tekst: Hans Knot
Deze keer neem ik U mee terug naar de maand januari 1979, 38 jaar geleden. De mediawereld zag er geheel anders uit. Satelliettelevisie met ontelbare stations in aanbod was er nog niet. Internet? Niemand had er ooit van gehoord. En de verdeling tussen televisiekijken en radiobeluisteren was in die tijd dan ook geheel anders. Ik heb het Freewave Media Magazine van januari 1979 erbij gehaald om te kijken wat er aan langere verhalen instond. Ik zelf ging destijds dieper in op het onderwerp ‘informatieverstrekking via de radio.’ Let wel het is 1979 in onderstaand verhaal en denk maar eens goed na hoeveel het medialandschap sindsdien is veranderd.
‘Vele malen per dag in diverse rubrieken valt er informatie en actualiteiten te beluisteren op je radio. Je kunt eigenlijk geen station voorbij gaan waar het op voorkomt. Zelfs bij het fenomeen zeezenders kwam en komt het nog steeds voor. Actua door middel van het nieuws en informatie door de spots over bijvoorbeeld de drive in shows. Informatie is sinds de opkomst van het medium radio een belangrijk aspect geworden en kan niet meer gemist worden in het geheel.
Dit in tegenstelling tot de televisie waar het eventueel wel gemist kan worden. Immers de televisie is slechts in het algemeen in de avonduren te zien en te horen. De radio is in vele landen het medium waar je 24 uur per etmaal op kunt afstemmen. Hierdoor kan dit medium ten alle tijde ingaan op die gebeurtenissen die waar ook ter wereld gebeuren. Ook een pluspunt voor de radio als nieuws- en informatiemedium is de grote opkomst van de autoradio, waardoor de bereikbaarheid vele malen groter is dan die van de televisie, die in de meeste gevallen slechts in de huiskamer staat opgesteld.
De nieuwsuitzendingen zijn de meest directe vorm van informatieoverbrenging. Daar zijn meestal persbureaus voor verantwoordelijk (- voor Nederland het ANP, Algemeen Nederlands Persbureau). Het ANP verzorgt bijvoorbeeld via Hilversum 3 ieder uur op het hele uur een kort bulletin en uitgebreide bulletins op de andere Hilversumse netten op diverse tijden. Het ANP werd in 1934 opgericht. In België worden de nieuwsuitzendingen op radio en televisie door een eigen nieuwsredactie verzorgd. De berichtgeving in de nieuwsuitzendingen wordt in de regel zo beknopt en neutraal mogelijk gehouden. Actua programma's daarentegen behandelen de onderwerpen eerder aangehaald in de nieuwsuitzendingen uitgebreider daar deze rubrieken moeten worden gezien als programma's waarin achtergrondinformatie wordt gegeven en waarin het nieuws wordt becommentarieerd en van kritische kanttekeningen wordt voorzien. In Nederland heeft iedere omroep een eigen actualiteitenrubriek (AVRO –Televizier, Veronica Info, NCRV Hier en Nu etc.) Zo kent de Belgische radio de vaste rubriek Actueel.
Vaak worden in de diverse actualiteiten uitzendingen contacten gelegd met diverse buitenlandse correspondenten om zo goed en snel mogelijk op de hoogte te worden gebracht van de gebeurtenissen waar ook ter wereld. Naast deze programma's of onderdelen van deze, vindt men nog die programma's waarin een journalistenforum over actuele onderwerpen discusseert of waarin een vaste commentator het nieuws analyseert. (Hoogendijk, Neumann, Hilterman e.a.)
Naast het nieuws van het politieke front en andere wereldgebeurtenissen, brengt de radio ook veel praktische berichtgeving: weerberichten en eventuele waarschuwingen voor mist, gladheid, filevorming, omleidingen etc. In België is het verplicht met ingang van 1 januari 1979 een autoradio te hebben in de nieuwe auto’s in verband met deze berichtgevingen.
Ook voorlichting voor bepaalde groeperingen zoals waterstanden, mededelingen voor land- en tuinbouw, gastarbeiders, programma's betreffende werkloosheid, vacatures etc. bepalen een deel van het radiogezicht. In België wordt deze laatste verzorgd door de Rijksdienst voor de Arbeidsvoorziening, in Nederland door de Overheid in het algemeen. Dit soort informatie vormt ook een groot deel van de Regionale Omroepen zoals men die in de meeste Europese landen kent. Vaak worden de programma's in deze regionale uitzendingen gesproken in dialect ofwel in de streektaal van de desbetreffende regio.
Van oudsher is het educatieve aspect van het radiowezen onderkend, waarbij onder educatie natuurlijk niet altijd hetzelfde wordt verstaan. Overal ter wereld kent men de speciale schoolradio; ook worden via de radio cursussen en algemeen onderwijs voor volwassenen gegeven. Het visuele aspect bij sommige cursussen wordt door de televisieonderwijsuitzendingen gegarandeerd (Teleac e.a.) In de minder ontwikkelde landen heeft vooral de radio de onderwijstaak als een van de belangrijkste taken van dit medium. Dit vooral in betrekking tot het analfabetisme. Wanneer je het boek ‘World Communication’ (Unicef publicatie) naslaat zal je steeds weer constateren dat in deze landen meer dan 30% van de uitzendingen zijn besteed aan onderwijs.
Het vermogen van radio om de onontwikkelde volksmassa's te bereiken is al door Lenin tijdens de Russische Revolutie onderkend. Hij gebruikte dit medium niet alleen voor onderwijs maar ook voor propagandadoeleinden. Later werd dit ook gedaan door Hitler tijdens de Tweede Wereldoorlog. In elk land welke door de Duitsers was bezet werden de radiostations onder toezicht gesteld van een Rundfunkbetreuungsstelle (RBS) die een strenge censuur uitoefende. Vanuit Berlijn kon men alle zenders met elkaar koppelen. Wat betreft deze soort van propagandaradio, zoals het ook wel genoemd werd, hebben we heden ten dage ook nog diverse stations als voorbeeld (Radio Free Europe, Radio Liberty, Engelstalige uitzendingen Radio Moscow etc.).
Pak een stuk papier en pen, lees het verhaal nog een keer en maak voor jezelf aantekeningen om tot de conclusie te komen dat er heel veel veranderd is. Misschien is één vel papier niet genoeg.