tekst: Hans Knot
Recentelijk werd het bekend dat het niet goed gaat met het Holland Casino en er banen ingeleverd dienen te worden. Ook zal het komen tot al dan niet gedeeltelijke privatisering van het bedrijf dat momenteel nog alle inkomsten afdraagt aan moedertje Staat. Het heeft ongeveer 5 miljoen bezoekers per jaar, die een van de vestigingen een of meerdere keren bezoeken. De omzet is gemiddeld per speler even onder de 100 Euro per keer. Het eerste legale casino werd in 1976 geopend in Zandvoort en aan het Gedempte Kattendiep in Groningen staat een diep gebouw waarin het Groninger Holland Casino haar speeltafels en automaten sinds 4 november 1988 geopend heeft.
Vanaf dat moment was het dus mogelijk in de Martinistad Groningen legaal te gokken wat niet wil zeggen dat er voorheen niet van illegaal gokken sprake was. Natuurlijk hoorden we in onze jeugd in de jaren zestig van de vorige eeuw op school wel over de illegale gokpraktijken, die vooral in door Chinezen gerunde etablissementen zouden worden gehouden. Uiteraard werd hier en daar ook wel gecontroleerd door de politie en waar nodig ingegrepen en werd dit in kleine berichtjes in de regionale- en lokale kranten gemeld.
Een grote slag sloeg de Groninger politie echter op zondag 15 oktober 1950 toen met een goeddoordachte en bliksemsnelle actie rond het middaguur in de Houtzagersstraat, destijds gelegen achter het Veemarktterrein in de Oosterpoortbuurt een illegale gokhal werd opgerold. Al tijden was er in die buurt sprake van, zoals het in de kranten werd omschreven, ‘voortkankerend kwaad, dat zeer ernstige afmetingen dreigde aan te nemen’. In totaal werden die middag zes hoofdverdachten direct afgevoerd naar het hoofdbureau van politie, destijds gevestigd aan het Martinikerkhof.
In die tijd werd er volop gespeculeerd over gezinnen die het steeds moeilijker kregen door de goklust van het hoofd van het gezin. Steeds vaker kwam het voor dat de vader, na het ontvangen van zijn wekelijks loonzakje, niet naar huis kwam zodat de nodige etenswaren niet konden worden gekocht, maar dat hij rechtstreeks naar de gokplek ging om daar met zijn zwaar verdiende geld te gaan speculeren. Het ging in de Houtzagersstraat er dermate grof aan toe dat steeds vaker de geruchten gingen dat bepaalde personen blut het pand weer verlieten.
Al eerder had de Groninger recherche een man gearresteerd die verdacht werd van diefstal. Bij verhoor bleek dat hij tot deze daad was gekomen omdat hij zijn gehele weekloon door gokken in de voornoemde straat was verloren en toch een mogelijkheid diende te regelen om aan geld te komen zodat zijn gezin te eten had. Ook waren er al verschillende klachten binnengekomen op het politieposthuis aan de Mauritsstraat van vrouwen die kwamen vertellen dat hun mannen grof hadden gegokt.
Er diende dus te worden ingegrepen, maar het bleek dat de gokactiviteiten, het zogenaamde hazardspel, niet binnenshuis werd gespeeld, want de gokkers wisten maar al te goed dat wanneer ze binnenshuis zouden worden betrapt men rijp zou zijn om voor een rechter te verschijnen. Men dacht slim te zijn door iedere keer op een open plek, gelegen tussen de Houtzagersstraat en de Veemarktstraat, samen te komen waardoor bij eventueel politie-ingrijpen er alleen sprake kon zijn van een overtreding van de politiereglementen geldend voor de openbare weg.
Maar men had niet gedacht dat er toch redenen waren voor een groot ingrijpen. Om gewaarschuwd te zijn voor eventueel politiebezoek maakte men gebruik van kinderen in de leeftijd van 8 tot 10 jaar die zich posteerden op de hoeken van de straten. Als beloning kregen ze elk een gulden, in de tijd een gigantisch bedrag voor die leeftijd. De kinderen werden op straat aangesproken mee te doen en bij de politiepost waren daarover al klachten van ouders gedeponeerd.
Mede door deze klachten zocht men op het hoofdbureau van politie naar een mogelijkheid in te grijpen en de gokkers op heterdaad te betrappen. Zeer goed voorbereid was het op die zondagochtend 15 oktober 1950 dan zover. Eerst begaf zich vrij veel personeel in burger op weg om op vooraf afgesproken plekken te gaan posten zodat op die manier een cordon rondom de open plaats kon worden gevormd en geen enkele persoon meer ongezien de gokplek kon bezoeken dan wel verlaten. Op een bepaald moment kregen de aanwezige gokkers het bevel tegen een muur te gaan staan. Sommigen probeerden nog te ontvluchten maar hadden geen schijn van kans.
Onmiddellijk werd men ondersteund door geüniformeerde politieagenten die om de hoek achter de hand waren gehouden. Direct ging men over tot fouillering en ondervraging en alleen hen die konden aantonen niet te hebben gegokt konden huiswaarts keren. Uiteindelijk bleven er zes personen over waarvan kon worden aangetoond dat ze betrokken waren bij het illegaal gokgebeuren en dezen werden vervolgens afgevoerd naar het politiebureau aan het Martinikerkhof waar ze na verhoor werden ingesloten.
Ondanks dat het binnen het politiecorps allemaal tot in de puntjes was voorbereid, bleek achteraf dat men behoorlijk last had gehad van publiek dat op de actie afkwam en bij herhaling partij koos voor de gokkers. Het kwam zelfs een aantal malen voor dat mensen uit het publiek arrestanten ontzetten, zonder na te denken dat men te maken had met toch wel zware misdadigers.
Een woordvoerder van de politie meldde een dag later dat de houding van een deel van het publiek zich hinderlijk opdrong en op die manier het werk had bemoeilijkt. Ook wist hij te melden dat daarom enkele collega’s een paar flinke slagen met de gummistok noodzakelijk hadden uitgedeeld om de rust te herstellen. Later op de zondagmiddag werd het weer rustig in de oude Oosterpoort van Groningen. De Houtzagersstraat bestaat nog steeds maar er staan nu alleen maar nieuwbouw woningen. En het gokken gebeurt voornamelijk via het internet, iets waar men in 1950 zelfs niet van gedroomd heeft.