tekst: Hans Knot foto: Teddy Scholten stapt uit op het vliegveld van Londen, 1960
Massa’s mensen in de zaal, de een nog uitbundiger dan de andere. Hotels die al maanden van tevoren zijn volgeboekt en geldverslindende shows. Gedurende drie avonden een zogenaamde competitie, waarbij soms de vraag omhoogkomt of wel de juiste deelnemers in de finale zitten. Teveel deelnemende landen en grote invloed door middel van het maken van keuzes door het kijkerspubliek. Zie daar in het kort het Eurovisie Songfestival zoals we het pakweg de laatste 20 jaren kennen. En daarbij komt ook nog eens dat vaak niet meer bijblijft welk land er bijvoorbeeld in 2010 heeft gewonnen. Vroeger was dat wel anders en bleven minimaal de drie eerste plaatsen in herinnering en werd je ook bij herhaling duidelijk gemaakt dat het winnende lied voorbij diende te komen in de diverse radioprogramma’s.
Bovendien was het aantal deelnemende landen beperkt waardoor er een overzichtelijk geheel werd voorgeschoteld. Lang niet zoveel landen waren bijvoorbeeld in 1960 verbonden binnen de EBU, de Eurovisie, en ook lang niet alle verbonden landen konden een afvaardiging sturen wegens te hoge kosten. Ik vond in mijn archief een al jaren sluimerend persbericht waarin het nodige kenbaar werd gemaakt rond het songfestival in 1960, dat op dinsdag 29 maart werd gehouden in de Royal Festival Hal in Londen.
Gewoon op een doordeweekse avond en wel vanaf 10 in de avond tot kwart over 11 Nederlandse tijd. Kenners die alles van de geschiedenis van het Eurovisie Songfestival bijhouden weten direct dat het de vijfde keer in successie was dat het liedjesfestival werd gehouden. Maar Londen als locatie, terwijl in 1959 onze eigen Teddy Scholten met het liedje ‘Een beetje…verliefd is iedereen wel een beetje’ had gewonnen? Aangezien Corrie Brokken in 1957 had gewonnen en Nederland in 1958 de organisatie in handen had, een songfestival dat vanuit Hilversum werd uitgezonden met Hannie Lips als presentatrice, werd anders besloten. De NTS, de overkoepelende organisatie van de omroepen in Nederland destijds, vond het een probleem op een zo korte termijn de wedstrijd twee keer te organiseren en bood de Engelsen de kans de organisatie over te nemen. De Britten behaalden in 1959 namelijk de tweede plaats met de song ‘Sing little birdie’ uitgevoerd door Pearl Carr en Teddy Johnson. Een aanbod dat graag werd aangenomen en zo werd dus Londen even voor een dag de hoofdstad van de Eurovisie via het Songfestival.
De presentatie van de avond was niet, zoals de laatste jaren ‘gemaakt leuk’, maar zoals een festival betaamt met een presentatrice die niet probeerde het middelpunt te zijn. Het betrof Katie Boyle, die in de maand mei 1926 het levenslicht zag en in maart 2018 op 91-jarige leeftijd overleed. Boyle werd geboren in Florence en kwam op 20-jarige leeftijd naar Engeland. Katie was niet alleen model en speelde rollen in een aantal speelfilm maar trad ook in dienst als omroepster bij de BBC. Op die manier presenteerde zij in 1960, 1963, 1968 en 1974 het Eurovisiesongfestival. Zij werd in 1960 geregisseerd door Harry Carlisle.
In 1960 deden 13 landen mee aan de Eurovisiesongfestival, drie meer dan in het daaraan voorafgaande jaar. Even een opsomming: België, Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Monaco, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Zweden en Zwitserland. Waarbij duidelijk werd dat Eurovisie vooral landen betrof in het westen. Voormalige Oostbloklanden zouden zich pas veel later aansluiten.
De volgorde, waarin de liedjes van de deelnemende landen werden gezongen, werd een dag voor de uitzending via loting bepaald. Veel van de deelnemende landen vaardigden niet alleen de vocale artiest af maar ook een gastdirigent. Die landen die niet een eigen dirigent mee hadden kregen Eric Robinson toegewezen, die namens het gastland het orkest leidde. Gelijk aan de recentere Eurovisiefestivals was er ook een commentaarpost ingericht voor de Nederlandse Televisie Stichting, een plek die werd ingenomen door Piet te Nuyl jr. Maar naast de deelname van Rudi Carrell, die ‘Wat een geluk’ zong, waren de componisten Willy van Hemert en Dick Schallies aanwezig. Het orkest stond onder leiding van Dolf van der Linden.
Het was voor de toen 25-jarige Rudi Carrell de eerste keer dat hij naar Engeland afreisde en tevens de eerste keer dat hij zich liet verplaatsen met behulp van een vliegtuig. Het Nederlandse team werd compleet door de aanwezigheid van Teddy Scholten, die – als winnares van het festival in 1959 – was genodigd de prijs aan de winnaar in Londen uit te reiken. Het bleek het lied ‘Tom Pillibi’, gecomponeerd door André Popp, met teksten van Pierre Cour, te zijn dat als winnend lied werd gezonden door Jacqueline Boyer.
De puntenverdeling was destijds ook totaal anders. Het publiek had geen mogelijkheden mee te stemmen. De beperkte technische ontwikkelingen op communicatiegebied maakten dat ook onmogelijk. De jury’s van elk land mochten 10 punten uitdelen. De zangeres uit Frankrijk haalde 32 punten binnen, terwijl de zanger Bryan Johnson uit Engeland met de song ‘Looking high, high, high’ de tweede plek behaalde. En Rudi Carrell? Hij kreeg slechts 2 punten en wel van de jury van buurland België als ook die van Italië. Alleen hield hij de vertegenwoordiger uit Luxemburg achter zich. Die hadden zanger en radiopresentator Camillo Felgen afgevaardigd die slechts één punt kreeg toegewezen.