Herinnering aan het illegaal radiomaken

tekst: Marcel Kort

In deze column is het weer eens tijd voor een gastschrijver. Marcel Kort heeft in het verleden zich op het pad van het radiomaken begeven en wel door het via de illegale kanalen te proberen en kwam daardoor ook in aanraking met de autoriteiten. Een herinnering aan die tijd.

‘Half januari las ik een bericht betreffende oude programmabanden welke in 1979 in beslag zijn genomen door de Radio Controledienst. Deze banden bevonden zich op het radiozendschip de Magdalena van Radio Mi-Amigo 272. Vanwege een gebroken ankerketting kwam het schip binnen de territoriale wateren waardoor er beslag werd gelegd op schip en goederen.

Normaliter worden in beslaggenomen goederen geveild of vernietigd. Tijdens de berging hebben politieagenten vuilniszakken vol met platen en apparatuur ‘apart gezet’ in de stuurhut van het bergingsvaartuig. Dit heb ik uit eerste hand gehoord van de berger en als ‘bewijs’ hebben we een stapel Lp’s gekregen welke aan boord lag van het zendschip.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw ging al jaren het gerucht dat apparatuur, welke in beslaggenomen werd bij bijvoorbeeld een onbemande studio (denk aan Akai tapedecks), door de heren van de RCD thuis een tweede leven kreeg. Veel piraten gingen hun spullen dan ook kaalplukken, dat wil zeggen ontdoen van de kast en alleen het loopwerk nog aan de zender aansluiten.

Recentelijk dacht ik opeens aan de ‘grote inval’ bij mij thuis. Ik woonde met mijn toenmalige vriendin aan de Vosmaerstraat 8B in Spangen. Een prima woning op de tweede en de halve derde verdieping. Achter de ruime huiskamer was een tweede kamer waar ik mijn (opname) studio had geplaatst. Op het dak een stonden een 27 mc en FM (ontvangst) antenne.

Het was begin november, ik geloof 5 november toen ik even weg was. Mijn studio stond alvast ‘voor te gloeien’ want ik had nog wat opnamewerk te doen. Toen ik terugkwam stond er een aantal politiebusjes en een tweetal C10's voor de deur. Ik was nog niet echt geschrokken want mijn benedenbuurman handelde in drugs en dus ik dacht dat ze voor hem kwamen.

Toen ik aankwam op de tweede verdieping krioelde het van de politie. Ze waren op zoek naar een vorige bewoner van het pand en ze hadden waarschijnlijk voldoende reden om deze man met grof geweld op te halen. In eerste instantie ging ik in de boeien maar die mochten snel weer af. Ik moest immer helpen met het identificeren van de apparatuur. Niet dat het veel hielp want ‘alles’ ging mee. Zelfs de antennes op het dak. Omdat ik weer ‘vrij’ door het huis kon bewegen wist ik wel bandjes, microfoons etc. achter een kast te gooien. Je hebt er weinig aan maar voor mijn gevoel had ik toch spullen ‘gered’.

Nadat alles ontmanteld was bleef er een lege ruimte over. Ik mocht achter in de C10 mee naar bureau Marconiplein. Een berucht bureau want daar hielden ze niet zo van radiopiraten. Berucht is ook het stenen trapje naar de (dag) cellen. Arrestanten ‘struikelden’ wel eens bovenaan de trap.

Ik werd in een dagcel gepropt met een dronken man die bij Schiedam in de bocht zijn auto in de kreukels had gereden. Het was erg warm in de cel, de stank van de alcomobilist maakte het niet echt beter. Uiteindelijk mocht ik naar boven en zag ik (een gedeelte van) mijn apparatuur voor de laatste keer. De 2x 300 watt audio-versterker werd door de agent aangezien voor een zender of in ieder geval een vermogensversterker. Dat heb ik maar laten veranderen.

Aan het einde van de dag mocht ik teruglopen naar huis. Door de adrenaline, die door mijn aderen pompte, was ik snel thuis. Het was de eerste keer dat ik ‘opgeschreven’ werd. De voorgaande keren was ik steeds op tijd weg. Dat smaakt naar meer en een week later zat ik dagelijks live tussen 12 en 14 uur radio te maken. Tijdens mijn tweede programma ging de bel, Dhr. Otte van de Radio Controledienst stond voor de deur met één of twee agenten. Er was geen ontkomen aan, ik was op heterdaad betrapt. Dhr. Otte gaf snel door aan de agenten welke apparatuur mee moest. Mengpaneel, 1 draaitafel en 1 cassettedeck. De rest mocht blijven staan. Inwendig kookte ik maar ik was ook wel weer blij dat niet alles mee ging. In de avond waren we weer terug in de lucht.

Dhr. Otte keek even op toen hij mijn naam opschreef, "Ik heb jouw naam vorige week ook opgeschreven." Achter mijn naam schreef hij mijn dj naam Peter de Wit. Iets van een jaar later kreeg ik de uitnodiging om te verschijnen voor de rechter op de Noordsingel. Voor het ‘gemak’ waren beide zaken bij elkaar gevoegd.

Als advocaat kreeg ik een jonge Errol Weening toegewezen, die later bekend zou worden in vele strafzaken. Toendertijd was, of leek hij niet zo geïnteresseerd in mijn zaak. De uitspraak was vrijspraak in de eerste zaak en een boete plus verbeurdverklaring in de tweede zaak.

Prima uitspraak maar mijn spullen dan? Omdat deze spullen ‘weg waren’ konden ze die niet teruggeven. Ik kreeg wel de spullen terug van de zaak waar ik voor veroordeeld was. Als compensatie. Mijn advocaat vond dat ik daar ‘blij mee moest zijn’, zeker omdat ik na de tweede keer nog een paar keer opgepakt was en niet van plan was om te stoppen.

Toen ik dit stukje wilde schrijven en een foto van het pand opzocht bleek het huis te koop te staan. De foto waar je het balkon ziet met de huizen op de achtergrond was mijn studio. Leuk om het terug te zien. De keuken, die naast de studio was gelegen is nu verplaatst naar de straatkant en de mooie glas in lood raampjes zijn verdwenen. Het huis herken ik niet meer. Het uitzicht wel.