tekst: Hans Knot
Op 16 februari 2000 overleed op 78-jarige leeftijd Pete Felleman, voor velen een radiomaker bij uitstek in de jaren voordat de echte popradio tot ons kwam. Vlak voor zijn overlijden schreef ik voor een tijdschrift een artikel over zijn vroege radioperiode, welke ik graag deze en volgende zaterdag met jullie deel in de nostalgische column:
Pete Felleman introduceerde in 1949 de eerste hitparade op de Nederlandse radio. Maar Felleman was al eerder bekend vanwege zijn muziekprogramma "Swing & Sweet, from Hollywood & 52nd Street" uit 1947. In dat programma etaleerde Felleman zijn grote kennis van de jazz en de swing en bracht Nederland zo muzikaal bij de tijd. Ik dook diep in mijn archief, herlas de eerste jaargangen van het muziekblad Tuney Tunes en vond daarin een interview met Felleman uit 1948 over dit programma.
‘Al gravend in de geschiedenis van de hitparade, gingen mijn gedachten terug naar het eind jaren vijftig. Ik herinnerde me, hoe mijn tien jaar oudere broer mij inwijdde in de geheimen van de radio en zo een verrassende wereld voor mij openlegde. Hij liet me niet alleen de Engelstalige uitzendingen van Radio Luxembourg horen, maar ook enkele andere "hitgevoelige" programma's op de Nederlandse, Britse en Duitse radio. Op de Nederlandse radio liet hij mij kennis maken met de stem van Pete Felleman. Het gevolg was dat de radio voor mij een fascinatie werd.
Ik begon steeds meer te ontdekken en vanaf de begin jaren zestig ben ik dan ook daadwerkelijk begonnen met het verzamelen van allerlei zaken die te maken hebben met het medium "radio". Daarbij hoorden ook allerlei artikelen die over radio in verschillende tijdschriften werden geschreven. Daaronder vond ik nu een artikel terug uit de "Tuney Tunes" van april 1947 met een interview met de man die destijds de nieuwste ontdekking was op de Nederlandse radio: Pete Felleman.
Als je het over het muziekblad "Tuney Tunes" hebt, dan wordt algemeen aangenomen dat het gaat om een muziekblad dat in het tweede deel van de jaren vijftig en de jaren zestig enorm populair is geweest. Iedere maand weer kon je een exemplaar in de losse verkoop halen dan wel via een abonnement toegestuurd krijgen. Het blad stond vol leuke verhalen, mooie foto's, hitlijsten en bovenal songteksten. Na het lezen was je was weer helemaal bij de tijd. Maar het blad was al eerder op de markt.
In werkelijkheid kwam het eerste exemplaar als illegaal tijdschrift al tijdens de Tweede Wereldoorlog uit. Het werd gedrukt in Eindhoven onder leiding van J. Van Haaren. In 1942 verscheen het eerste nummer en na een bomaanslag, datzelfde jaar, verscheen het geruime tijd niet om vervolgens in januari 1943 weer geleverd te worden. Het was een klein blaadje van slechts acht pagina's met een geel kartonnen omslag. Helaas werd de drukkerij na twee maanden alweer gebombardeerd en verscheen het daarop volgende nummer pas in september 1944, toen het zuiden van Nederland verlost was van de Duitse bezetter.
Hoewel de eerste afleveringen "illegaal" waren, zal je het tijdschrift hoogstwaarschijnlijk niet aantreffen in de archieven van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Ook als je elders zoekt, zal je moeite hebben de eerste uitgaven van het blad terug te vinden. De eerste afleveringen gingen namelijk niet onder de naam "Tuney Tunes" naar de lezer, maar als "Het populaire songbook Tuney Tunes," aangevuld met "het bevat teksten der laatste Engelsche songs van Film, Radio en Grammofoon". In totaal verscheen het blad tijdens de oorlog acht keer in een oplage van enkele honderden exemplaren. Heel slim was dat er een prijs van 5 Franc op de oorlogse exemplaren stond, waardoor de bezetter zou kunnen denken dat het om een Belgische productie ging.
Ooit zei de weduwe van J. van Haaren in een interview tegen Henk van Gelder over de achtergronden van het ontstaan van "Tuney Tunes" onder meer: "Jan was de zoon van een drukker die een enorme hekel had aan die akelige Duitse muziek. Voor de oorlog had hij al eens tegen zijn vader gezegd dat er wel eens een markt zou kunnen zijn voor een blaadje met songteksten, want ze bestonden wel in Engeland en Amerika en dus was er ook ruimte in Nederland voor een dergelijk blad." De oude Van Haaren zag er niets in en vader en zoon botsten op een felle manier, hetgeen zelfs leidde tot een tijdelijke verwijdering tussen beiden. Jan besloot daarop zelf maar met een blad te beginnen en hij kwam aan de teksten door illegaal naar de verboden radio te luisteren en de teksten zo snel mogelijk op het gehoor over te schrijven. Gemiddeld moest een liedje drie keer worden beluisterd, voordat de betreffende tekst in zijn geheel was overgepend.
Terug naar Pete Felleman. Eén van de personen uit de radiowereld die in de tweede helft van de jaren veertig regelmatig voorkwam op de pagina's "Tuney Tunes" was de eerder gememoreerde Pete Felleman. Ik vond een interview uit april 1948, van de hand van Frits Versteeg. Het stuk — inclusief de schrijfstijl — geeft een treffend tijdsbeeld, dat ik de lezer niet wil onthouden.
‘Op 6 juni 1947 weerklonk 's avonds om 10.15 de, nu zo bekende "Trumpet Blues" gespeeld door Harry James and his Musicmakers. Dat was het sein, dat de VARA de liefhebbers van goede jazz, swing en sweet uit Amerika eens zou gaan trakteren. Een traktatie in de dubbele zin des woords. Vooreerst het tijdstip: Vrijdagsavonds 10.15 kan dus goed beluisterd worden. Verder is het programma uiterst deskundig samengesteld. Er worden regelmatig de nieuwste opnamen in voorgesteld en men krijgt tevens de gelegenheid om, door middel van een goed gedocumenteerde tekst, met des swing wel en wee op de hoogte te blijven.
Zo komt het, dat wij enkele weken geleden Pete Felleman jr, de samensteller van het programma, eens opzochten in zijn flat in Amsterdam (die flat, een eldorado voor elke muziekliefhebber). Waar men kijkt grammofoonplaten. Kasten en rekken vol. Overal goede lectuur uit Engeland, Frankrijk, Amerika en zowaar in een hoekje een hele stapel Tuney Tunes ... dat deed ons hart goed.
Pete, hoe ben je ertoe gekomen om "Sweet and Swing" te gaan samenstellen?
Dat is eigenlijk gebeurd naar aanleiding van het feit dat Sanny Day en Ab de Molenaar bij de VARA wonderen hadden verteld over mijn platenverzameling. Ik kreeg daarop een verzoek bij monde van de heer de Boer, of ik de VARA niet eens van die platen — voldoende voor tien uitzendingen — wilde leveren. Ik deed een tegenvoorstel, dat inhield dat ik de programma's in zijn geheel zélf zou gaan verzorgen. "Go Ahead," zei Nico de Boer en binnen een week waren er 5 Swing en 5 Sweet uitzendingen klaar. Zo begon ik. Er kwam echter zo veel fanmail op mijn uitzendingen binnen, dat besloten werd ze voor onbepaalde tijd te verlengen En nu draait "Sweet and Swing" al tien maanden in plaats van de geplande tien weken.
Pete vertelt dan verder dat het samenstellen van deze programma's niet altijd even vlot verloopt. Ambitie en platen zijn in ruime mate aanwezig. Maar hier schuilt juist een moeilijkheid. Van sommige orkesten en solisten bezit hij meer dan dertig opnamen en om daar nu juist de beste platen uit te zoeken is niet eenvoudig. Het voornaamste is afwisseling, geen swing contra sweet maar ook afzonderlijke uitzendingen. Een powerhouse arrangement na een slome blues, een instrumentaal na een solo disc, een sweet ballad met vioolbegeleiding laten volgen door een pittig melodietje met een forse koper background. Maar nooit twee platen in eenzelfde toonaard achterelkaar. Mijn succes heb ik ook in belangrijke mate te danken aan de medewerking der VARA. Zij laten mij vrij werken en hinder van allerlei conservatieve opvattingen ondervind ik nooit. Dat is in de allereerste plaats de oorzaak dat de uitzendingen "real top sessions" worden. Ik mag mijn technicus Luc Ludolph niet vergeten. Hij is het die de platen zo treffend na een aankondiging laat invallen. En dan niet te vergeten mijn omroeper Coen Serré. Hij werkt met veel ambitie en dat merken de luisteraars ook wel. Trouwens ons trio houdt ontzettend van swing en dat scheelt vanzelfsprekend een heel stuk.’
Volgende week zaterdag deel 2 van deze nostalgische column met het tot 2000 zoekgeraakte unieke interview met Pete Felleman.