Het crematorium van Groningen

tekst: Hans Knot - foto boven: Hans Knot

In de tijd dat ik op het punt stond teenager te worden wandelde ik, met mijn vader, regelmatig vanuit de Korrewegwijk naar de meest bekende boerderij van Groningen en wel die in het park Selwerd staat. Pa ging dan boer Nienhuis knippen. Het was de tijd van het weidse gevoel en je kon heel ver kijken aangezien er alleen hier en daar een boerderij stond aan de Paddepoelsterweg.

Er waren vage plannen tot uitbreiding van de stad Groningen, maar dat bleven voorlopig plannen. En toch bleek er vanaf medio 1960 gebouwd te worden op het grote complex Paddepoelsterweg 24, zoals het al lang niet meer heet op die plek. Het complex is sinds 1 juni 1962 officieel in gebruik en de naam van de vestigingsplek is al jaren geleden veranderd in Crematoriumlaan 6.

Je kunt je afvragen of het complex in de Paddepoel of in Selwerd ligt. Immers wordt het grotendeels omsloten door de wijk Selwerd als een soort van hoefijzer is het terrein er aanwezig binnen Selwerd en Selwerderhof.

Het grote probleem is echter al die decennia dat er vanuit de wijk Selwerd niet rechtstreeks vanaf bijvoorbeeld het Selwerderhof toegang mogelijk is, al was het maar via een simpel wandelpad. Bereikbaarheid dus via het park of vanuit de wijk De Paddepoel, waar dus het Crematorium officieel is gelegen. Volgens de huidige locatiemanager van Yarden, Suzanne Veenstra-Riegen, zijn er wel gesprekken geweest met de beheerder van het Selwerderhof en vertegenwoordigers van de Gemeente Groningen maar heeft dit tot nu toe nog geen oplossing opgeleverd om een toegang vanuit de wijk Selwerd te bewerkstellingen. Het doel tot een doorsteek blijft volgens haar wel bestaan.

foto: Hans Knot

1 juni 1962 werd het complex officieel ingewijd met muziek en toespraken waarbij de officiële openingshandeling werd verricht door dominee N.J. Raid afkomstig uit Kopenhagen. Hij was in die tijd de voorzitter van de internationale vereniging voor crematie. Maar de aanwezige autoriteiten en genodigden kregen vooraf van de heer Haspers, van de Crematorium Vereniging Nederland, een lezing te horen waarin hij dieper inging op de lange weg die was bewandeld voordat de Nederlandse regering het cremeren bij de wet toestond. Suzanne Riegen-Veenstra: “Lijkverbranding was natuurlijk van alle tijden maar werd meer en meer verdrongen door het begraven van overledenen, dat wel wettelijk was vastgelegd”.

Haspers vertelde in zijn rede dat toen de wet van 10 april 1869 regels stelde over het begraven, er enige verlichte geesten bezwaar tegen de begraafdwang hadden gemaakt. Juist daarom werd in 1874 de Vereniging voor Facultatieve Lijkverbranding opgericht, facultatief, om tot uitdrukking te brengen, dat een ieder vrij was in zijn beslissing, ook na de inschrijving als lid. De begraafdwang mocht namelijk niet in crematiedwang verkeren. “Na een halve eeuw van voorlichting, zo ging de Haspers verder, heeft de vereniging de moed gehad de bestaande opvattingen over hetgeen wettelijk geoorloofd was of niet, te trotseren”.

In 1914 werd in Velsen het eerste crematorium in gebruik genomen. Daarvan werd proces-verbaal opgemaakt, maar het cremeren ging door. Het aantal crematies was toen evenwel nog zo beperkt, dat de penningmeester van de voornoemde vereniging van Den Haag naar Velsen reisde om zelf de oven aan te steken. In het Nieuwsblad van het Noorden sprak men na de opening van het crematorium over ‘Crematies, die buiten de wetgevende macht om gingen, dankzij een bewuste, passieve medewerking van de uitvoerende macht’.

Het was vervolgens alsof de opening van het tweede crematorium in Dieren in 1954 de stoot tot een snelle ontwikkeling had gegeven, want de crematie werd in 1955 bij de wet erkend. De banden met de in 1919 opgerichte Vereniging voor Crematie A.V.V.L. waren toen al inniger geworden. In een voor een wetgever adembenemend tempo werden de bepalingen van de wet in 1959 reeds verruimd. In hetzelfde jaar werd door de twee verenigingen de Crematoriumvereniging Nederland opgericht.

Haspers stelde verder: “Groningen is de eerste vrucht van deze samenwerking. Dat wij glimlachen bij de gedachte, dat het is voorgekomen, dat aanwezigen in een zaal bij het binnenkomen van degene, die een inleiding over het crematievraagstuk zou houden, allemaal opstonden en het Wilhelmus ging zingen om daarna van de spreker te eisen dat hij eerst een soort geloofsbelijdenis diende af te leggen.”

In de tijd dat de opening in 1962 plaatsvond stuitte de vereniging gelukkig niet zo vaak meer op verzet van tegenstanders van het cremeren. De tijd diende destijds evenwel nog te komen, dat men bij de vraag ‘begraven of verassen’ de keuze niet meer schriftelijk behoefde vast te leggen. Vanuit de verenging had men ook wel een punt door te stellen dat wanneer er steeds minder zou worden begraven er dus ruimte overbleef doordat er niet meer overvolle begraafplaatsen zouden zijn. “Het gaat langzamerhand meespreken of enkele honderden hectare grond moeten worden gebruikt voor begraafruimte of als bouwgrond, groenvoorziening, sportvelden of andere vormen van recreatie". De heer Hasper besloot zijn toespraak met te zeggen, dat mogelijk de tijd niet ver meer weg was dat de overheid zelfs de tot oprichting van crematoria zou willen overgaan.

De opening van het crematorium zou trouwens al in september 1961 hebben plaatsgevonden ware het niet dat de slechte weersomstandigheden spelbreker waren en de voortgang op het zware terrein werd gehinderd. Voor sommige inwoners van De Paddepoel en Selwerd misschien moeilijk maar ik raad u aan toch eens een wandeling te maken over het prachtige gebied en een kijkje te nemen op het terrein van het Crematorium, dat omzoomd is door singels en een rustgevend gevoel heeft.

De sculptuur Leven en dood van de beeldhouwster Anna Dekking-van Haeften - Foto: Ronn - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=14901045

Er is trouwens 7 dagen in de week dienstverlening mogelijk op het crematorium. Locatiemanager Suzanne Veenstra-Riegen: “Ook op zondagen vinden plechtigheden plaats en het karakter van de diensten, vergeleken met vroeger, is totaal anders. Alle zorg voor uitvoering werd voorheen overgelaten aan de uitvaartverzorger. Tegenwoordig geeft men samen met de familie en vrienden vorm en inhoud aan het afscheid. Ook komt het met regelmaat voor dat iemand, die bijvoorbeeld uitbehandeld blijkt, vooraf zelf langskomt voor een rondleiding en bespreken van mogelijkheden.”

Bij de opening werd ook een aantal kunstwerken onthuld, ondermeer een mozaïek door de Vereniging voor Crematie AVLL. Het werk was ontworpen door de Leeuwarder kunstenaar Cor Reisma, die helaas op 17 mei 1962 stierf. Zijn zoon Peter Reisma heeft het werk van zijn vader, waarin deze op zinnebeeldige wijze zijn visie op leven en dood tot uitdrukking bracht, kunnen afmaken. Helaas is dit mooie object niet langer zichtbaar. Suzanne Veenstra-Riegen: “Jammer genoeg is dit werk bij een verbouwing onherstelbaar beschadigd en verloren gegaan.”

Ook is er een toekomstige verbouwing te verwachten. Veenstra-Riegen: “We zijn momenteel in een periode dat we dienen te kijken naar de toekomst van het Crematorium. We denken daarbij aan een verbouwing die zoveel mogelijk eer doet aan het historische karakter maar met gebruik van moderne technieken.”

De afgelopen zomer was het een van de warmste zomers ooit en te verwachten was dat dit veel meer crematies zou opleveren. Veenstra-Riegen: “Je zou het denken maar er overleden helemaal niet meer mensen; het leek erop dat het juist rustiger was.” En over aankondigingen in de kranten die teruglopen als het gaat om overlijdensadvertenties: “Mensen maken steeds meer gebruik van sociale media, sturen de rouwkaart per e-mail of informeren elkaar per app. Het is, gelijk aan de dienstverlening, totaal veranderd. Tijdens het afscheid in de aula worden ook veel andere zaken vertoond als foto’s van de overledene, een favoriete vakantieplek of persoonlijke spullen. We hebben wel eens een motor in de aula gehad en zelfs een keer een paard. Voor of na de dienst is de catering ook mee veranderd, een glaasje wijn met Groninger Worst, Sushi of glutenvrije bonbons, wij bieden maatwerk. Binnen de kaders van de wet is vrijwel alles mogelijk en daar doen wij graag ons best voor.”

Bronnen: Wikipedia, Delpher en Archief Nieuwsblad van het Noorden