tekst: Hans Knot foto: Joop Verhoof - copyright Menno Dekker
Het was wat in de nacht van 1 op 2 januari 1976 toen er in Zeeland noodsignalen werden opgevangen vanaf een sleepboot met de naam ‘Brittanic’. Direct werden de diverse mensen, betrokken bij de Reddingsmaatschappijen en de Rijkspolitie te Water, opgetrommeld om bijstand te verlenen. Zoekacties duurden heel lang maar om drie uur in de nacht werden deze stilgelegd. Aan wal was namelijk de nodige moeite gedaan om meer te komen te weten over de betreffende sleepboot.
Via het ANP werd bijvoorbeeld vernomen dat bij de zeesluizen van IJmuiden het schip totaal onbekend was en in het internationale scheepsregister van Lloyds stond de sleepboot ook niet vermeld. Eerder waren de reddingboot Javazee uit Breskens en enkele andere schepen uitgevaren naar de sleepboot, die in nood zou verkeren bij ’t Oostgat op de Westerschelde. Volgens de ontvangen noodsignalen zou zich aan boord van de ‘Brittanic’ ook een dode persoon bevinden. De overige vijf bemanningsleden, aldus de noodsignalen, zouden van boord zijn gegaan en zich in een sloep, bij windkracht acht, veiliger bevinden.
Het bleek dat er ook twee boten van de Rijkspolitie te Water waren uitgevaren en achteraf werd bekend gemaakt dat alle inzet voor niets was geweest. Vanuit de burelen van de Rijkspolitie werd in de middag van 2 januari 1976 meegedeeld dat voornoemde sleepboot onder Amerikaanse vlag zou varen en onderweg was van Amsterdam naar de haven van Oostende. Al vrij snel, die middag, werd bekend gemaakt dat men was geïnformeerd door een niet bij name te noemen persoon dat het ging om een grap, de ether ingebracht door een destijds actieve etherpiraat.
En dan was er op 5 januari 1976 een nieuw programma te beluisteren waarvan maar was af te wachten of het zou aanslaan bij de luisteraars. Het werd gepland in het late uur van de dag, na het nieuws van 11 uur op het toenmalige Hilversum 2 en kreeg als titel mee ‘Met het Oog op Morgen’. De NOS had voor het nieuw te beginnen radioprogramma vijf freelance presentatoren aangetrokken en werd geprogrammeerd van maandag tot en met vrijdag tussen 23 en 24 uur. Er werd een aantal vaste rubrieken geïntroduceerd, zoals ‘Den Haag Vandaag’ en ‘Overzicht van belangwekkende gedeelten uit radio actualiteitenrubrieken van de desbetreffende dag’.
Herinner je nog de vijf presentatoren van het eerste uur van ‘Met het Oog op Morgen’? Ze kregen elk een vaste avond toegewezen. Van maandag tot vrijdag waren dat destijds in 1976 achtereenvolgens: Han Mulder, Nico van Vliet, Piet van der Ende, Alice Oppenheim en Klaas Samplonius. Zij mochten destijds naar eigen smaak de muziek voor hun uitzending kiezen. Eindredacteuren van het programma waren: Kees Buurman en Henk Enkelaar. Kees was trouwens de initiator van ‘Met ’t Oog op Morgen’ en vele andere programma’s uit die tijd.
Zelf heb ik, vooral de eerste 25 jaren uit het bestaan van het prachtige programma, zeer intens geluisterd. Ook in die tijd vond ik het belangrijker om berichtgeving die tot mij kwam, mijzelf visueel te maken in plaats van naar de televisie te kijken. Bovendien was het mij een eer diverse bijdragen te mogen leveren vanuit Groningen over onderwerpen die betrekking hadden op radiogebied. Of via een lijn vanuit de toenmalige studio van de RONO aan het Prinsenhof in het centrum van Groningen of via een signaallijn van de toenmalige P.T.T. aan de Reitemakersrijge in de Martinistad.
Ook de toenmalige zeezenders bleven mij bezig houden, getuige de aantekeningen die ik decennia lang maakte. In januari 1976 waren de Voice of Peace, Radio Caroline en Radio Mi Amigo nog actief vanaf internationale wateren. Op 13 januari werd bijvoorbeeld bekend dat de toenmalige programmaleider van Mi Amigo, Joop Verhoof, in de week ervoor in alle stilte voor de tweede keer in het huwelijk was getreden. De officieel uit Enschede afkomstige Verhoof dook in de tweede helft van 1974 onder voor de politie, aangezien hij officieel de anti-zeezenderwet overtrad en arrestatie mogelijk was. Er werd volop in de media gesuggereerd nadat hij gescheiden was van zijn eerste vrouw. Zo zou hij vier maanden in Antwerpen hebben gewoond, waar hij een verhouding zou hebben gehad met een mannequin.
Zoals bij de volgers van Radio Mi Amigo in Nederland en België destijds bekend was het 13 februari 1975 het moment dat men definitief op de vlucht diende te gaan, wenste men nog actief te zijn voor het station. Samen met collega’s vluchtte hij naar het Spaanse Playa de Aro en kwam, volgens de niet bij name genoemde dame, er ook een einde aan de verhouding met Verhoof.
In de Vlaamse gossip media wilde ze nog het een en ander kwijt en zei onder meer: “Het was enorm moeilijk om te leven met een man die gebukt ging onder de voortdurende bedreiging om door de politie te worden opgepakt". Ze hoopte op een hereniging en ging met vriendin en zangeres Micha Marah op bezoek in Playa de Aro: “Ik hoopte dat, op veilige afstand van de politie, Joop zou zijn veranderd en aangekomen heeft Micha geprobeerd de stukgelopen verhouding nog te lijmen, maar helaas.”
Ze ontdekte dat Joop Verhoof reeds een nieuwe verhouding was aangegaan, met een Spaanse, Cooky genaamd. En om het stukje informatie rond te maken huwde Joop Verhoof begin januari 1976 met zijn Spaanse vriendin.
Uit een studie, waarvan de resultaten bekend werden in januari 1976, bleek dat in onze westelijke wereld het gemiddelde gezin zesmaal zoveel elektriciteit gebruikte als in 1946. De voornaamste reden hiervan zat natuurlijk in de sterke toename van het aantal elektrische apparaten in huis. Het laatste van die apparaten was destijds de Espresso-machine van Moulinex. Het felrood gekleurde toestel, met twee meegeleverde kopjes, werd eind 1975 al in Frankrijk gelanceerd, en kwam voor een prijs van nog geen f 200,- op de Nederlandse markt.