In Zeeland… dag Sinterklaasje

tekst: Govert van Brakel

Mijn oma woonde op Scheveningen, vlak achter de boulevard. Noodlot had haar in haar tienerjaren verdreven van haar Overijsselse geboortegrond. Ze kwam aan de kust terecht. Haar achtertuintje was een natuurlijk gevormde zandbak. "Kijk jongens. Gras!" Wij vonden drie grassprieten. Ze werden gekoesterd als water in de woestijn.

Ze hield onvoorwaardelijk van de zee. Vooral als je uit je jas woei en metershoge golven het bestaan op het vaste land bedreigden, ging ze "even een boulevardje pikken." Zo jong als we waren moesten we mee. " Dit zie je maar zelden."

Ik heb het haar helaas nooit gevraagd, maar hoe zou ze die nacht van maandag 31 januari op 1 februari 1953 hebben beleefd? De nacht van de watersnoodramp. Ik heb er zelf geen enkele eigen herinnering aan. Te klein nog. Maar ik denk dat mijn ouders die nacht angstig wakend in hun Scheveningse woonkamertje hebben doorgebracht. Met de (vrijwel lege) geldkist met verzekeringspapieren op schoot. Klaar voor evacuatie van zichzelf en hun vier jonge kinderen. Gek genoeg heb ik ze er nooit over gehoord. De deernis ging uit naar mens en dier in Zeeland.

Jan de Troye [foto: Wikipedia]

Radioverslaggever Jan de Troye (1920-2006) van VARA's Dingen van de Dag hoorde die avond ‘via via’ dat er iets ernstigs aan de hand was in Zeeland en ging zo goed en zo kwaad als dat kon tijdens de hevige storm direct met een reportagewagen op pad. Hij kwam tot Dordrecht. Vanaf dat punt stokte de reis. Het water verhinderde iedere poging om verder te komen. Hij kreeg een lumineus idee. In de vroege morgen van zondag 1 februari charterde hij een Dakota-vliegtuigje. Breaking news avant la lettre. Hij was de eerste die het land op de hoogte stelde van de omvang van de ramp.

Zijn VARA-collega en vriend Arie Kleijwegt (1921-2001) zat op dat moment in het Noorse Hamar voor een verslag van het Europees kampioenschap schaatsen. Als hij de eerste berichten uit het vaderland hoort, reist hij spoorslags af naar huis. Voor het grote nieuws dat Kees Broekman die middag als eerste Nederlander ooit Europees kampioen wordt, was geen enkele aandacht meer.

Op de dag des onheils maar dan 40 jaar later, maandag 1 februari 1993, zat ik in gezelschap van meneer Arie en meneer Jan in de studio van Omroep Zeeland. De landelijke en regionale radio maakten samen een herdenkingsprogramma. Ik mocht het met Bob Lagaaij van Omroep Zeeland presenteren. Eindredactie en gastvrijheid: Flip Feij (en Pieter Schut). Voor de zoveelste maal in hun fraaie loopbaan vertelden Arie en Jan over hun belevenissen in die barre dagen.

Arie Kleywegt [foto: Beeld en Geluid]

Aan de vooravond van onze uitzending wilden beide mannen graag Studio Sport zien en een gratis neutje drinken. Ze besloten op bezoek te gaan bij hun oud-KRO-collega Adrie van Oorschot (1920-2004). Meneer Adrie had een mooie loopbaan achter de rug in Hilversum. Van 1965 tot 1985 was hij onze tv-Sinterklaas (" Dag mevrouw Bouwman, staat u daar ook weer?"). Na zijn pensioen was hij teruggekeerd naar zijn geboortestad Vlissingen, naar een fraai appartement met uitzicht op de Westerschelde.

Adrie was erg blij dat zijn oud-collega's aanbelden. Zijn humeur veranderde toen bleek dat de mannen niet in eerste instantie voor hem kwamen, maar voor het voetbal en een jonge genever. Hij zette ze direct op straat.

Of het ooit goed gekomen is weet ik niet. In 2003 zat ik weer in Oost-Souburg, maar nu zonder Arie Kleywegt en Jan de Troye. Die middag voltrok zich elders een ramp. Op weg naar de aarde ontplofte de Spaceshuttle Columbia. De zeven Amerikaanse astronauten die aan boord waren kwamen om het leven.