tekst: Hans Knot
Het studeren aan een universiteit is in deze tijd een kwestie van hard aanpakken en zorgen dat je in de geplande studietijd zeker afstudeert om daarmee te voorkomen dat het je enorm veel geld gaat kosten en je er jaren aan vast zit het geleende geld terug te betalen.
In de nadagen van de tijd dat studeren grotendeels was weggelegd voor studenten wier ouders een dikke portemonnee hadden, werd er niet zo nauw gekeken op de duur van de studie, wat soms wel kon uitlopen tot een periode van 7 tot 8 jaren. Er was dan ook veel meer tijd voor ontspanning en vermaak, getuige het verhaal dat in 1967 de kranten haalde over een aantal studenten dat gezamenlijk het pand Hereweg 118 in Groningen bewoonde.
In die tijd dat ikzelf in het weekend ook frequent de uitgaansgelegenheden bezocht, werd het eerste pilsje gewoon in een discotheek of kroeg gedronken. Indrinken was er gelukkig niet bij. Maar de studenten in voornoemde pand aan de Hereweg hadden wel zeker een gewoonte om ‘thuis’ te drinken. Daar wist de toenmalige groente- en drankenhandelaar Rasker, destijds gevestigd aan de Verlengde Oosterweg, alles van.
Op de Grote Markt wordt nog steeds in de studentensociëteit in grote hoeveelheden pils gedronken en dat brengt ons terug naar handelaar Rasker. Op zaterdag 29 april 1967 sleepte hij moeizaam doch bekwaam het 501ste krat de trap op om het vervolgens in een met ijs gevulde badkuip neer te vlijen. Een dergelijke overvloedige afname had zelfs de bierfabrikant verrast.
Er waren in dat huis zes studenten woonachtig en een rekensommetje leerde dat die studenten in vijf jaar tijd ongeveer 5400 liter van het gele nat tot zich hadden genomen. De Heineken vertegenwoordiger stelde dat het ook om 12.000 flesjes zou zijn gegaan waarvan met de inhoud minstens 24.000 glazen gevuld hadden kunnen worden. Hoewel, gewoon uit het pijpje drinken was toen meer gebruikelijk. Trouwens omgerekend naar het aantal slokken kwam men op 120.000 in getal terecht. Omdat deze opmerkelijke mijlpaal was bereikt bracht de vertegenwoordiger ook nog eens 6 kratten Heineken mee.
Maar er werd meer meegenomen door de officiële vertegenwoordiger van de brouwerij. Zo kreeg iedereen die getuige was van de aanlevering van het 501ste krat een reclame t-shirt, een merkpetje en een merkvlaggetje. Alle wanden van de kamers van Huize Concordia Instaurata, waar alleen Vindicat studenten mochten wonen, waren versierd met grote posters – uiteraard van Heineken. Tenslotte werd een grote Heineken vlag op het balkon van het huis aangebracht. Bierpullen en viltjes veranderden tevens van eigenaar en trots wisten de studenten te vertellen dat ze voor hun ijsvoorraad in de badkuip ook bij een middenstander altijd terecht konden: de visboer!