Actie voor radio’s 45 jaar geleden

tekst: Hans Knot

Iedere 60-plusser kent ze nog wel, de diverse acties op school, waarbij vooral missieorganisaties het goede doel waren. Zowel de Christelijke als Katholieke organisaties werden daarbij op diverse manieren ondersteund. In het begin van de zestiger jaren, zo herinner ik me, werd er op de St. Ludgerdusschool aan de Tuinbouwdwarsstraat in Groningen zilverpapier verzameld voor de Mill Hill organisatie. Het was niet de bedoeling dat de massaal ingezamelde verpakkingen naar de missieposten gingen maar het werd te gelde gemaakt. Zilverpapier bestond uit een tinlegering dat werd omgesmolten om opnieuw te kunnen worden gebruikt. De opbrengst werd daarna in de missiekas gestort.

Hemelsbreed slechts 500 meter meer richting het centrum van de stad Groningen was er in de maand maart 1971 een opmerkelijke andere inzamelingsactie waar we dit keer bij stil staan. De actie werd gevoerd op het Christelijke Wessel Gansfortcollege, destijds gevestigd aan de Grote Rozenstraat 38. De actie werd ondermeer gevoerd tijdens een feest voor leerlingen, personeel en buitenstaanders, waarbij de opbrengst ten goede kwam voor het werk van een Nederlandse Kapucijnenpater in Chili, een man met de wel klinkende naam Jan Janssen.

De actie van de leerlingen en stafmedewerkers van de school was bedoeld om het werk van het radiostation, Las Voz de la Costa, gevestigd in de Chileense provincie Osorno, te ondersteunen. Een radiostation dat zich vooral richtte op minderheden – met nadruk op de Mapuche Indianen. Van alle gelden die het feest en andere acties op de school opbrachten, kon de missieorganisatie transistorradiootjes aanschaffen die onder de inwoners in Osorno werden verdeeld om groepsgewijs naar de uitzendingen van Las Vos de Costa te kunnen luisteren.

Grote Rozenstraat 38, Groningen

In het gebouw van de school, dat al jaren in gebruik is van de Pedagogische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit, was in de bibliotheek een hele week lang een tentoonstelling waarin foto’s en lectuur over Latijns Amerika, en over het werk van de paters Kapucijnen in Chili in het bijzonder, waren te zien.

Om niet al te storend te zijn voor de voortgang van de lessen was de tentoonstelling slechts 1,5 uur per dag geopend. In de lessen was er trouwens ook aandacht voor de actie, zoals in de aardrijkskundelessen. In de aula, waar ondermeer de reguliere muzieklessen plaatsvonden, was een groot deel die week ingericht als een soort van drive-inbioscoop waar documentaires vertoond werden over de eerder genoemde Mapuche-Indianen. Het meeste materiaal was trouwens afkomstig van de paters Kapucijnen, die hun klooster in Tilburg hadden.

Het was natuurlijk voor die tijd heel vreemd dat een dergelijke actie voor Katholieke paters werd georganiseerd vanuit een Protestantse school. Het was de geschiedenisleraar J. Koyck, die twee jaar later de school zou verlaten voor een baan op het Willem Lodewijk Gymnasium, die het initiatief had genomen en een werkgroep had gevormd waarin ook een aantal leerlingen werd betrokken bij de voorbereidingen en organisatie.

In een gedenkboek over de geschiedenis van de school, dat enkele jaren geleden uitkwam, zijn slechts een paar pagina’s gericht op de tijd dat het Wessel Gansfort College in de Grote Rozenstraat was gevestigd en is over deze actie dus helemaal niets terug te vinden. Namens de leerlingen zaten Tonnis van Ham, Cor von Meyenfeldt, Wim Wolff en Joop de Boer in de werkgroep.

Bij het doorspreken van diverse potentiële projecten vond men dit project het best gemotiveerd en het meest concreet. Bovendien hoopte men met dit project de aandacht te vestigen op de problematiek van de Derde Wereld. Mede in verband daarmee was ook contact opgenomen met de Interkerkelijke Vredeswerkgroep, die dergelijke acties stimuleerde. Er waren rond die tijd 650 leerlingen aan de school verbonden.

Tijdens de feestelijke vrijdag in maart 1971 waren er van twee uur in de middag tot elf uur in de avond allerlei activiteiten in het gebouw aan de Grote Rozenstraat. In diverse klaslokalen werden er competities op het gebied van allerlei spelen gehouden en in de aula was een heus rad van avontuur opgesteld waarbij allerlei leuke prijsjes konden worden verdiend. Ook was er ruimte voor informatiestandjes over de problematiek van de Derde Wereld.

Verder was er een optreden van de schoolcombo en 's avonds kwam de Hoogkerker beatgroep The Black Shadows de dansavond verzorgen. Tussen de muziek door waren er optredens van de schooltoneelgroep waarvoor ook thema's uit de Derde Wereld waren gekozen. De heer Koyck vond dat de actie niet tot de school beperkt hoefde te blijven. De deuren gingen daarom ook open voor de buurtbewoners en andere relaties van de scholieren en de school. Op die manier dacht men via kleine en grote bijdragen de nodige transistorradio’s te kunnen aanschaffen.

Voor tweeënzeventig gulden kon op die manier een twintigtal gezinnen leren lezen en schrijven, want de radio werd op een centrale plek neergezet zodat gezamenlijk kon worden geluisterd en geleerd. Door de verkoop van foto's door de fotoclub van de school en door de verkoop van drankjes tijdens het feest dachten de organisatoren vijftienhonderd tot tweeduizend gulden bij elkaar te krijgen. Ik heb slechts een lid van de werkgroep na 45 jaar kunnen traceren en wel Cor, wat niet zo moeilijk was met een afwijkende achternaam.

Hij reageerde dan ook op een e mail met: ‘Er is maar één Cor von Meijenfeldt en dat ben ik. En ik heb inderdaad op deze school gezeten en aan veel acties meegedaan.’ Maar op de vraag of hij zich nog iets herinnerde betreffende de opbrengst van deze actie stelde hij: ‘Ik zou dat echt niet meer weten. Wel dat we voor Radio La Voz de la Costa geld inzamelden (voor een pater op een protestantse school, toch wel opmerkelijk!), maar niet hoeveel geld en toestellen dit genereerde.’

De activiteiten van La Voz de la Costa begonnen dus door een actie van de pater Jan Janssen die in totaal in den lande voor vier ton bijeen schooide; geld dat werd gestoken in de bouw van radiostudio, de aanschaf van een zender en apparatuur. Ruim 20.000 mensen werden daardoor betrokken bij het volgen van radio-onderwijs. Een kleine groep onderwijzers werd in staat gesteld een hele grote groep mensen via de radio te bereiken en op allerlei gebied hun kennis te verspreiden.

Het meest verheugend van alles vond de heer Koyck destijds in 1971, dat het initiatief van een klein werkgroepje op school zo enthousiast ontvangen was. Met Cor von Meijfeldt is het ook allemaal goed gekomen gezien zijn prachtige loopbaan: ‘Na de middelbare school ben ik in Wageningen afgestudeerd in de tropische bosbouw en sinds die tijd werk ik, steeds bij een of ander onderdeel van de of een overheid, op het gebied van bos, natuur en landschap, in binnen- en buitenland.’

Het bisdom Osorno zat in de jaren vijftig van de vorige eeuw echt verlegen om priesters en het was de toenmalige eerste bisschop Fray Francisco Valdes Subercaseaux, afkomstig van de congregatie Kapucijnen, die op het idee kwam in verschillende delen van Europa priesters van zijn congregatie op te roepen te komen helpen in Chili. In 1958 kwamen de eerste Nederlandse missionarissen in het land aan en vonden hun kerken in Quilacahuín en San Juan de la Costa. Het was een gebied waar absolute armoede heerste en tevens een hoge graad van analfabetisme. Ook was er sprake van ondervoeding, kindersterfte en lage levensverwachting en grote werkloosheid.

Het vele werk en grote inspanningen van de missionarissen was vooral gericht op het bijdragen aan de sociale en culturele promotie; het overwinnen van de isolatie met de grote steden; het verbeteren van de moeilijke toegang en de lage wegendichtheid. Om deze geïsoleerde mensen in deze gebieden te doen integreren werden de Kapucijnen vooral geïnspireerd door het werk en de ervaring van Radio Sutatenza in Colombia.

Het bracht een vorm van onderwijs op afstand, waarbij de radio en dus de ether werd gebruikt. In Chili werd vervolgens de Radio Stichting School op gericht met als doel via de radio de bevolking op een hoger intelligentie niveau te kunnen brengen middels voornamelijk educatieve programma’s. La Vos de la Costa begon op 10 augustus 1968 met haar uitzendingen. Eerst werd het programma op beperkte schaal beluisterd, want in de meeste dorpen was er geen geld om een radio aan te schaffen voor gezamenlijke beluistering.

Het niet aanwezig zijn van radio’s kwam niet alleen door economische omstandigheden maar ook door gebrek aan elektriciteit. Wie geïnteresseerd was in de alfabetiseringscursussen kreeg een radio voor hun dorpsgemeenschap aangeboden en zelfs accu's om ze te kunnen laten werken.

Maar er waren dus veel te weinig radiotoestellen om het project tot een groot succes te brengen en het was daar ondermeer dat pater Jan Janssen met het initiatief kwam om in den lande en dus ook in Groningen, scholen te benaderen om voor dit doel inzamelingsacties via ondersteunende feesten te organiseren. En met succes want beetje bij beetje werd het doel van het radiostation bereikt en werd vele analfabeten de nodige kennis bijgebracht zodat ze of een vervolgstudie of een goede baan konden krijgen.

We zijn inmiddels 45 jaar verder en La Vos de la Costa bestaat nog steeds en staat nog altijd voor hetzelfde doel maar daar is zeker ook in de loop van de afgelopen decennia de strijd voor gerechtigheid en het leven in een zo goed mogelijke democratische omgeving bijgekomen. En het idee van het radiostation van destijds heeft zich ook verspreid over allerlei andere Latijns-Amerikaanse landen, waar ook dergelijke stations zijn opgericht. Daar kunnen ook de oud leerlingen van de Wessel Gansfort College in Groningen trots op zijn. Via internet is het radiostation trouwens te beluisteren:
https://www.radiovozdelacosta.cl

Gebruikte apparatuur uit de begintijd van Radio Voz de la Costa