De Muziek Expres Buscotique

tekst: Hans Knot

Het woord ‘boetiek’ werd veelvuldig in de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw op winkelpuien in Nederland geplaatst. De mode voor de toenmalige jeugd was zo verschillend en variabel dat vele ondernemers daar graag een graantje van wensten mee te pikken. De populariteit van Carnaby, Pop Art en veel meer was overgeslagen naar Nederland. Ook in de diverse popbladen waren, naast de vele posters van de toen populaire artiesten, steeds meer modegerichte plaatjes te zien.

(klik om te vergroten)

En dat bracht de eigenaren van de firma INMODE uit Haarlem in 1968 op het idee een viertal voormalige ‘Caroline medewerkers’ te gaan inhuren. Tenminste dat las ik terug in een brief die ik begin deze eeuw vond in het nalatenschap van Carl Mitchell, dat aan ons archief werd overgedragen. De brief was geschreven door P.D. Warren, een in Nederland wonende Engelsman. Hij runde het bedrijf tezamen met zijn landgenoot A. Maclagen aan de Bos en Vaartstraat 16 in Haarlem. De brief was aan Carl Mitchell gestuurd via een andere ex Caroline-deejay, namelijk Ross Brown in Londen met als datering 9 april 1968. Het bleek een bevestiging van een telefoongesprek, dat de afzender met Mitchell eerder die dag had gevoerd.

De twee belangrijkste punten in de brief waren:
- Je hebt contact met in totaal vier ex-Caroline disc-jockeys die bereid zijn naar Nederland te reizen en aan het busproject te werken zoals beschreven op het ingesloten informatieblad.
- Alle disc-jockeys hebben een geldig rijbewijs voor voertuigen van groep 1. Het is van essentieel belang dat ze ten minste 21 jaar oud zijn, en wel vanaf het moment dat ze een rijbewijs hebben. Echter het aangegeven informatieblad was niet ingesloten, waardoor niet veel meer direct duidelijk werd. Maar grasduinend door de doos met veel private correspondentie ontdekte ik een document dat een dag later naar het adres in Londen ter attentie van Karl (consequent fout gebruikt) was verstuurd.

Er stond in dat de inhoud van de brief alleen voor zijn ogen was. Dit omdat de brief informatie bevatte die de afzender beetje bij beetje aan de anderen (de deejays) wilde vrijgeven om hun interesse tijdens de wachttijd hoog te houden. De heer Warren ging verder met de volgende paragraaf: ‘Een moeilijk punt hier, Karl. Ik denk dat ik gisteravond heb gezegd dat ik u deze week definitieve Go/No Go informatie kan geven, wat te optimistisch is.
a) We hebben nog niet het contract dat alles mogelijk maakt.
b) Maar al het andere valt netjes op z’n plaats.
c) Dit contract kan volgende week ingaan en het kan ook pas eind april van kracht worden. Vandaar de flexibiliteit van de startdatum.
d) De laatste beslissingsdatum is 30 april, en dat kan elk moment gebeuren. Over aan u, Karl!

Op dat moment nog steeds erg mistig voor mij wat er zou gebeuren. In dezelfde brief was er ook een zekere kwelling zoals P.D. Warren schreef: ‘Ik heb geruchten gehoord over dope in verband met deejays. Ik kijk naar u om te voorkomen dat er een drugsverslaafde binnenkomt, want als dat ontdekt zal worden, betekent het dat de negatieve publiciteit rampzalig kan zijn.’ Verderop in de brief werd duidelijk dat Carl binnen het project de dj-baas zou worden en dat hij alleen maar mensen voor het project zou dienen te kiezen, hij zou er zeker van zijn dat hij de controle over het project zou krijgen.

Ook was P.D. Warren van plan om het volledig nieuwe personeel vlak voor de start van het project een paar dagen lang een opleiding te geven: ‘Dit zal het personeel trainen in de dagelijkse gang van zaken en in het omgaan met allerlei noodgevallen. Omdat ik graag wil dat je deze cursus ook volgt, is het noodzakelijk dat je minstens drie weken voor de start van het project langskomt, zodat je a) het zelf kunt leren en b) je advies kunt geven over een discobarinstallatie.’

Carl Mitchell in de Berenkuil (Groningen) in 1969. Foto: Hans Knot

En er was nog een punt dat de aandacht verdiende: Disco Bar installatie, zou het iets te maken hebben met een Mobile Drive In Show? De twee pagina's lange brief eindigde met: ‘Ik denk dat ik voorlopig al genoeg geschreven heb. Wanneer ik een punt voor punt antwoord op deze brief van u heb ontvangen, zal ik u schrijven over Radio Veronica en grote bus-ins’. Ja: een mobiele drive in show was het idee! Een vreemde zin beëindigde de brief: ‘Bedankt voor het enthousiasme, het doet ons goed. Houd de jongens nu tevreden en vergeet Scientology niet, het werkt!’

Beide mensen van INMODE in Haarlem hebben niet gewacht tot ze op 9 april een antwoord kregen, want slechts twee dagen later maakten ze een conceptbrief aan de deejays, die waarschijnlijk mee zouden doen. En daar vond ik, naast het concept, ook het volledige plan dat ze hadden, dat al in februari 1968 in hun hoofd zat. Het infoblad was van die maand en dus was het idee er al voordat de beide Carolineschepen in opdracht van schuldeiser Wijsmuller waren binnengesleept. De Haarlemmers dachten veel geld te verdienen met het Nederlandse Busproject 1968.
En zo werd het in de folder gebracht: ‘Het project is bedoeld om de producten van een of meer van de volgende bedrijven bekend te maken en te verkopen:
a) Een gevestigde Nederlandse organisatie voor kleding voor de detailhandel.
b) Een grote platenmaatschappij
c) Een internationale frisdrankfabrikant
e) Een vooraanstaand Nederlands blad voor populaire muziek
De goederen zullen worden tentoongesteld op Engelse dubbeldeksbussen afkomstig uit Londen, waarvan het interieur is omgebouwd tot kleine moderne winkels. Elk van deze bussen zal zelfstandig door Nederland rijden en op een aantal plaatsen voor een korte periode stoppen. De goederen die op deze manier bekend worden gemaakt, zullen ook te koop zijn voor het publiek en de handelaren in de buurt die dezelfde goederen verkopen, zullen tijdens het bezoek aan de bus aantrekkelijke publiciteit aangeboden krijgen, De bus is dan een van de belangrijkste attracties van de stad, die wordt bezocht.

INMODE kondigde ook meer aan in de folder over het interieur van de dubbeldeksbussen:
In het interieur zullen op beide verdiepingen showrooms met vloerbedekking te vinden zijn en de bus zal bemand worden door twee personen, een man en een meisje. De hoofdruimte waar de kleding van het meisje wordt verkocht, zal boven zijn, waar een kleedkamer zal zijn en waar het verkoopmeisje voornamelijk aanwezig zal zijn. Beneden bij de uitgang bevindt zich de cash & wrap ruimte en op de begane grond zijn ook ruimtes waar kleding en accessoires voor mannen en meisjes te koop zullen zijn. Hier zal er ook een discobar zijn waar u platen kunt kopen. Daarnaast zullen frisdranken en souvenirs beschikbaar zijn op de begane grond, waar het mannelijke bemanningslid gestationeerd is. Een goed afgewerkte, aantrekkelijke uitstraling blijft overal behouden.’

In de bijlage werd ook informatie gegeven speciaal voor het mannelijke bemanningslid, die ook de technicus/aankondiger in het plan was: ‘Uw ruimte bevindt zich achteraan op het benedendek van de bus en zal bestaan uit A) twee hoogwaardige platenspelers met optionele automatische wisselaars. B) een mengpaneel. C) een microfoon. D) een platenbak met snelle referentie-index. E) een kassalade en F) een stoel. De werkruimte zal zeer beperkt zijn, maar Karl zal persoonlijk toezicht houden op de bouw van uw werkgebied en op de keuze van de apparatuur.’

Ook werd informatie gegeven over de duur van het project: ‘Tijdens de vier of vijf maanden van het project blijft elke bus een week lang in bijvoorbeeld één stad. Zes dagen per week, met uitzondering van de zondagen en andere feestdagen waarop de bus gesloten moet zijn, zijn de bussen open voor verkoop van 10.00 tot 18.00 uur’.

En wat was het plan voor de mannelijke bemanning om in de bussen te doen? Om te beginnen met het belangrijkste: A) neem het geld van de kopers die de bus verlaten. B) continu muziek afspelen. C) klanten de bus in trekken met alle middelen die je maar wilt. D) Eenmaal per week of zo, is het jouw taak om de bus naar het volgende station te rijden en F) jij bent de persoon die de orde handhaaft.’

In het allerlaatste document, dat ik heb over dit project, staat dat het project op 28 juni 1968 van start ging op het Museumplein in Amsterdam na een vooropening voor de pers op 26 juni. Mensen van Muziek Expres zouden het optreden van een Nederlandse beatgroep regelen en daarnaast zou er een modeshow van de in de bus te verkopen kleding worden geregeld. Ook werd vermeld dat men Lex de Rooi (de televisieproducent) de Luxemburgse deejay Emperor Rosko liet uitnodigen.

Vaag herinner ik mij dat de bus met Carl Mitchell op een bepaalde dag op de Grote Markt in Groningen stond. Na afloop van het project is Carl trouwens enige tijd in Groningen komen wonen en werken en wel in de Berenkuil op de Grote Markt. En de foto van de bus kwam pas in het voorjaar van 2019 boven water uit een bananendoos die mij ter beschikking werd gesteld. Deze was gevuld met knipsels en meer uit de periode 1964-1978 en was afkomstig van Ate Harsta.

Kommentare sind deaktiviert.