tekst en foto's: Hans Knot
Ik denk dat de meeste voorbijgangers het niet zal opvallen dat er bij het immens grote flatgebouw Polaris aan de Zonnelaan, op de hoek Pleiadenlaan, in de wijk De Paddepoel in Groningen een plastiek in de vijver staat. Het valt bijna niet op door het massale gebouw dat sinds enige tijd bewoond wordt en ruimte biedt aan 207 studenten en starters. Het is een van de vele nieuwe hoge gebouwen daar, wat, als alles klaar is, zal leiden tot liefst 1700 nieuwe bewoners in voornoemde wijk.
Voordat met de bouw van Polaris kon worden aangevangen diende een ander groot flatgebouw, in de volksmond de Rabotoren, te worden afgebroken, waar in 2016 een aanvang mee werd genomen. In 1972 werd destijds dit gebouw neergezet als zijnde het nieuwe hoofdkantoor van de Coöperatieve Raiffeisenbank Groningen-Haren, later na een fusie hernoemd in Rabobank. Niet alleen de Rabobank was er gevestigd maar ook werden er verdiepingen verhuurd, onder meer aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het voornoemde fontein plastiek werd in januari 1973 geplaatst en was een ontwerp van de beeldhouwer Jaap van der Meij uit Hemrik (bij Drachten). Het kunstwerk, in de vijver, destijds rechts van de hoofdingang van de bank, werd tijdens de opening van het nieuwe gebouw op woensdag 24 januari van dat jaar aan de gemeente Groningen aangeboden. De hoge constructies, die uit het water oprijzen, zijn van Frans aluminiumcement.
Binnenin de fontein-plastiek zit onderwaterverlichting. Bovendien kwamen er waterpompen in, waardoor het water anderhalve meter hoog kon spuiten. Jarenlang waren de onderwaterverlichting en de fonteinwerking van het beeld buiten werking gesteld. Met het stopzetten van alle fonteinen in de stad in 1973 meende men bij de gemeente Groningen een zinvolle bijdrage te leveren aan de bestrijding van de oliecrisis. Pas twintig jaar later, in 1993, werd de fonteinfunctie van het kunstwerk in ere hersteld. Zelf heb ik recent niet kunnen constateren dat deze constructie nog werkt.
Uitgangspunt bij het ontwerpen van de fonteinplastiek was voor de kunstenaar ‘een openbarstende aarde, waaruit drie pylonen omhoog schieten, ondersteund door wit-kolkend, spuitend water met helwitte verlichting.’ De in 1990 op 81-jarige leeftijd overleden Van der Meij voegde er destijds aan toe dat je met je fantasie nog allerlei andere kanten uit kon. Als voorbeeld noemde hij ‘van vruchtbare aarde tot vrijkomende energie’. Ook sprak hij de hoop uit dat spontaan een naam aan het kunstwerk zou worden gegeven want dat zou volgens hem een duidelijke aanwijzing zijn, dat hij als kunstenaar was geslaagd. Het werd uiteindelijk ‘het groeisymbool’.