tijdens de muziek van de Stones niet verder dan enkele luide bijvalsbetuigingen. Een enkele uitschieter kon door de tientallen ordebewaarders gemakkelijk worden beteugeld. Ook de aankomst van de Engelse beatgroep op Schiphol was zonder het gebruikelijke tumult verlopen.
Halverwege de voorstelling betrad minister Luns met zijn 17-jarige zoon de beatzaal. Het gejuich van het tribunepubliek voor de minister overstemde gedurende enkele ogenblikken de keiharde beat van de Rolling Stones.’ In het voorprogramma stonden op 15 april 1967 ondermeer de protestzanger Armand en de uit Groningen afkomstige Tykes.