(door Hans Knot)
Iedere stad in Nederland zal wel van die prachtige historische gebouwen hebben waarvan soms de toekomst niet langer zeker is. Dit speelde in Groningen begin zeventiger jaren van de vorige eeuw toen de Harmonie, gevestigd aan de Oud Kijk in ’t Jatstraat, steeds minder belangstelling kreeg van mensen die normaal in het complex aan allerlei activiteiten meededen. Op 1 februari 1971 kwam daarbij ook nog eens de mededeling dat de N.V. Verenigde Nederlandse Brouwerijen Breda-Oranjeboom te Rotterdam had besloten de exploitatie van de oude Harmonie per 1 juli van dat jaar te beëindigen. Het gemeentebestuur was daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Destijds lag wethouder Hendriks, verantwoordelijk voor ondermeer cultuur, in het ziekenhuis voor herstel na een breukoperatie. Maar hij wilde toch commentaar geven betreffende de berichtgeving van de brouwerij: “Er wordt nog met de brouwerij onderhandeld over een oplossing van het probleem. Pas als het resultaat daarvan bekend
is, zal over de huisvesting van het NFO worden beslist". De vraag was natuurlijk of de opmerking van de wethouder een zoethoudertje was.
Dan was de verklaring van de woordvoerder van de brouwerij, Ouwerkerk, tegenstrijdig
Men heeft vanuit de brouwonderneming destijds gevraagd om verliesgaranties, maar daar voelden men bij de gemeente Groningen niet veel voor. Wethou
Op die brief is, volgens de brouwerij nooit enige reactie ontvangen. ‘Breda-Oranjeboom was destijds aan de exploitatie van het vervallen Harmoniecomplex begonnen, nadat haar van de kant van het gemeentebestuur van Groningen de toezegging was gedaan, dat ze de leverantierechten zou krijgen van het nieuwe cultuurcentrum in aanbouw, de Oosterpoort. Met dat vooruitzicht was men bereid de exploitatieverliezen binnen het Harmoniecomplex te accepteren. Men wist toen echter niet beter, of dat het nieuwe cultuurcentrum er eind 1970 zou staan.
In de lente van 1971 bleek dat men nog minstens drie jaar moest wachten tot het complex zou worden geopend wat het wachten niet waard was. Het zeven man tellende vaste personeel van de Harmonie was al van het besluit op de hoogte gesteld. In de brief aan het personeel werd gezegd, dat met ontslag rekening diende te worden gehouden. Ondertussen gingen nog wel enige tijd de voorstellingen van kinderen van diverse openbare scholen tijdens de jaarlijkse schoolavond in de Harmonie door.
Het Harmoniecomplex was trouwens al eigendom van de Rijks Universiteit Groningen, waarbij er gedeeltelijke afbraakplannen waren. Het zou echter nog jaren duren voordat er echt werd gebouwd. De afdeling Orthopedagogiek heeft nog enkele jaren gebruikt gemaakt van een Jarino-gebouw dat stond opgesteld achter het Harmoniecomplex. Hier werden door de afdeling Praktijk kinderen getest.
Het was allemaal bij lange na niet optimaal te noemen. Het soort gebouw was een aaneensluiting van segmenten die normaal bij grote bouwketen werden gebruikt. Bovendien was er, na afbraak van diverse oude woningen aan De Laan wel ruimte gekomen voor deze noodgebouwen maar was geen rekening gehouden met een normale bestrating. Ook was er totaal niet gedacht aan parkeermogelijkheden. Zo kon het, bij slecht weer, gebeuren dat men meer door de plassen en in de modder liep dan op het noodstraatje.
Nadat besloten was tot nieuwbouw achter het bestaande deel van het Harmoniecomplex werd voor de activiteiten van het Instituut voor Orthopedagogiek andere ruimte gezocht. De afdeling Praktijk kreeg tijdelijk onderdak in een gebouwencomplex in de noordelijke wijk Paddenpoel.
Ondertussen verdween ook Oranjeboom bier en Bredabier van het Nederlands Brouwers-toneel om vervangen te worden door Skol International. Vreemd genoeg kwam ik, op huwelijksreis in 1999, samen met mijn vrouw Jana, Bredabier weer tegen. Het recept en de licentie bleek te zijn doorverkocht aan een lokale brouwerij op het eiland Guernsey, onderdeel van de Channel Islands.