HMS Hood, een bijzonder slagschip

De vele tekeningen van bouwnummer 460

tekst: Lieuwe van der Velde

HMS HOOD was een bijzonder slagschip, maar ook een mooi schip. Het gaat eigenlijk wel wat ver om een slagschip mooi te noemen, maar in dit geval gaat het wel op. Het schip werd gebouwd aan de rivier de Clyde op de John Brown werf. Onder bouwnummer 460 was dit het grootste schip dat tot dan toe op deze werf werd gebouwd.

John Brown shipyard

In april 1916 vond de leiding van de Royal Navy dat het tijd werd om vier nieuwe slagschepen te bouwen die voor die tijd de modernste dienden te worden. Binnen de Britse marine werden deze schepen geen battleships genoemd, maar battlecruisers. Het schip had een voor die tijd gigantische topsnelheid van 32 knopen. Dat komt overeen met maar liefst 59,26 km per uur! Deze snelheid kwam mede door het gebruik van 24 stoomketels met evenveel stoomturbines. Allemaal verbonden door een vernuftig systeem van tandwielen en drijfstangen, genereerden deze turbines een gezamenlijk vermogen van 144.000 PK. Maar om deze snelheid te halen werd de pantsering een stuk minder. Met name de dekplaten werden dunner uitgevoerd. De leiding van de marine was er van overtuigd dat de snelheid van een dergelijk schip belangrijker was dan de plaatdikte.

De HMS Hood in aanbouw: een prachtige overzichtsfoto

Houtsnijwerk van de Hood

Maar tijdens en vooral na de slag bij Jutland werd hier geheel anders over gedacht. Vele granaten van de Duitse marine gingen dwars door de dunnere dekplaten van de slagschepen heen en zorgden ervoor dat de munitievoorraad ontplofte. (Daar kom ik in een ander verhaal op terug.) Dus na de slag bij Jutland werd de Hood drastisch aangepakt. Het schip was toch nog in aanbouw, derhalve waren de aanpassingen niet zo moeilijk. De bewapening bestond uit 8 15 inch kanonnen. Deze kanonnen waren in staat om een granaat van 1000 kg over een afstand van 17 mijl weg te schieten. 17 Mijl komt overeen met bijna 30 km. In het nationaal archief van Schotland zijn de bouwtekeningen en de prachtige foto ’s van de bouw te vinden. Op onderstaande foto is de constructie van de kiel te zien.

De constructie van de kiel

En zo zijn er elke 3 weken een serie foto ’s gemaakt van de bouw. En het is prachtig om de serie achterelkaar te zien. Dat zou voor dit verhaal uiteraard wat veel worden, maar een paar foto ’s wil ik toch graag laten zien.

 

Het zijn buitengewoon scherpe foto ’s omdat de negatieven erg groot zijn (glasplaten). Het archief van scheepswerf Brown wordt bewaard aan de universiteit van Glasgow en daar zijn de tekeningen en foto‘s te vinden. Deze tekeningen zijn niet gemaakt op papier, maar op linnen. En met name de veranderingen, die aangebracht werden na de slag bij Jutland, zijn interessant. In rood is aangegeven welke platen dikker moesten worden. En dat was met name de dekbeplating en de platen rond en om het munitiemagazijn. Op deze manier kwam er ongeveer 5000 ton staal extra op het schip terecht.

Sets kanonnen aan dek om gemonteerd te worden.

En zo werd de dikte van het dek veranderd van 9 inch naar 12 inch. (12 inch is 30,5 cm!). Dat was een groot verschil. En na al deze veranderingen, werd op 22 augustus 1918 de Hood te water gelaten. De publieke belangstelling was enorm. De verdere bouw gebeurde in een haven, speciaal gemaakt bij de werf. Daar werden de enorme kannonnen gemonteerd. Elke set met 2 kannonnen woog maar liefst 100 ton.

Het was op 9 januari 1920 dat het schip compleet afgebouwd de werf kon verlaten. De Eerste Wereldoorlog was tot een einde gekomen en voor inzet tijdens de strijd kwam de Hood te laat. Maar voor de Tweede Wereldoorlog zeker niet.

9 januari 1920; de Hood is klaar

Enkele bemanningsleden schrobben het dek

De totale bouw en uitrusting van de HMS Hood had in die tijd 6 miljoen pond gekost. Omgerekend zou dat in deze tijd 2 miljard pond zijn geweest. Toen het schip de thuishaven Plymouth naderde stonden de mensen rijen dik opgesteld om de bemanning en het schip te verwelkomen. Iedereen wilde het grootste slagschip, dat toen bestond, met eigen ogen zien. In totaal waren er gemiddeld 1300 mensen nodig om dit schip te bedienen en te onderhouden. Een dorp op zich dus. Elke morgen om zes uur werd het dek schoongemaakt en twee keer per jaar werd het hele schip geverfd. Voor elke verfbeurt was maar liefst 4000 kg verf nodig.

In de hoge golven van de Noord Atlantische Oceaan werd de extra bepantsering echt duidelijk. En de bemanning noemde het schip dan ook de grootse duikboot ter wereld. Door al het extra gewicht had het schip nogal wat tijd nodig om het overkomende water kwijt te raken.

Na het einde van de Eerste Wereldoorlog bestond het Britse Rijk uit ongeveer een vierde van alle landoppervlak van de aarde. In rood zijn de Engelse gebieden op bijgaande kaart aangegeven.

De Engelse regering vond het dan ook tijd dat hier meer aandacht aan besteed werd. En dus vertrok de Hood op 27 september 1923 uit Plymouth voor een bijzondere reis. De reis zou bekend worden als de Empire Cruise. Een reis van maar liefst 32000 mijl rond de wereld. HMS Hood werd vergezeld door zes andere oorlogsschepen en dit geheel werd bekend onder de naam: Special Service Squadron. De volgende schepen deden mee aan deze cruise:

HMS Hood; kapitein John K Turn
HMS Repulse; kapitein Henry Parker
HMS Danae; kapitein F Austin
HMS Dauntless; kapitein C Round-Turner
HMS Delhi; kapitein J Pipon
HMS Dragon; kapitein B Fairbaim
HMS Dunedin
HMS Adelaide; dit schip kwam er bij in Australië.

Van alle schepen is op internet vast wel van alles te vinden, voor degene die er interesse in heeft.

De gouverneur van Sierra Leone

De vloot vertrok dus op 27 November 1923, en de eerste stop was Freetown, in Sierra Leone. Daar werd de vloot ontvangen door de gouverneur. Daar heeft een van de bemanningsleden een foto van gemaakt.

Er werd voedsel en water ingenomen voor de reis naar Sydney. Het doel was om de Britse vlag te laten zien en vooral de Britse zeemacht. In Sydney was de ontvangst enorm; meer dan 400.000 mensen hadden zich langs de haven verzameld om de binnenkomst van de schepen te zien. De volgende dag was de Hood opengesteld voor bezoek van belangstellenden (op enkele verblijven na). En de drukte was zo groot dat men besloot om er een paar dagen aan toe te voegen. Op een foto, gemaakt door een bemanningslid, is de enorme drukte goed te zien.

Grote aantallen bezoekers in Sydney

Deze reis van de zeven schepen was een groot succes, maar was destijds buitengewoon duur. Alleen al aan brandstof, had de Hood 330.000 pond gebruikt! Maar de Britse regering was zeer tevreden met dit optreden van de marine. En het was natuurlijk niet alleen bedoeld om het schip te laten zien. Maar zeker ook als waarschuwing; wie de Engelse marine durfde aan te vallen kwam dit machtige schip zeker tegen. Maar we dienen wel even te bedenken dat het schip vooral was gebouwd voor inzet tijdens een oorlog en die zou maar al te snel komen.

In augustus 1939, werd de Hood naar de Orkney Isles gevaren waar het aankwam in de natuurlijke haven Scapa Flow. Van daaruit kon het schip gemakkelijk en snel op de Noordzee komen.

De Hood in Scapa Flow, gezien vanaf een ander schip.

Scapa Flow was in 1939, net als in 1917, de thuishaven van de Britse marine. Naast Hood lagen er nog ongeveer 40 schepen voor anker. Dit was voor Scapa flow economisch gezien een geweldige tijd. De schepen moest voorraden hebben en er was een flinke opslag van stookolie.

De bevoorrading werd gedaan met speciale olietankers en ook de rest werd aangevoerd met schepen. Ook de bemanning die verlof had, werd naar de wal gebracht en kon in een grote bioscoop de meest recente films zien. Wat tijdens de Eerste Wereldoorlog de torpedowerkplaats was, werd omgebouwd tot bioscoop, pub en recreatiezalen. Op de foto zien we hoe het er heden ten dage uitziet. Een beetje roestig, maar het staat er nog steeds.

 

Vanwege de dreigende oorlog werd er veel geoefend met het Oerlikon 20 millimeter antivliegtuig geschut. Er werd geoefend, met op de wal opgesteld geschut. Aan boord zou dit een enorme herrie geven. En voor de mensen die sliepen, omdat ze nachtdienst hadden gedraaid, was dit niet te doen. Op de foto zien we het Oerlikon geschut. Opmerkelijk is dat niemand gehoorbescherming draagt.

Schietoefening Oerlikon afweergeschut

Op zondag 3 september 1939 werd aangekondigd dat Engeland in oorlog was met Duitsland. Dus na ruim 20 jaar te hebben gevaren, zonder dat er ook maar een kanon werd gebruikt, zou de bemanning van de Hood kunnen bewijzen wat het schip in oorlog waard was.

Kapitein Sommerville

Door de Blitzkrieg van Duitsland, zag Frankrijk zich al snel genoodzaakt zich over te geven, om zo onnodig verlies van mensen en materieel te voorkomen. Maar de oorlogsschepen van Frankrijk lagen vrijwel allemaal in Mers El-Kebir in Algerije. Het waren 6 torpedobootjagers en 4 slagschepen. Churchill was niet van plan deze schepen in Duitse handen te laten vallen. In juni 1940 vertrok Hood midden in de nacht uit Scapa Flow voor een geheime missie, samen met nog een aantal schepen, waaronder de Ark Royal. De missie werd Force H genoemd. Kapitein was James Somerville en de bedoeling was om, als dat nodig zou zijn, de Franse oorlogsschepen uit te schakelen.

Engeland bood Frankrijk 3 mogelijkheden aan: De eerste was om zelf de schepen onklaar te maken. De tweede was om weg te varen naar West-Indië of Australië. De derde was om zich te voegen bij de Britse vloot en onder bescherming van Hood te varen naar Scapa Flow.

Een zeldzame foto van de bemanning in kleur

De Fransen gingen hier niet op in, dus wat er toen besloten werd, is de geschiedenis ingegaan als een zwarte bladzijde voor de Britse marine. Een paar uur na het verstrijken van de tijd, die de Fransen kregen om te reageren, kreeg Somerville de opdracht om het vuur te openen. Dit was op 3 juli 1940 om 16:55 uur. Samen met de andere Britse schepen HMS Vaillant, HMS Resolution en het vliegdekschip HMS Ark Royal, inclusief een escorte van kruisers en torpedobootjagers, werd er een aanvang met de strijd genomen.

Het derde salvo van de Britten raakte eerst de Bretagne, waardoor dit schip explodeerde en om 17:09 uur zonk, met 977 mannen aan boord. Na dertig salvo’s stopten de Fransen met schieten. Ondertussen verlegden de Britten hun koers om te voorkomen dat de Franse kustbatterijen konden vuren. De Provence, Dunkerque en de torpedojager Magador werden door hun eigen bemanning beschadigd en aan de grond gezet. De Strasbourg slaagde erin samen met vier torpedojagers uit de belegerde haven te ontsnappen. Toen deze vijf schepen open zee bereikten, kwamen ze onder vuur te liggen van Swordfish bommenwerpers van de HMS Ark Royal. Twee vliegtuigen gingen hierbij verloren (hun bemanning werd gered door de torpedojager HMS Wrestler). Het bombardement had weinig effect. De bemanning van de Britse kruisers HMS Arethusa en HMS Enterprise meldden dat ze een Franse torpedojager in beslag hadden genomen.

Nog een kleurenfoto van de Hood

Om 20:20 uur blies Somerville de achtervolging af, omdat hij wist dat zijn schepen slecht waren uitgerust voor een nachtelijke achtervolging. Na een andere aanval van een Swordish om 20:55 uur te hebben afgeweerd bereikte de Strasbourg op 4 juli 1940 de Franse havenstad Toulon. Op 4 juli bracht de Britse onderzeeër HMS Pandora de Franse kanonneerboot Rigault de Genouilly die uit Oran kwam, tot zinken. In die nacht voerden Franse bommenwerpers een vergeldingsactie uit tegen de Britse vloot in Gibraltar, echter zonder groot effect.

De Britten geloofden dat de beschadigingen aan de Dunkerque en Provence niet ernstig genoeg waren. En dus voerden Britse Fairey Swordfish vliegtuigen in de morgen van 6 juli vanaf de HMS Ark Royal een aanval uit op Mers-el-Kébir. Een torpedo raakte de patrouilleboot Terre-Neuve, die afgemeerd was naast de Dunkerque. De Terre-Neuve zonk snel en de lading dieptebommen veroorzaakte een grote explosie, waardoor de Dunkerque zwaar beschadigd raakte.

De 4 Franse slagschepen

Met ontzetting reageerde de Britse bemanning op deze enorme aanval. Dit was het eerste echte optreden van Hood. Maar het wrange was, dat een paar weken daarvoor, de Fransen nog geallieerden waren en meededen met de Engelsen. Ook Somerville had er grote moeite mee. Maar hij begreep ook wel dat dit kennelijk de enige mogelijkheid was. Er kwamen maar liefst 1079 Fransen bij de beschietingen om het leven. En dat is bijna niet te geloven. Als het alleen maar om de schepen ging, dan hadden de Engelsen, de Fransen toch de tijd moeten gunnen om van boord te gaan. Voor mijn gevoel een zeer vreemde gang van zaken.

In januari 1940 ging Hood terug naar Schotland om in dok te gaan. Dit dok was vlak bij de Forth Bridge. De Forth Bridge is een spoorbrug die de oevers van de Firth of Forth in Schotland met elkaar verbindt. Dit type brug staat ook wel bekend als cantilever of console brug. De brug ligt tussen de plaatsen North Queensferry en Queensferry.

Het schip had na 21 jaar varen behoorlijk wat onderhoud nodig. Van een paar turbines werden de bladen compleet vervangen en zo waren er nog vele reparaties, met name onder de waterlijn. En terwijl het schip in het dok lag, kreeg Somerville te horen dat de Duitsers bezig waren met de proefvaart van het grootste slagschip aller tijden: de Bismarck.

Wat geschut en snelheid betreft waren de beide schepen gelijk aan elkaar, maar de Hood had, in vergelijking tot de Bismarck vrijwel geen bepantsering. Toen de Hood na een paar maanden het dok verliet en onder de beroemde brug doorvoer, had niemand kunnen denken dat dit de laatste keer was, dat ze dit schip zouden zien.

Luchtfoto Bismarck

De Hood had opdracht gekregen om de konvooien in de Noord Atlantische oceaan te beschermen. Zonder deze absoluut noodzakelijke aanvoer van voorraden, hadden Engeland en Rusland de oorlog niet volgehouden. Op 21 mei 1941 zag de bemanning van een RAF vliegtuig een schip in een fjord, langs de kust van Noorwegen. Dit schip was duidelijk de Bismarck. De foto is gemaakt door de bemanning en direct geanalyseerd door experts.

Het wachten was nu, tot de Bismarck te voorschijn zou komen en daarna proberen het schip uit te schakelen. Er is een unieke foto, genomen vanaf de Prince of Wales, waarbij de Hood de achtervolging van de Bismarck inzet. Dit is de laatst bekende foto van de Hood.

De Hood in de achtervolging. Dit is de laatst bekende foto van Hood.

Op 24 mei 1941 kwam er een bericht binnen dat de Hood door de bemanning van de Bismarck tot schroot was geschoten. De Hood had een voltreffer op het dek gehad en was door midden gebroken. Uiteindelijk onderging de Bismarck hetzelfde lot, maar daar kom ik in een ander verhaal op terug. De Bismark was ook iets ongelofelijks.

Een Engelse officier, op een van de andere schepen (H.M.S. Norfolk), maakte een paar tekeningen van de laatste momenten van de Hood.

 

Er kwamen 1415 mensen om het leven tijdens de ondergang van de Hood. Een schip, dat drie jaar in tijd had gekost om te bouwen, meer dan twintig jaar dienst had gedaan, verdween in een paar minuten onder de zeeoppervlakte. Wat nog rest is de ankerboei, die nog steeds te zien is in de baai van Scapa Flow.

De ankerboei van de Hood

En met de Hood verdween eigenlijk een verenigde natie: het Verenigd Koninkrijk zo groot, dat nergens de zon onderging. In 1947 werd India zelfstandig en daarna volgden nog vele andere landen. De reis die de bemanning met de Hood ooit had gemaakt, langs alle landen van het Britse rijk, zou nooit weer worden herhaald.

Literatuur:
University of Scotland
BBC archive