tekst: Hans Knot
Langs de snelwegen rijden wij, de Knotjes, persoonlijk misschien een paar keer per jaar maar er zijn automobilisten die meer dan 100.000 km per jaar er door jassen. Voor het tijdperk dat de mobiele telefoon gemeengoed was stonden er langs lands snelwegen op diverse plaatsen de zogenaamde, in geel uitgevoerde, praatpalen. Maar ook dat is niet van alledag geweest. In de tijd dat er alleen sprake was van Rijkswegen bestonden die praatpalen nog niet.
In sommige landen was de introductie van de praatpaal eerder dan in Nederland en medio 1969 kwam de Verkeerspolitie met de plannen deze ook als communicatiemiddel te introduceren op lands Rijkswegen en de snelwegen. In voorzichtige mate werd in de zomer al geëxperimenteerd en zo had de Maastrichtse gemeentepolitie het plan opgevat om praatpalen te installeren op de lange Kennedybrug. Doel was dat de automobilist, bij bijvoorbeeld verkeersopstoppingen en in gevallen van nood, direct contact met het politiebureau kon maken.
Bij de eerste palen, die werden geplaatst, was een simpele hendel aangebracht, die naar beneden diende te worden gedrukt waarbij het contact met de meldkamer van het politiebureau ontstond. Dit gebeurde eerst door een zoemer, die op het bureau overging, waarna de dienstdoende politieagent een speciale toets indrukte en dus het gesprek kon beginnen. Ook was het in 1969 mogelijk het gesprek door te verbinden met de GGD of brandweer. In die eerste serie praatpalen was ook al gedacht aan een diensttelefoon, waardoor agenten op de weg contact konden nemen om dienstgesprekken te voeren.
In Duitsland stonden destijds reeds talrijke van deze palen in steden en dorpen langs de wegen. Men had uitstekende ervaringen met deze vorm van lijnverbindingen, alhoewel men ook had gesteld over te gaan op zogenaamd radiocontact. Heel vreemd was te constateren dat er in Duitsland er een afspraak was met de bedrijfstak, die alarminstallaties leverde aan politiebureaus. Indien een bedrijf de opdracht kreeg een grote alarminstallatie te leveren er tevens verwacht werd dat tegelijkertijd dit bedrijf zou zorg dragen voor de levering en financiering van een praatpaal. Uiteraard verschenen de praatpalen in de daarop volgende jaren in veelvoud langs de Nederlandse wegen en werden ze, waar nodig, nuttig gebruikt.
Maar in werkelijkheid waren de eerste praatpalen al in 1960 op kleine schaal door de ANWB geplaatst. Het waren kastjes op een paal waarin een telefoon was aangebracht. Ze gingen door het leven als ‘telefoonzuilen’ en waren te vinden langs de Rijksweg tussen Rotterdam en Den Haag en visa versa. In 1965 volgden palen op de Oosterscheldebrug en in 1967 werden er op parkeerplaatsen in het land telefooncellen geplaatst voor direct contact. De praatpalen zelf hielden het bijna een halve eeuw vol want medio 2017 werden ze in opdracht van de ANWB weggehaald, overbodig geworden door de aanwezigheid van de mobiele telefoon. In Duitsland zie je de palen nog wel langs de weg.