Column van Hans Knot

tekst: Hans Knot

Een aantal weken geleden, toen ik op donderdag 31 augustus deze nostalgische column aan het voorbereiden was, stonden de diverse persoonlijke facebookpagina's als ook die van internetradiostations vol met herinneringen aan dezelfde datum, maar dan in 1974 alweer meer dan 49 jaar geleden. Het is natuurlijk wonderbaarlijk fijn te zien dat na zovele jaren de radioliefhebbers zich nog steeds gekrenkt voelen door de maatregelen, destijds genomen door de toenmalige regering en leden van het Parlement.

Het betrof de invoering van een aantal wijzigingen in een bestaande wet waardoor het officieel onmogelijk werd gemaakt vanuit ons land mee te werken aan de activiteiten van een zeezender. Bovendien werd adverteren en bevoorraden van een zendschip ook gezien als overtreding van de wet, in de volksmond de geschiedenis ingegaan als de anti-zeezender wetgeving.

Bij het doorlopen van de diverse pagina’s viel het op dat vooral werd stilgestaan bij het verdwijnen destijds van Radio Veronica en in mindere mate bij het verlies van RNI. Meer dan honderd herinneringen kwamen binnen een half uur voorbij, al scrollend door het aanbod van radiovrienden. Daarbij enkele personen die ook aandacht hadden voor het op tijd vertrekken van het zendschip de Mi Amigo van de internationale wateren voor de Nederlandse kust naar die voor de oostkust van Engeland en wel in de Theemsmonding.

Vanaf de Mi Amigo werden in die tijd zowel de uitzendingen van Radio Mi Amigo, alleen via bandprogramma’s, en die van Radio Caroline verzorgd. Dat op 31 augustus 1974 ook bijvoorbeeld een einde kwam aan de programma’s van Radio Atlantis, waarvan vooral de internationale service voor mij klonk als een klok, was in de herinneringen van de Facebook radiovrienden totaal niet aan bod gekomen. Ikzelf heb die dag geen specifieke terugblik naar die bewuste zaterdag eind augustus 1974 gedaan, maar ben op zoek gegaan naar de begindagen van de zeezenders, verankerd in internationale wateren voor de Nederlandse kust.

Zo kwam ik terecht bij een bewaard krantenknipsel van 31 augustus 1960, het jaar waarin Radio Veronica was begonnen met uitzendingen en in een deel van West Nederland kon worden ontvangen. De komst van het station liep ongeveer samen met de opmars in ons land aangaande verkoop, en dus de populariteit van transistorradio's. Want de verkoop van de draagbare radio had in Nederland een zeer grote vlucht genomen. Dit kwam mede doordat de radiotoestellen aanzienlijk kleiner waren geworden en goedkoper in aanschaf, daar gebruik werd gemaakt van transistors.

In de zomermaanden van 1960, zo bleek uit het persbericht, lag de verkoop van portable radio’s zelfs hoger dan die van de zogenaamde huistoestellen. Bovendien werd de verkoop vooral gunstig beïnvloed door het feit dat bij aanschaf van een tweede radio het gezinshoofd geen financiële bijdrage diende te betalen voor de distributie van radiosignalen, iets dat later ‘kijk- en luisterbijdrage’ werd genoemd.

Bovendien, zo stelde men, werd de aanschaf ook gestimuleerd doordat menig transistor radio ook ingezet kon worden als versterker van een in huis aanwezige draaitafel. Sommige jongeren gingen zo ver dat zowel de transistor radio als de draaitafel mee naar buiten werd genomen om nog meer luisterplezier te hebben in het park of aan het strand. De prijzen van de diverse leverbare transistor radio’s, die in allerlei vormen en afmetingen waren aan te schaffen, lagen destijds tussen de 80 en 300 gulden. Een woordvoerder van de Nederlandse Vereniging van Radio Detailhandelaren werden destijds de meeste transistorradio’s verkocht in de sector tussen 125 en 200 gulden, voor die tijd een best hoog bedrag.

Het was soms heel verrassend als er een fietser passeerde die aan het stuur, via een leren riem, een dergelijke transistorradio met zich mee had, die ook nog eens afgestemd stond op een vrolijk klinkend radiostation, voornamelijk op de 192 meter van Radio Veronica. Het was al meer dan veertig jaar geleden dat de eerste radiotoestellen in ons land werden geïntroduceerd en menigeen had zich laten verleiden tot het lang gaan sparen voor de aanschaf van een ontvangtoestel voor gebruik in huis en/of bedrijf.

Alle toestellen dienden in de Tweede Wereldoorlog te worden ingeleverd, in opdracht van de Duitse bezetter. Gelukkig voldeed niet iedereen aan de eis maar wist met het toestel op slimme wijze een verstopplek te geven. Na mei 1945 kwam de verkoop van de toestellen weer langzaam op gang, maar in 1960 was het hebben van een radiotoestel in Nederland gemeengoed geworden. Cijfers uit die tijd geven aan dat in ons land reeds ruim 2.300.000 toestellen waren verkocht.

En wat betreft 31 augustus 1960 was er een medewerker van dagblad Het Parool enkele stranden langs gegaan om zich op de hoogte te stellen van de aanwezigheid van mensen die een transistor radio bij zich hadden. Het werd niet duidelijk gemaakt wat de weerconditie die dag was, noch werd er gemeld hoeveel mensen op de stranden zich aan het vermaken waren. Aangaande het strand van Scheveningen meldde hij dat hij twee mensen, voorzien van een transistorradio, had geteld die het apparaat op zachte toon aan hadden staan. Dit was gelijk de regelgeving die door de gemeenteraad van de badplaats was ingesteld. Tenslotte wees hij op de aanwezigheid van een verrekijker, waarmee je voor 20 cent het zendschip van Radio Veronica op afstand kon worden bekeken.

Kommentare sind deaktiviert.