tekst: Hans Knot
Op 2 april 1970 werd in de Martinihal in Groningen, die kort daarvoor als nieuw uitgaanscentrum in gebruik was genomen, een voorstelling gegeven van de later alom bekende musical Hair. Het was daarmee de 100ste voorstelling die van deze musical in Nederland was opgevoerd.
Er was veel publiek op afgekomen in diverse leeftijdscategorieën en na afloop was er bij het afhalen van de jassen zo het een en ander aan commentaar te beluisteren. Een journalist van het Nieuwsblad van het Noorden wist daar de volgende dag over te melden dat vooral de oudere bezoekers nogal veel commentaar hadden en sommigen niet wisten om te gaan met de al dan niet al te obscene stukken in de musical, die ze gezien hadden.
Maar hij had ook een kijkje genomen in het restaurant na afloop en meldde: ‘Daar zaten spelers, musici en technici bij een karbonade, puree en boontjes bij te komen van de honderdste voorstelling in ons land en tevens de eerste opvoering buiten Amsterdam. Bovendien om bij te komen en na te praten over de voorstelling, die naar zij dachten, een succes was geweest, wat betreft het enthousiasme van het talrijke publiek (2600 man) en de geslaagde technische afwerking.’
De vraag rees natuurlijk hoe het werken was in de nieuwe Martinihal en het bleek dat de producer en spelers het goed naar hun zin hadden gehad en dat het zelfs mogelijk zou zijn dat de cast over een aantal weken of maanden zou terug komen daar men vooral verbaasd was over het enthousiasme dat het Groninger publiek ten toon stelde en de grote belangstelling die voor de musical Hair bleek te zijn.
Maar of het publiek tevreden was kon niet zo gesteld worden want een klein onderzoek onder de aanwezige Groningers wees uit dat men niet zo blij was met de gekozen locatie. Zo stonden de stoelen in rijen op dezelfde hoogte achterelkaar. De journalist meldde dat diverse mensen, die op dezelfde hoogte hadden gezeten, met moeite of helemaal niet over de voorbuurman/vrouw hadden gekeken naar het spektakel maar zeker met nekspierpijn naar huis zouden zijn gegaan.
Het was trouwens een reactie op de eerste van vier voorstellingen die er in drie dagen in de Martinihal werden gegeven, want in de nacht van 5 op 6 april 1970 was er een speciale opvoering van het spektakel dat het hippiedom bewierookte. In een van de scènes was trouwens een van de spelers ernstig geblesseerd geraakt aan zijn enkel maar desondanks werd hij in de nachtelijke uren gespot in het Groninger nachtleven, vergezeld door velen van zijn medespelers. Ook logisch want dat was natuurlijk een veel betere vorm van vertier dan slapen op een stretcher in een betonnen zaal in de kelder van de Martinihal; een goedkope productie diende het dus wel te blijven.
Die nachtvoorstelling was trouwens op het laatste moment ingelast. Voor de drie geplande avondvoorstellingen waren 7800 kaarten beschikbaar die binnen 24 uur waren uitverkocht. Terwijl de bezoekers van de avondvoorstelling al dansend hun jassen – na het innemen van de nodige versnaperingen – dansend de Martinihal verlieten, kwamen de eerste nachtbrakers al binnen om dezelfde garderobedames te overvallen met massa’s aan jassen. In het publiek was trouwens menigeen die zich in stijl van Hair had gekleed en het liefst zo snel mogelijk de zonnestralen de Martinihal wilde laten binnenkomen.