De invloed van de transistorradio

tekst: Hans Knot

In gedachten stel ik mij een gemiddeld gezin in het midden van de jaren vijftig van de vorige eeuw voor. Slechts weinigen waren in het bezit van een televisietoestel. Toch was er vaak sprake van een gezamenlijke vorm van het doorbrengen van bijvoorbeeld de zaterdagavond. Vroegtijdig de gordijnen dicht, de grote schemerlamp boven de kamertafel aan en het mooie wollen tafelkleed voor die avond toegedekt met tafelplastic, dat per strekkende meter te koop was. Zo werden onnodige vlekken voorkomen. Vader, die uit de krantenmand een oude krant haalde en deze over het plastic legde en moeder die de gebrande pinda’s, nog steeds in de doppen, spreidde over de kranten. Ranja of prikkellimonade voor de kinderen en voor de ouders een koffie of thee. Iedereen om de tafel en het radiotoestel in de eikenhoutenkast werd aangedaan. Een heerlijke buizenradio die langzaam op gang kwam maar daarna een warme klank voortbracht. Of het een muzikale causerie, een boekbespreking of een filmrubriek was, er werd gezamenlijk naar geluisterd en gediscussieerd. Aansluitend werd er een spelletje gespeeld waarmee pinda’s konden worden gewonnen en vervolgens gedopt en verorberd. Een warmere gezamenlijke gezinsavond was bijna niet te bedenken. Maar er kwamen andere tijden aan.

Ik neem je verder mee terug in de tijd en wel naar het jaar 1947 naar het Amerikaanse New Jersey, alwaar de laboratoria van Bell Telephone Company waren gevestigd. Al jaren was een drietal wetenschappers daar bezig met het zoeken naar een alternatief voor het gebruik van vacuümbuizen om een variatie aan elektronische apparaten te kunnen besturen. Om te komen tot een alternatief maakten ze gebruik van tal van stoffen zoals onder meer silicium en germanium. Op 16 december 1947 kwam de grote doorbraak toen het Walter Brattain en John Bardeen lukte elektrische stroom door gouddraden te sturen op een plastic driehoek, die ze boven een germaniumkristal hielden. Ze merkten dat hierdoor de kracht van het kristal bijna 100 keer zo sterk was gemaakt. Het zou niet lang duren voordat de heren naar buiten traden, want op 23 december van dat jaar gaven ze een openbare demonstratie, die algemeen gezien wordt als de geboortedag van wat later de geschiedenis inging als ‘de transistor’.

Vervolgens was er een derde wetenschapper - William Sockley - collega van voornoemde twee, die een paar weken later nog een experiment uitvoerde door drie lagen van germanium op elkaar te leggen, waardoor de transistor nog veel efficiënter werd. Vele decennia later stelde Professor Patrick Dewilde dat de uitvinding van de transistor eigenlijk de eerste grote stap was naar de digitale revolutie op veler gebied.

Op een bepaald moment werd beslist silicium als scheikundig element in te zetten voor het maken van de transistors. Niet alleen was het goedkoper dan germanium maar het werkte ook nog eens beter bij hogere temperaturen. Bovendien was het niet zo moeilijk te krijgen daar het silicium uit zand kon worden gehaald. In 1956 kregen John Bardeen, Walter Brattain en Wiliam Shockley gezamenlijk de Nobelprijs voor hun uitvinding van de transistor.

Toen er geen buizen meer in zaten, werd de radio stukken lichter....

De transistor diende in de beginjaren vooral als geluidsversterker. In 1952 werden de eerste transistors gebruikt in gehoorapparaten en daarna in radiotoestellen. Transistorradio’s waren meteen veel kleiner dan de zogenaamde buizenradio. Bovendien waren ze goedkoper in productie en gingen veel langer mee. Maar pas in 1954 kwam de eerste transistorradio op de markt. Het betrof de Regency en was de eerste pocketradio met maar liefst vier transistoren. Het apparaat werkte op batterijen en kon dus gemakkelijk overal mee naar toe worden genomen. Het werd in de kerstperiode in de markt gezet om vooral veel gekocht te worden voor een prijs die voor die tijd erg hoog lag: 49.95 dollars.

De draagbare radio had haar intrede gedaan, maar was het aanschaffen van een transistorradio nog een kostbare zaak en bovendien was de ontwikkeling nog in de experimentele fase en de geluidskwaliteit nog matig te noemen. Maar de opkomst in vele landen van onder meer de rock and roll muziek betekende dat de jeugd graag hun eigen toestel wenste. Japan volgde in augustus 1955 met de TR-55, een product van Tokyo Tsushin Kogyo Ltd, dat later de naam Sony kreeg.

Maar de aanschaf kon bij lange na niet iedereen zich veroorloven. Zoals gesteld was de aanschafprijs behoorlijk hoog en je had er ook batterijen voor nodig om de energievoorziening op gang te houden, wat zeker ook niet goedkoop in aanschaf was. Achter het huis, in het park, op het strand, waar je ook heen wenste te gaan, de draagbare radio was je vriend. Vooral toen eind jaren vijftig, begin jaren zestig de transistorradio’s ruimschoots voor handen kwamen werd dit nieuwe radiotoestel enorm populair.

Artiesten werden ingezet te promotie. Zo was het Cliff Richard die in 1961 de Coronet Pocket transistor radio aanraadde met de woorden: ‘It’s a honey for the money’. Hetzelfde jaar werd er een bijlage bij Wireless Electrical Trader gevoegd met een overzicht van de reeds beschikbare transistorradio’s, dat inmiddels 160 verschillende exemplaren opleverde.

De Veronica transistorradio

In de hoogtijdagen van de zeezenders was het op de stranden een feest van herkenning omdat voornamelijk de transistorradio’s waren afgestemd op Caroline, Veronica en later RNI. Je kocht ze en waren dus getrimd op de frequentie van je favoriete radio station. Zo was er de Veronicatransistorradio, afgestemd op de 1562 kc, die werkte met gebruik van 9 volt batterijen en te koop was voor de redelijke lage prijs van fl. 14.95. Het winnen van populariteit van de transistorradio betekende op een bepaald moment ook een verhoogde productie, waardoor de toestellen betaalbaarder werden en ook de toenmalige jeugd een eigen transistorradio kon aanschaffen.

Denk er maar eens over na wanneer de eerste transistorradio in je bezit kwam en wat een blijdschap dit eenvoudige apparaat in jouw jeugd kon brengen. Bij ons thuis stond een buizenradiotoestel in de woonkamer, terwijl er draadomroep was in de kapsalon, die ook gevestigd was in hetzelfde pand als het woonhuis. In de eerste helft van de jaren zestig van de vorige eeuw kwam daarbij de eerste transistorradio, die oudste broer Jelle als beheerder kreeg. Hij was aangeschaft via een actie van een zeeppoeder merk, waardoor je na het sparen van de nodige bonnetjes een fikse korting kon krijgen bij de aanschaf van het toestel, een Sharp. Lichtblauw van kleur met een grote draaischijf aan de voorkant. Hiermee kon je van frequentie veranderen en het toestel had ook twee simpele knopjes aan de rechterzijde. De eerste als een soort van aan/uit knop en de tweede om het volume te regelen. Het toestel had geen schaalaflezing, dat wil zeggen dat de namen van de stations niet op de afstemschijf stonden vermeld.

Jelle luisterde op zijn slaapkamer, wat ook mijn slaapkamer was, in de avonduren wel naar Radio Luxembourg en AFN en overdag waren de zeezenders populair. Vooral toen Radio London het daglicht had gezien werd de 266 meter zeer populair bij het beluisteren. Er werden streepjes gezet in diverse kleuren op de plek waar normaal de naam van een station zou staan. De 299 meter werd ingenomen door Radio City en ik herinner mij als de dag van vandaag dat daarvoor een zwart streepje was geplaatst zodat ‘The Tower of Power’ in de middag snel kon worden gevonden na terugkomst van school.

De reden was het beluisteren van ‘The Five by Four Show’, waarin telkens een Beatles en Stones plaat werd gedraaid. Het was de tijd waarin het radio beluisteren vooral een feest was geworden aangezien er steeds meer leuke muziek op de markt kwam. Het was bij wijze van spreken een kwestie van wachten totdat de nieuwe songs van je favoriete artiest(en) voor het eerst via je transistorradio waren te horen.

De invloed van de transistorradio was gigantisch. Opeens, zodra een jongeling er een in bezit had, werd er veel minder met andere leden van het gezin gedaan. Er volgde een soort van afzondering, zodat er naar het eigen favoriete programma dan wel station kon worden geluisterd. En die stations waren er inmiddels genoeg die veel meer voldeden aan de wensen dan de programma’s uit Hilversum. Veronica, Luxembourg en AFN namen daarbij het voortouw.

Elk van de 70 plussers heeft wel zijn eigen verhaal over het luisteren via de transistorradio. Vaak komt dan naar voren dat er ook met de oordopjes op en de transistorradio onder de kussen in bed werd geluisterd als met geacht werd in dromenland te verkeren.

Via een aantal stations waren het niet alleen de klanken van de populaire muziek maar ook die van de enorme diversiteit aan commercials. Reclamespots niet alleen gericht op de moeder in het gezin, die immers het merendeel van de boodschappen kocht, maar vooral ook spots om het koopgedrag van de jeugd van toen te beïnvloeden. Immers financieel kreeg men het in de jaren zestig van de vorige eeuw veel beter en kon er meer en meer worden aangeschaft.

transistorradio, 1964

Uiteraard een aantal voorbeelden. Luisterend naar de Nederlandstalige service van Luxembourg via je transistorradio werd je ook aangespoord lid te worden van de vriendenclub waarbij je met regelmaat het ‘Magazine van Radio Luxemburg’ ontving. Vol met nieuwtjes over het station alsook de programmering. Mijn magazines liggen al decennia in de kelders van Beeld en Geluid. Een bezoek aan Luxemburg voor een programma van de VPRO ‘OVT’ met Gerard Leenders in het begin van deze eeuw leerde dat aan archivering weinig tot niets bij de organisatie zelf was gedaan. En wat de denken van het gedrukte exemplaar van de Veronica Top 40, dat bij je favoriete platenhandelaar was te halen. In spotjes werd je opgeroepen ook zo’n té gek T-shirt te kopen, met daarop naam en logo van je favoriete station.

Maar er waren ook tal van bedrijven en uitgeverijen die via de commerciële stations aandacht trokken. Hele lijsten met commercials zijn in mijn archief beschikbaar maar het noemen van slechts een aantal is voldoende om tot verder na te denken over te gaan: Muziek Express, Muziek Parade, PopTelescoop, Shellina Prenix, Kodak camera’s, Stimorel, Puch brommers, de BP Actie bij de pomp met Herman Emmink, de diverse sigaretten merken, verzorging artikelen en meer.

Opmerkelijk in 1971 was de aandacht van de jeugd te trekken door het in de markt zetten van een totaal nieuw concept in Nederland. Het allereerste restaurant van de hamburgergigant McDonalds was in de Zaanstreek en het deejayteam van Radio Noordzee werd uitgenodigd voor de opening wat weer aandacht opleverde via de 220 meter. Beter kon het niet. Maar ook de komst van de diverse oranje bals, drive in shows en optredens in het land werden heftig gepromoot. Ach er schieten zo veel dingen te binnen waarover je voorheen niet nadacht. Speciale middelen werden gepromoot om jeugdpuistjes tegen te gaan maar ook het kopen van de bladen vol met posters, waardoor je de slaapkamer kon gaan vullen met je favoriete artiest(en).

De populariteit van de transistorradio liep door tot rond 1987, toen meer en meer de walkman terrein won ten opzichte van de ‘pocketradio’. Voordeel van een combi apparaat was dat je er een cassette met je eigen favoriete muziek mee kon beluisteren terwijl je ook naar een favoriet station kon luisteren en het apparaat gewoon in je binnenzak kon worden gestopt. Terugblikkend is het mogen hebben van een transistorradio een grote vreugde geweest en ik koester de exemplaren, die ik heb behouden en die een mooie plek hebben gekregen in de leeskamer, in de nabijheid van twee oude buizenradiotoestellen.

In de loop van de afgelopen decennia heb ik een 1700-tal liedjes verzameld, waarin de radio wordt bezongen. Daarbij komt ook de transistorradio zeker voorbij, al dan niet vergelijkend met de liefde voor een speciale vrouw.

Bronnen:
‘Walking down the street with your transistor radio’ door Chris Edwards in OEM nr. 103 December 1995.
‘De eerste transistor radio’ door Hans Knot in 100 Jaar radio, SMC Groningen, 2020
https://en.wikipedia.org/wiki/History_of_the_transistor
www.npokennis.nl
www.polytechforum
www.freewavenostalgie.nl