De Lagere School, toen bijna alles nog heel anders was
Daniëls,Wim
Amsterdam, Prometheus, 2017
ISBN 97890 446 3450 1
243 pagina’s, geïllustreerd
Zo eens per jaar brengt een fietstochtje ons naar mijn oude Lagere School gelegen aan de Tuinbouwdwarsstraat in Groningen. Het is dan of je automatisch teruggetrokken wordt in de tijd, hoewel het al meer dan 56 jaar geleden is dat ik voor het laatst de klaslokalen van de Ludgerdusschool als leerling betrad. Steevast komen er dan allerlei herinneringen naar boven aan die toch prachtige tijden dat je kennis maakte met veel leerlingen en onderwijzend personeel terwijl van kennismaken zes jaren lang sprake was. Het zijn zowel allerlei dingen die je leerde tijdens de lagere school tijd, die naar boven komen, terwijl ook de incidenten van destijds niet zijn vergeten.
Al langer was mij bekend dat ik zeker niet de enige ben met een groot verlangen naar de herinneringen uit de jeugd. Wim Daniëls, onder meer bekend van het samenstellen van diverse Van Dale woordenboeken, is de auteur van een prachtig boekwerk waarbij hij in de geschiedenis van de Lagere School is gedoken en daarbij in hoofdstukken onderwerpen aanhaalt die typerend zijn voor hen die deze vorm van onderwijs hebben gevolgd. Zo wordt aangehaald dat wanneer je na een bepaalde datum, te weten 1 oktober, was geboren je toch dat volgende schooljaar maar even op de kleuterschool diende te blijven waardoor je een zogenaamde late leerling werd. Met uiteraard alle gevolgen van dien.
De auteur komt in het boek niet alleen met een goede uitleg van diverse onderwerpen en zijn eigen ervaringen en herinneringen uit de tijd dat hij naar de Lagere School in Aarle Rixtel ging, maar laat ook veel anderen aan het woord. Via onder meer zijn Facebook pagina is hij aan diverse reacties gekomen, die in ‘De Lagere School’ zijn verwerkt.
Uiteraard was de Lagere School er een van grote klassen, voor de meer ouderen zelfs een tijd dat op de zaterdag nog enige lesuren dienden te worden gevolgd. In het boek zijn opvallend veel reacties te lezen van oud-leerlingen die het katholieke onderwijs, al dan niet met nonnen, hebben gevolgd. Dan komt het automatisch terecht op het onderwerp of ze al dan niet gescheiden onderwijs van elkaar hebben genoten. Op het schoolplein gelegen bij de Ludgerdusschool was een grote witte streep geverfd en oh wee als je over de streep ging tijdens het speelkwartier. Reden was dat het andere deel van het plein bestemd was voor de meisjes, die in dat deel van het gebouw op de Mariaschool zaten. Zij hadden het voorrecht enkele minuten eerder van school vrij te zijn, zodat ze niet zouden oplopen met de jongens.
Allerlei leuke en minder leuke facetten van het lagere onderwijs worden belicht van de regelmatige rapporten, inclusief ‘Gedrag’, ‘Vlijt’ en ‘Netheid’, via het niet links mogen schrijven waardoor vele leeftijdsgenoten nog immer met de frustratie zitten van een slecht handschrift te hebben. Ik rook in gedachten alweer – bij het lezen – het wekelijkse bijvullen van de inktpotjes, waarvan elke bank op onze school er een had, waarbij je een schuif op het einde van de lessen over het potje kon doen. Moeders was regelmatig van oude lapjes voor al haar kinderen een nieuwe inktlap aan het maken, want er werd wat afgeknoeid. Zelf ben ik een keer, in de zesde klas, hard afgestraft door de betreffende onderwijzer omdat ik in een inktpotje blies. Het toeval wilde dat ik, wegens mijn slechte ogen, op de voorste bank in de middelste rij zat. Juist ja, precies tegen de werktafel van de onderwijzer.
Uiteraard wordt ook het probleem van de kinderen, die niet mee konden komen, behandeld als ook het in sommige gevallen bewust voortrekken van de rijkelui's kinderen. De auteur brengt ook de nodige informatie over hoe onderwijssystemen in de loop van de vorige eeuw zijn geïntroduceerd. Zoals bijvoorbeeld het LOM-Onderwijs dat al tijdens de Tweede Wereldoorlog op zeer kleine schaal in Amsterdam door Wilhelmina Bladergroen werd geïntroduceerd, maar toen die naam nog niet droeg. Het enige minpuntje dat ik in het zeer goed te lezen boek heb gevonden is dat de auteur de hedendaagse naam voor behandeling voor kinderen met achterstand of ontwikkelingsstoornissen ‘orthopedie’ noemt in plaats van ‘Orthopedagogiek’. In de volgende druk zal deze fout zijn aangepast.
Natuurlijk wordt er ook aandacht besteed aan het geestelijk leven, het eventuele kerkbezoek en het ontvangen van de Eerste Communie – ja nog op de tong door meneer pastoor – en de Heilige Communie. Je ziet je dan zelf opeens in je eerste blazer de kerk met gevouwen handen binnenlopen. Alle aandacht was er voor jou en de andere klasgenoten. In het boek worden ook de vormen van straf, die in die tijd waren toegestaan, genoemd evenals dat de schoolarts en de schooltandarts worden beschreven. Zeker weten dat er genoeg lezers van deze recensie bij het terugdenken aan deze twee onderwerpen een niet al te beste herinnering krijgen. Ik raad U allen aan dit prachtige boekwerk aan te schaffen, het is een tocht naar een verleden die meer dan de moeite waard is en bovendien is het ook rijkelijk geïllustreerd met foto’s uit die tijd.
tekst: Hans Knot