tekst: Hans Knot
Terugdenkend aan januari 1979 komt direct in mij op dat het een van de meest winterse jaarwisselingen was geweest, die ik achter de rug had. Overal in West Europa was er heel veel sneeuw gevallen, waren bussen boordevol en konden sommige plaatsen niet worden bereikt. Ook de Spoorwegen hadden veel meer reizigers in de treinen, hoewel dat een vijftal dagen later werd ontkend. Ook in de nadagen van 1978 was er al veel sneeuw gevallen en bovendien had het stevig gevroren. De schaatsen waren al lang uit het vet gehaald en opgespoten, en dus bevroren, weilanden en grasvelden zorgden al voor veel vertier.
Zachtjes aan werd er al gedacht aan de grotere lange afstand schaatswedstrijden. Helaas werd in de begindagen van het nieuwe jaar bekend gemaakt dat een aantal van deze wedstrijden zeker niet doorging. De enorme hoeveelheid sneeuw, die gevallen was, had slechte invloed op de ijsvorming en lieten het niet toe grote hordes schaatsers in wedstrijdverband te laten deelnemen.
De jaarwisseling was in vele plaatsen, ondanks het ijskoude weer, reden genoeg om de nodige zaken te verslepen, vuurwerk af te steken en vooral – en dat was iets dat typisch in de jaren zeventig ernstige vormen aannam, rellen te veroorzaken. Maar ook vielen er altijd wel grappige momenten te benoemen.
Zo was het de vrijgezellenclub Vesuvius uit het Friese Elsloo die op zaterdag 30 december 1978 de vrije provincie ‘Stellingwarf’ had uitgeroepen. Een klein dorpje destijds met rond de 500 inwoners en niet te verwarren met het dorp in Zuid Limburg met dezelfde naam. Het uitroepen van een eigen provincie, zo vond het bestuur van de vrijgezellenclub, was nodig omdat de Friezen aan de Saksisch sprekende gemeenten Oost- en Weststellingwerf de voor hen vreemde Friese taal wilden opdringen. En er werden dreigingen aan toegevoegd en wel dat zo nodig leden van Vesuvius bereid zouden zijn om te vechten.
De officiële aankondiging viel die zaterdagochtend plaats in café Hoogeveen in Elsloo en volgens woordvoerder Henk Schurer mocht het uitroepen van een eigen provincie door de Vesuviusleden niet worden gezien als een onschuldige Nieuwjaarsgrap. Men zou serieus van plan zijn geweest te voorkomen dat hen een vreemde taal werd aangeleerd. Hij voegde eraan toe dat, waar nodig, vele acties zouden worden georganiseerd om dit te voorkomen.
Schurer meldde tijdens de bijeenkomst dat er in de persoon van de heer Kastelijn, voorzitter van Plaatselijk Belang in Elsloo, al een eigen commissaris van de Koningin was benoemd. Daarnaast was een ambassadeur benoemd, die als taak onder meer kreeg zich te infiltreren in het bestuur van de Algemene Friese Onderwijscommissie, die verantwoordelijk was voor het geven van cursussen in de Friese taal. Uiteraard hadden we in 1979 met een Nieuwjaarsgrap te maken, een gezonde manier een wens onder aandacht te krijgen. Vermakelijk is eens op deze internetpagina een blik te werpen: https://stq.wikipedia.org/wiki/Stellingwerf
Een minder grappige gebeurtenis, maar wel een die veel publiek trok, vond nieuwjaarsnacht 1979 in het Zeeuwse Axel plaats. Een man zorgde namelijk voor veel opwinding toen hij, klaarblijkelijk in overspannen toestand, een poging ondernam het topje van de toren van de Gereformeerde kerk te bestijgen. De politie schakelde een broer van de man, als ook een maatschappelijk werker, in om de beklimmer te overtuigen weer naar beneden te komen. Zoals eerder gemeld was het een ijskoude tijd maar toch duurde het bijna zes uur voordat uiteindelijk de persoon in kwestie weer naar beneden kwam. Daarna heeft een arts zich over hem ontfermd en werd hij naar een psychiatrische kliniek gebracht.
Natuurlijk in deze column, zoals gebruikelijk, aandacht aan radio want er was in de eerste week van januari 1979 in de diverse kranten informatie te vinden over de plannen van de overheid een einde te kunnen maken aan de ‘etherpiraterij’. Via deels onduidelijke informatie was het de toenmalige staatssecretaris, Nelie Smit-Kroes die bekend maakte dat het kabinet werkte aan een nieuwe systeem voor het radio-zendamateurisme, dat een einde zou betekenen voor de etherpiraterij in Nederland. Ik hoor de echter radio-zendamateurs, diegene die een officiële licentie bezitten, al weer zuchten en denken. Immers werd deze groep onterecht naar voren gebracht in verband met etherpiraterij.
Zo stelde Smit-Kroes onder meer dat er plannen waren om vanaf het voorjaar 1980 een speciaal daarvoor vrijgemaakte amateurband ter beschikking zou worden gesteld, waarvoor de gebruikers geen vergunning meer nodig zouden hebben. Men hoefde alleen te beschikken over de juiste, goedgekeurde, apparatuur en een machtiging voor gebruik aan te schaffen. In 1979 was het zenden via de 27 Mc, ofwel via het bakkie, nog strafbaar. Straffen konden oplopen tot maximaal 5 duizend gulden boete en zes maanden gevangenisstraf, zo meldden sommige kranten. Ook daar dient de aantekening te worden gemaakt dat dit vooral ging om overtredingen die met hoogvermogen werden uitgevoerd in de FM- en AM-band door muziekpiraten.
Tevens werd naar buiten gebracht dat in de periode 1974-1978 door de Radio Controledienst, toen verantwoordelijk voor het opsporingsbeleid, meer dan tienduizend zenders van allerlei soorten in beslag waren genomen. Desondanks was er in bijvoorbeeld 1978 een enorme toename gemeten aan de hoeveelheid aan personen die zich met etherpiraterij bezig hield. Hierbij werd gesteld dat dit vooral kwam omdat het verkrijgen van een licentie voor zend-amateurisme veel leertijd en dus wachttijd kostte. Ook werd er direct een prijs genoemd hoe duur de nieuwe apparatuur ongeveer ging kosten, namelijk rond de 300 gulden. Dan ging het om een goedgekeurd apparaat dat een beperkt vermogen had en waarbij gegarandeerd kon worden dat storingen in het etherverkeer zoveel mogelijk beperkt werden.
Ook verscheen Smit-Kroes in Brandpunt, het toenmalige actualiteitenprogramma op de KRO-televisie. Zo wist ze te melden dat met ingang van 1980 het niet alleen voor mensen het in bezit hebben van illegale apparatuur strafbaar zou zijn maar ook het voor de handelaren in bezit hebben van illegale apparatuur strafbaar zou worden gesteld. Wel verwachtte ze dat de invoering van de goedgekeurde apparatuur tot gevolg zou hebben dat Nederlanders massaal een vergunning zouden gaan aanvragen en dat binnen 10 jaar er zeker 1 miljoen mensen in de Nederlandse ether actief zouden zijn.
Zelf was ik in de eind jaren zeventig lid van de Whisky Oscar Group, een grote groep met illegale zenderbeoefenaars, die tot doel had vele landen op grote afstand te bereiken. Op zich een heel feest om iedere zondagochtend rond vijf uur al achter de zender te zitten en bij goede condities zo veel mogelijk amateurs in de Verenigde Staten en het Caribisch gebied te bereiken. Na de legalisering, mede gezien de eventuele hoge strafeisen, was dit deel van de hobby voor mij verleden tijd en zijn het alleen de herinneringen die zijn gebleven.
Volgende week, 19 december, is de laatste column van 2020 die wordt gepubliceerd. Tijd voor een korte pauze waarna in januari de column zal terugkeren.