Brandpunt over ‘illegale’ radio (1963)

Veronicaschip 1962, collectie OEM

tekst: Hans Knot

Ik neem je mee naar oktober 1963 toen ook in Nederland de regering bestond uit mannen in voornamelijk zwarte pakken die zeer conservatief leken en alleen politiek commentaar wensten te geven als het henzelf ten goede kwam. Zo kon het gebeuren dat een van de omroepen, de KRO, via het televisieprogramma Brandpunt commentaar wenste te krijgen van de ministers Scholtens en Van Aartsen op de vraag waarom er nog steeds geen actie werd ondernomen tegen de ‘illegale’ radio uitzendingen verricht door Radio Veronica. Natuurlijk leefden we in een totaal andere tijd. Het was geen kwestie even met een mobiele camera het Binnenhof oplopen en de minister tegemoet lopen en hem/haar vervolgens een microfoon onder de neus te duwen en de vraag te stellen.

Nee, vooraf een gepland interview dienden altijd de vragen te worden voorgelegd aan een van de hogere ambtenaren binnen het betreffende ministerie, waarna er al dan niet positief zou worden gereageerd. Uiteraard werden er wel regelmatige persconferenties verzorgd vanuit de regeringsburelen maar ook op die bijeenkomsten kon het een stijf en star gebeuren zijn.

In ieder geval bleek dus op 20 oktober 1963 dat beide voornoemde ministers weigerden voor de camera van het programma Brandpunt te verschijnen. De redactie van het programma had beide ministers uitgenodigd om in de studio te Hilversum te verschijnen in het televisieprogramma van deze actualiteitenrubriek. Ze lieten simpelweg weten dat ze in het toenmalige stadium er helemaal geen nut inzagen waarom er commentaar geleverd diende te worden inzake de uitzendingen van Radio Veronica.

Bij de Katholieke omroep dacht men er blijkbaar anders over. Men liet in Brandpunt een gefilmde reportage zien met het op de Noordzee ronddobberende Veronica zendschip. Vreemd genoeg werd bekend dat de opnamen waren gemaakt door de VPRO regisseur Almar Tjepkema. Tevens verscheen er een Deense minister in beeld, die in Genève was geïnterviewd en naar zijn mening werd gevraagd. Deze antwoordde: “Het is in strijd met het verdrag over de rechten van de mens en met de Conventie van Genève.” Aangenomen wordt dat deze bedoelde dat de uitzendingen niet getolereerd mochten worden.

De redactie voegde daar in Brandpunt aan toe het onredelijk te vinden dat een eenvoudige arbeider uit Twente, die een illegaal zendertje gebruikte, door de rechter werd veroordeeld terwijl tezelfdertijd Veronica met rust werd gelaten en kon doorgaan met haar uitzendingen. Directe aanleiding voor de reportage was dat het vanaf dat moment klaarblijkelijk ook mogelijk werd vanaf een kunstmatig platform voor de kust commerciële televisie uitzendingen te kunnen gaan verzorgen.

Daarmee werd gedoeld op de in de pers verschenen berichten om in de toenmalige toekomst te komen tot een dergelijk project, die de geschiedenis is ingegaan als RTV Noordzee in 1964, een onderneming waarbij voornoemde Tjepkema ook werd betrokken. De redactie van Brandpunt liet een specialist aan het woord die duidelijk maakte dat het met voornoemde plannen wel niet zo’n vaart zou nemen want het opstarten en uitvoeren in deze zouden veel te hoge kosten met zich meebrengen.

De reportage eindigde destijds met de redactionele opmerking dat het opzetten van een dergelijk project mogelijk was: “Het kan men zou zelfs een keten van speelhallen en verboden gelegenheden buiten territoriale wateren kunnen aanleggen zonder dat juridisch kan worden ingegrepen.”

De toenmalige VVD gedelegeerde in de Tweede Kamer, mevrouw Van Someren-Downer, was wel bereid over dit alles haar mening te geven. Ze bleek de hele situatie dan wel niet toe te juichen, maar het toch te tolereren en wel omdat er in Nederland op dat moment nog geen meerderheid was gevonden om commerciële uitzendingen toe te staan. En zo bleek nog minstens een decennialang dat de VVD inzake dit onderwerp op een andere wijze reageerde dan de andere toenmalige partijen in de Tweede Kamer.