tekst: Paul de Haan Foto: De Laissez Faire in Zaandam voor een nieuwe mast, 1967. Door: Jac. de Nijs, Nationaal Archief, Anefo, CC0
In het persoonlijke radiorelaas van Paul de Haan wordt u ditmaal meegenomen tot aan het begin van het jaar 1967.
In de loop van 1966 zou de grote verwarring, of anders gezegd wirwar, toeslaan want als zeezenderanorak werden de dagen te kort. Moest voor ontvangst van Radio Essex ‘s nachts de wekker aflopen; overdag had ik het al druk met Caroline, London, City, 390 en Radio Scotland. In mei van 1966 liep het verder uit de hand met de komst van maar liefst twee zeezenders vanaf hetzelfde schip, Radio England en Britain Radio vanaf de Laissez Faire.
Beide stations waren het resultaat van ongenoegen bij een groep Radio London investeerders die het niet geheel eens waren met het door de Engelsman Birch ingezette beleid met betrekking tot Radio London dat overigens commercieel zeer succesvol was. Maar de Texaanse oliebaronnen in al hun luidruchtigheid investeerden opnieuw en beide stations begonnen in mei 1966 een partijtje mee te blazen.
Op Radio England de hits van 1966, op het zusterstation Britain Radio Frank Sinatra, Peggy Lee en Ray Conniff. Het klonk veelbelovend maar geen van beide stations werd een commercieel succes: Radio England verdween al in de herfst van 1966, Britain Radio kwam in andere handen. Het schip de Laissez Faire had in de 50’er jaren lichamen van gesneuvelde US militairen vanuit Korea teruggebracht naar de USA en na de sluiting als zendschip in augustus 1967, toen de opvolger van Britain Radio uit de lucht ging, verdween het schip weer naar de USA. Decennia lang was er geen zekerheid wat het lot van het schip na de zeezenderavonturen was geweest. In circa 2005 kwam die zekerheid wel, het schip bestaat hedentendage nog, nu als visserschip Earl J Conrad. Uiterlijk iets veranderd, het stuurhuis verhuisde naar de boeg, wie de foto’s vergelijkt ziet de oude en nieuwe gedaante van de Laissez Faire.
In juni 1966 ontdekte ik pal naast de golflengte van Radio London een nieuwe zeezender met een kristalhelder signaal, Radio 270 vanaf de voormalige Scheveningen logger Oceaan 7. Aan boord een 50 meter hoge zendmast, een 10 kw middengolfzender en 2 studio’s. Feitelijk was de Oceaan 7 te klein voor de behuizing van een zeezender gezien het feit dat er naast 7 deejays en technici ook nog eens 8 maritieme medewerkers aan boord waren en Scheveningse loggers uit de oudheid waren niet overdreven ruim bemeten. De prima ontvangst van 270, net als Scotland, had te maken met het feit dat 270 voor de kust van Yorkshire voor anker lag en dat was voor ontvangst in Noord Nederland gunstiger dan de meer zuidelijke ligging van de andere Britse zeezenders.
Radio City vanaf the Shivering Sands Towers in de Thamesmonding behoorde tot één van mijn favoriete stations vanwege het nogal vrijgevochten avontuurlijke karakter van het station en men draaide, zoals beloofd, op 28-8-1966 mijn verzoekplaat ‘God only knows’ van the Beach Boys. Niet voor niets noemde City zich The request station of the nation.
Tussen al dat muzikale geweld vanuit internationale wateren een slordige 4 mijlen uit de kust van the UK was ik natuurlijk ook wel verplicht ons eigen Radio Veronica te volgen. Zo was daar in augustus 1966 op 192 Jan van Veen met zijn Muziek bij de Lunch, elke werkdag tussen 12 en 13 uur. Het ging er avontuurlijk aan toe en Jan had al snelheid in zijn shows en veel reclame. In dit uur ook een wonderbaarlijk werkje, laat ik het vooral diplomatiek neerpennen, van Bob Smit en het Duke City Sextet uit Brabant met als schone titel: ‘Geef mij muziek, ‘n borrel en ‘n leuke meid’. Hoe en waarom deze plaat gedraaid werd zal altijd onduidelijk blijven maar mogelijk was het inspiratie voor Gerrit Dekzeil en zijn onnavolgbare hit ‘Geld Drank en Lekkere wijven’ in 1973. U weet wel, ‘Ik ben Gerrit en ik steel als de Raven’.
Gerrit Dekzeil, (soms geschreven als Gerrit Dekzijl) pseudoniem van Cornelis Albertus (Corty) Brak (Amsterdam, 6 januari 1910 – Amsterdam, 18 augustus 1993) was een Nederlandse zanger. Hij is vooral bekend van de hit ‘Ik ben Gerrit’. Hij begon in het variété. Dekzeil deed aan wat hij zelf komische acrobatiek noemde en verzorgde kindervoorstellingen. In 1973 kwam Gerrit Dekzeil in de Nederlandse Top 40 met ‘Ik ben Gerrit’ waarin hij over zijn armoede in het verleden zong en uit pure noodzaak begon met het stelen van een brood en het van kwaad tot erger ging. Hiervoor had hij met het nummer ‘Geld, drank en lekkere wijven’ niet zo’n succes.
Nog zo’n vreemd werkje bij Jan van Veen Muziek bij de lunch uit augustus 1966 was de nerveuze song van Robert Stel, ‘Memorandum in R’. Opvallend aan het Veronica uit 1966 was het absolute gebrek aan vormgeving door jingles en productiewerk, er werd weinig aan het ‘eigen smoelgevoel’ gedaan bij Veronica in die tijd.
Overdag waren de zeezenders goed te ontvangen in Groningen, des avonds gingen ze kopje onder aan het geweld van met name Oost-Europese ethergiganten. Alternatief werd dan AFN en Luxembourg 208, overigens overdag luisterde ik ook met regelmaat naar AFN.
Even een tussentijdse balans om de lijn in het verhaal te houden. 1966 was het top jaar der Britse zeezenders, tel maar even mee. In het noorden voor de Schotse oostkust en later westkust en weer later toch maar weer terug naar de oostkust was daar Radio Scotland. Het lichtschip de Comet had geen voortstuwing en dat heen en weer gesleep <letterlijk dus> kostte veel geld terwijl er onvoldoende om werd gezet om de zaak in balans te houden. De reden van dat verplaatsen was het feit dat Scotland maar een matige ontvangst in de hoofdstad Glasgow wist te bereiken vanaf de oostkust ter hoogte van Dunbar. Maar het verkassen naar de westkust < off Troon en Dundalk> hielp niet dus de Comet kwam onverrichterzake weer terug naar 4 mijl off Dunbar. Yorkshire had Radio 270 ter hoogte van Scarborough en verder naar het zuiden was daar Radio London, Caroline, England en Britain Radio ter hoogte van Clacton on Sea. England en Britain deelden schip, Britain met easy listening draaide redelijk, England met het bombarie top 40 geweld werd een mislukking.
Vanaf de zeeforten was daar het bij huisvrouwen zeer geliefde Radio 390 met sweet music met waarschijnlijk het sterkste signaal op de beste golflengte ten opzichte van de andere zeezenders. Radio Essex ook easy listening met veel specialistische programma’s, een prima station met helaas te weinig vermogen, was zeer plaatselijk in Essex te beluisteren. Radio City draaide de 60 meest populaire platen van het moment afgewisseld met oldies, een echt maverick <vrijbuiter> station.
We zijn aangeland bij eind 1966 en de doodsklokken beginnen te luiden voor de Britse zeezenders. Radio 390 moest tijdelijk stoppen in verband met een veroordeling gebaseerd op het feit dat het 390 fort binnen de Britse wateren lag. 390 vocht dit aan en kreeg uiteindelijk een half jaar adempauze hangende het hoger beroep. Essex werd op dezelfde gronden veroordeeld en verliet de ether op twee kerstdag 1966. Radio City moest eind februari 1967 om dezelfde redenen ook de uitzendingen staken.
1967 zou het jaar worden waarin we één voor één afscheid van de Britse zeezenders moesten nemen. Op de Detailhandelsschool liep niet alles op rolletjes, waarschijnlijk aangestoken door de ‘free for all attitude’ van de zeezenders had ik lak aan het gezag op school en werd van tijd tot tijd zelfs verwijderd. Dit moest mijn vader dan maar weer rechtbreien bij de directie van de school. Dhr. Ozinga, toen directeur van de school, had vaak lange pittige gesprekken met hem.
In de tussenuren werd menig kop koffie gedronken in de koffiebar Black Out in een zijstraat van de Groninger Herestraat. Black Out had de naam te danken aan de sterkte van de zwarte koffie, zeer sterk dus, bakkie buskruit, je ging Black Out na een mok vol. De muziek was er prima die zomer, tophit was ‘the Beat goes on’ van Sonny and Cher. Anno nu zou de naam Black Out op de gevel ondenkbaar zijn. In die tijd was overigens een koffiebar een koffiebar, dus iets geheel anders dan die stinkende verslavende wietholen van nu. Paul draaide drum zonder vreemde substanties.