tekst: Lieuwe van de Velde
Dit jaar is het 60 jaar geleden dat de Japanse zanger en acteur Kyu Sakamoto de eerste artiest was, die met een volledig Japans gezongen lied hoog op de internationale hitlijsten scoorde. Hij sloeg namelijk in vele landen aan met het lied Sukiyaki. Sakamoto begon in de jaren vijftig van de vorige eeuw met zingen, maar deze, toen nog nationale ster, speelde ook in tv-series en films. In 1963 ging hij op tournee en was in Amerika gast in verschillende talkshows.
Sakamoto kwam in 1985 om het leven, toen het vliegtuig waarin hij zich bevond neerstortte. Deze ramp kende slechts vier overlevenden. Er waren liefst 524 mensen aan boord. Zijn grootste hit leeft echter voort. Niet alleen in de gedachten van vele mensen, maar ook, wanneer andere artiesten, (onder andere A Taste Of Honey en Four P.M.) het nummer coverden en er succes mee oogstten.
Kyu Sakamoto (uitgesproken als kjoe) werd geboren op 10 december in 1941 in Kawasaki, Japan. Hij was de zoon van een restaurant houder en was het negende kind van Hiroshi Sakamoto en zijn tweede vrouw Iku Hisashi. Hij begon met zingen, toen hij een jaar of 16 was Zijn naam Kyu betekende negen. Sakamoto was de neef van free jazz saxofonist Kaoru Abe. Op de middelbare school begon Sakamoto dus met zingen en werd hij al snel populair. In 1958 werd hij zanger in de Japanse pop band de Drifters, niet te verwarren met de gelijknamige Amerikaanse formatie met onder meer Ben E King.
Tijdens de Tweede Wereld oorlogsjaren werd de hele familie gedwongen om Kawasaki te verlaten. Ze gingen naar de ouders van de moeder; deze woonden in de stad Kasam. Op weg daar naar toe, meende iedereen dat ze in een oude vrachtauto zaten. En men kwam in botsing met een trein. Dit gebeurde vlak voor het Tsuchira station en de vrachtauto raakte in de rivier. Hierbij kwam een aantal mensen om het leven, maar gelukkig was het gezin Sakamoto overgestapt in een andere vrachtauto. Kyo was nog maar 20 maanden oud, maar toen ze hem vertelden van dit ongeluk, was hij er van overtuigd dat de god Kasama de familie had beschermd. Toen de oorlog voorbij was sloot hij zich dus aan bij een Japanse zanggroep, genaamd de Drifters. Maar na zes maanden had hij er al genoeg van; Er was veel ruzie en daar kon Kyu niet zo goed tegen. Hij kwam nu bij een band terecht die zich Danny Ida and the Paradise Kings noemde. Ook dit werd geen succes en in 1960 ging hij solo op tour. Zou het een succes kunnen worden?
Zijn eerste grammofoonplaatje Ue o muite Arukou werd een wereld succes. De meeste mensen kennen het nummer als de Sukiyaki song. De plaat kwam voor het eerst uit in Japan in 1961 en het liedje werd gecomponeerd door Hachidai Nakamura en de tekst was van Rokusuke Ei. De tekst gaat over een mislukte student die terugkeert naar zijn dorpje. ‘I look up as I walk, so the tears will not fall’. Dit stukje reflecteert een beetje de stemming van het lied.
Een van zijn bekendste en geliefdste nummers was Ashita ga Aru Sa (Er is nog altijd morgen). Het werd in 2001 door de Japanse band Ulfuls gecoverd. Met een deel van het geld dat hij verdeinde zette Kyu Sakamoto zich in voor de ouderen, en de gehandicapten in Japan. Hij was in die tijd zeer geliefd in Japan. Ashita Ga Aru Sa werd dan ook gekozen als het themalied van de Paralympics in 1964 in Tokyo.
In de jazz clubs waar hij zong, viel hij al snel op en hij kreeg een platencontract bij Toshiba. Na verschillende hits, verscheen hij ook in Japanse films en tv series. Tijdens een zakenreis hoorde Louis Benjamin, directeur van PYE records, het zo bekende nummer van Sakamoto. Al snel werd dit hernoemd als de Sukiyaki song en samen met Kyu werd het lied opnieuw opgenomen. Op de andere kant van de single stond Anoko-no namae-wa nantenkana. De opvolger van deze plaat, China Nights, bleef steken bij nummer 58. Andere nummers van hem zijn onder meer Elimo en Tankobushi. Zijn eerste lp kwam uit in 1964 en de titel daarvan was Sukiyaki en andere Japanse hits.
De directeur van Pye, Benjamin, liet een technicus van het bedrijf het liedje opnieuw opnemen; en wel in stereo. Al snel stond het nummer 1. Deze versie werd veel gedraaid door dj Richard Osborne. Hij draaide dit dagelijks in zijn programma op radio station KORD.
Dit werd vervolgens Sakamoto zijn eerste hit, vrijwel overal in de wereld. Maar dan gezongen in het Japans. Dat was nog nooit eerder gebeurd en is sinds die tijd volgens mij ook nooit meer voorgekomen. Deze plaat verkocht ongeveer 13 miljoen kopieën en was nummer 1 in Amerika gedurende 3 weken!
Het vrouwelijke duo A Taste of Honey vertaalde het nummer in 1981 en het behaalde met de nieuwe versie de derde plaats in de Amerikaanse Hot 100. In 1994 werd het nog een keer uitgebracht door de groep 4 P.M. en kwam het andermaal in de top tien van de VS.
Sakamoto had nog één nummer dat de Amerikaanse hitlijsten ook bereikte. China no Yoru (Chinese nachten), dat in 1963 de 58ste plaats als hoogste notering haalde. Dit was van origine een oud liedje uit de dertiger jaren van de vorige eeuw van Shirley Yamagutchi, dat Sakamoto nieuw leven in blies.
Maar het bleef niet bij die ene hit. Na die tijd heeft hij nog vele platen gemaakt. Ook werd hij bekend als een succesvol acteur. Ik heb een e-mail gestuurd naar een klein museum in Kawasaki. Tot mijn verbazing kreeg ik flink wat informatie toegestuurd over Kyu. Gelukkig kwam de informatie in het Engels.
In 1985 kwam Sakamoto bij een vliegtuigongeluk om het leven; vlucht 123 van Japan Airlines. Dit gebeurde op 12 augustus 1985; het vliegtuig was een Boeing 747SR. Hij had een televisieoptreden in Osaka en dan is het vliegtuig snel en handig. Voordat het vliegtuig neerstortte slaagde hij er nog in een afscheidsbriefje te schrijven naar zijn vrouw Yukiko Kashiwagi. Ze waren in 1971 getrouwd en het paar kregen twee dochters Hanako en Maiko.
Het vliegtuigongeluk: Om 18:12 vertrok vlucht 123 van JAL precies op tijd vanuit Tokio (vliegveld Haneda). Er waren maar liefst 509 passagiers aan boord en 15 bemanningsleden. De piloot van deze vlucht was een ervaren man met meer dan 12000 vlieguren. (captain Takahama). De 39-jarige tweede piloot had meer dan 4000 uren gevlogen, dus er was ervaring genoeg in het vliegtuig. Ze waren nog maar 12 minuten in de lucht, toen iedereen in het vliegtuig snel na elkaar twee luide knallen hoorde. Het was een hard geluid, dat vanaf het staartgedeelte leek te komen.
Wat de 26-jarige stewardess toen zag was niet te geloven. Er scheurde plotseling een groot stuk uit het dak. Men probeerde het vliegtuig een bocht te laten vliegen, om zo terug te keren naar het vliegveld, maar het vliegtuig bleek vrijwel onbestuurbaar. Tokio verkeerstoren stelde voor om naar het vliegveld van Nagoya te vliegen. Dat lag recht voor hun op slechts 133 km afstand. Maar omdat de besturing niet meer werkte wilde de bemanning toch liever terug naar Tokio. Daar was de landingsbaan langer en er was veel meer blusmateriaal aanwezig. Men probeerde uit alle macht het vliegtuig te draaien, maar zonder succes.
Het vliegtuig bevond zich nog steeds op 10.000 voet en de passagiers hadden veel moeite met ademhalen. Met heel veel moeite lukte het uiteindelijk om de neus van het vliegtuig naar beneden te krijgen. En langzaam kwamen ze terecht op 7000 voet. Om het proces te versnellen deden ze de wielen naar beneden. Dat creëerde veel luchtweerstand en dit werkte goed. Maar een gecontroleerde landing, waarbij je alle flappen en handels nodig zou hebben, was onmogelijk. Het werd dus meer een vrije val. Een ander vliegveld had Yokota kunnen zijn. Dit is en was een Amerikaans vliegveld. Alles werd in gereedheid gebracht voor de komst van het vliegtuig. Maar het vliegtuig bleef vrijwel onbestuurbaar en de landing zou bijna onmogelijk zijn. Kennelijk kregen de passagiers dit ook mee, want later vond men tussen de wrakstukken onder meer Kyu’s zijn haastig geschreven briefje. Met dank aan het museum in Kawasaki.
Voordat men het vliegveld van Yokota kon bereiken moesten ze een berg over zien te komen. En met een vrijwel onbestuurbaar vliegtuig werd dit erg moeilijk. Met de motoren probeerden ze de koers te wijzigen. Dat lukte maar ten dele en de klap tegen de berg moet enorm zijn geweest. Achttien minuten na het ongeval zag de bemanning van een C-130 transport toestel al de wrakstukken. Het vliegtuig was vol tegen de berg Osutaka gevlogen en er was niets van over. De bemanning van de C-130 gaf de exacte positie door en in Japan werd direct een grote reddingsactie opgestart. Het geheel stond onder leiding van Yoshihisa Masuda.
Een helikopter vloog al snel boven het wrak en de bemanning zag dat geen overlevenden zichtbaar waren. Vanwege het ruige terrein was een landing voor de helikopter onmogelijk. Ook het gebrek aan nachtkijkers vertraagde de reddingactie behoorlijk. Het werd snel donker en dan zijn deze instrumenten onmisbaar. Veertien uur na de crash kwamen pas de eerste mensen aan bij het wrak. Tot hun stomme verbazing vonden ze vier mensen die de crash hadden overleefd.
Helaas stierven er 520 mensen, waaronder dus Kyu Sakamoto en Ward Wallach, een student en vriend van Kyu. Nadat alle lichamen en persoonlijke zaken waren verwijderd begon het onderzoek. Ook de vliedgtuigbouwer Boeiing was daar bij betrokken; ze vonden het niet alleen vreselijk voor de nabestaanden maar er was voor hun uiteraard ook een commercieel belang. Er vlogen nogal wat 747 toestellen en als dit een mechanisch probleem was van het toestel dan was dit niet best.
Maar om bij de plek te komen, waar het toestel lag, bleek moeilijk te zijn. En in een dergelijk geval hadden mensen uit het buitenland niet automatisch toegang tot de plek. Zo waren de regels in 1985. Daar ging de Japanse regering over en die vonden het niet een goed idee. Wel mochten ze de bandopnames horen, die in de cockpit werden gemaakt. Daarop waren de beide explosies duidelijk te horen. Vooral de luide knallen gaven de indruk dat het om een aanslag zou gaan. Maar deze theorie werd verworpen na de vondst van een groot stuk van het vliegtuig in zee. Het werd opgevist door Japanse vissers en het bleek een groot deel van het staartstuk te zijn.
Daarop waren geen sporen van explosieven te zien; ook de breuklijnen kwamen niet overeen met een explosie. Al vrij snel werd duidelijk dat er iets heel ongebruikelijks diende te zijn gebeurd. Pas vijf dagen later kreeg het team van Boeiing toestemming om naar de plek te gaan van het ongeluk. Al vrij snel vonden ze de resten van het drukschot.
Deze constructie diende er voor zorgen dat de druk in de cabine constant bleef. Dit ronde onderdeel, achter in het vliegtuig, kan uitzetten en inkrimpen. Op de tekening is het goed te zien.
Het bestond en bestaat uit een reeks elkaar overlappende platen; zoiets als de sluiter in een fototoestel. Al snel bleek dat een gedeelte van deze constructie volgens een rechte lijn was afgescheurd. Bij een bomexplosie zou dit rafelig en heel anders zijn. Het leek er veel op dat er iets met dit onderdeel verkeerd was gegaan. Uit onderzoek bleek dat het drukschot uit elkaar was gesprongen en daarbij een stuk van de staartvin was afgescheurd. Hierbij was ook het hydraulische gedeelte van de stuurvlakken verdwenen. Dus was het vliegtuig vrijwel onbestuurbaar geworden.
Na intens onderzoek, bleek dat het drukschot van dit vliegtuig een paar jaar eerder verkeerd was gerepareerd. Er waren verkeerde klinknagels gebruikt. De klinknagels pasten prima. Maar bij het aandrukken zetten ze een paar millimeter uit. En dat veroorzaakte spanning in het materiaal.
Na jaren hoger en lager vliegen, ontstonden haarscheurtje in het drukschot. Een paar minuten na vertrek van de Boeing, knalde het drukschot uit elkaar en de lamellen scheurden eerst de hydraulische leidingen stuk. Daarna vlogen ze door het dak en als messen sneden ze zo het staartstuk af. Uit een dergelijke ramp was na onderzoek altijd wat te leren. Door de verkeerde klinknagels was er spanning en later dus haarscheurtjes in het materiaal van het drukschot gekomen. Tegenwoordig is het hydraulische systeem beschermd met extra metaal om de zo belangrijke leidingen heen. Blijft uiteraard het grote verlies aan mensenlevens. Japan Airlines heeft samen met Boeiing wat compensatie betaald. Maar dit staat uiteraard nooit in verhouding met het verlies van zoveel mensen levens.
Met dank aan het museum in Kawasaki