Eerste Europese experimenten met auto’s op gas waren in Groningen

tekst: Hans Knot

Driekwart eeuw nadat de eerste auto in Nederland reed werd er in Groningen een experiment opgestart dat uniek was voor Europa. Begin 1971 reed namelijk in Groningen een bestelwagen van het Gemeentelijk Gasbedrijf met aardgas als brandstof. De wagen was door de technische dienst van het Gemeentelijk Gasbedrijf zelf omgebouwd. In Amerika bleek men al twee jaar eerder met dit experiment van start te zijn gegaan.

Het plan om met aardgas proeven te gaan nemen rees bij dr. ir. H. W. J. Kempen, toenmalig directeur van het Gemeentelijk Gasbedrijf, toen hij in 1970 een bezoek bracht aan Amerika en daar ontdekte hoe er werd geëxperimenteerd met motorvoertuigen op aardgas. Uit deze experimenten bleek dat als een motor op aardgas liep, de uitlaatgassen redelijk schoon waren.

Tijdens de presentatie van een rapport betreffende de eerste resultaten in Groningen van de proef met de auto meldde hij tevens dat de eventuele levensduur van een dergelijke auto sterk kan toenemen en het schoonmaken van de bougies en het verversen van de olie minder noodzakelijk was.

De resultaten van de proeven in Groningen waren hoopgevend. Ook meldde Kempen dat het Gemeentelijk Gasbedrijf via de technische dienst van de Gasunie in het bezit was gekomen van een apparaat, waarmee het mogelijk was geworden om het aardgas vloeibaar te maken. Kempen: “Met het nemen van proeven hiermee zal binnenkort worden begonnen. Er zal voorts geëxperimenteerd worden met dieselmotoren.”

Wethouder drs. F. H. von Meijenfeldt sprak de hoop uit, dat de stadsbussen te zijner tijd op aardgas zouden kunnen rijden. Verder was destijds over de ontwikkeling van het aardgas als brandstof voor automotoren nog niets te zeggen. Wel was het zo, dat het ministerie van Economische Zaken de proeven m Groningen met belangstelling volgde. Proeven met gewone benzinemotoren, die speciaal op aardgasgebruik waren afgesteld — wat een vrij eenvoudige technische ingreep bleek te zijn — hadden aangetoond, dat de uitlaatgassen redelijk vrij waren van schadelijke bestanddelen en dat aardgas wellicht ook nog in andere opzichten als brandstof aantrekkelijker zou zijn dan de traditionele aardolieproducten, die toen in veelvoud werden ingezet.

In die tijd vroeg men zich af hoe de nieuwe brandstof – in welke vorm dan ook, meegenomen diende te worden. De discussie ging tussen eventueel in vloerbare vorm of gecomprimeerd gas. In een van de berichtgevingen werd duidelijk dat bij analyse van de uitlaatgassen het koolmonoxidegehalte beneden de 0,1 pet lag terwijl meting bij benzinemotoren dit varieerde tussen de drie en de zeven pet. De geproduceerde uitlaatgassen, aldus het rapport, was ook vrij van zwaveldioxide. Ook kwamen in de uitlaatgassen geen loodverbindingen voor.

Uit het onderzoek bleek tevens dat de gemeten uitlaatgassen uitsluitend bestonden uit stikstof, waterdamp en koolzuur. Daar het aardgas in de motor een volledige verbranding gaf, lag het voor de hand, dat het brandstofverbruik bij het gebruik van aardgas lager diende te zijn dan bij gebruik van benzine.

Bij diverse startproeven met een VW, die was omgebouwd, bleek dat het starten van een motor gedreven op aardgas, even snel ging dan bij een motor gedreven op benzine. Ook het op snelheid komen bij divers gebruik was vrijwel hetzelfde. Men had ook een aantal voordelen ten aanzien van gebruik van aardgas in auto’s gevonden. De uitlaatgassen bleven schoner, het brandstof verbruik was aanzienlijk minder dan bij een benzinemotor en bij een lager toerental liep een motor op aardgas soepeler dan een benzinemotor.

Na deze proefnemingen werd dus de bestelwagen, een Hanomag, omgebouwd. Een herhaalde toets had bewezen dat op 1 kubieke meter aardgas met deze Hanomag gemiddeld 11,1 kilometer kon worden gereden, terwijl bij gebruik van een benzinemotor men een gemiddelde had berekend van 1 liter benzine op de 8,7 kilometer. Een bestelauto had dus met 40 liter benzine eenzelfde actieradius als met 30 kubieke meter aardgas.

Ook was te lezen in het rapport dat voor de opslag hiervan twee oplossingen mogelijk waren. Men kon het aardgas comprimeren tot bijvoorbeeld 200 atmosfeer, waarvoor wel een drukvat van 150 liter nodig was. Of men kon het aardgas vloeibaar maken, waarvoor een tank van 50 liter nodig was. Vloeibaar aardgas heeft temperatuur van 160 graden onder nul en hiervoor waren speciale tanks nodig, die al bestonden.

Personeel van de technische dienst van het Gemeentelijk Gasbedrijf Groningen gingen vervolgens ondermeer een proef nemen met het vloeibare gas. Tenslotte werd gememoreerd aan het gegeven dat aardgas zeker met de prijs van destijds van benzine kon concurreren. Een paar dienstauto's van het gasbedrijf gingen op aardgas rijden maar ook een Leyland stadsbus van het Gemeentelijk Vervoersbedrijf werd verbouwd zodat deze op aardgas proef kon gaan rijden. Het ging hierbij om een uit 1961 daterende Leyland-Verheul.

Ewolf Wolters van de ‘Koninklijke Vereniging voor Koude’ schreef in een artikel over de ombouw van de Leyland: ‘Om in de dieselmotor aardgas te kunnen verstoken, diende de motor als het ware tot benzinemotor worden omgebouwd. Het aardgas werd opgeslagen in cilinders, de dieseltank kon vervallen: de bus diende flink te worden verbouwd. De beide gemeentelijke bedrijven, het gasbedrijf en het vervoersbedrijf, werkten eendrachtig samen. De verbouwing viel tegen maar aardgas was bruikbaar als motorbrandstof. Buiten op de bus stond vermeld dar de bus op aardgas reed’.

Achteraf bleek de ombouw van de bus geen succes en werd deze slechts uitgetest maar nooit ingezet voor passagiersvervoer. Maar wel een uniek gegeven dat de eerste testen met automobielen die op gas reden plaats vonden in het mooie Groningen. En wat gebeurde er met de betreffende stadsbus? Deze werd lichtblauw gespoten en verdween naar een aannemer in de provincie die de voormalige stadsbus als schaftkeet vervolgens inzette.

Foto’s:
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Koude
Archief voormalig GVB
Bronnen onder meer:
Nieuwsblad van het Noorden, Leids Dagblad, Groninger Archieven, SVA Museumbussen en Ewolf Wolters