(door Hans Knot)
In deze rubriek halen we toenmalige nieuwtjes betreffende radio en televisie terug uit het verleden met deze keer een focus op begin januari 1971. Begin van het betreffende jaar werd het al snel duidelijk dat er geen ontkomen was aan verhoging van de omroepbijdragen, wilde men nog enig soelaas kunnen bieden aan de financiële nood, waarin de publieke omroep op dat moment verkeerde.
Toenmalig NOS-voorzitter E. A. Schüttenhelm sprak woorden van die strekking tijdens zijn nieuwjaarsrede gehouden gedurende de receptie van het bestuur van de Nederlandse Omroep Stichting in Hilversum. “Verhoging van de omroepbijdragen is een levensnoodzaak, die niet kan worden afgedaan” dit met een verwijzing naar de inefficiënte werkwijze in Hilversum als gevolg van de pluriformiteit van de omroep.
De heer Schüttenhelm ging uitvoerig in op de financiële noodsituatie, waarin de NOS verzeild was geraakt. “Als de begroting voor 1971 niet wordt goedgekeurd, zullen we moeten bezuinigen. Daar zal veel wijsheid voor nodig zijn. Op het personeelsbestand zal in ieder geval niet worden bezuinigd." Rekening werd er ondertussen wel gehouden met de mogelijkheid, dat de nieuwbouw tijdelijk stopgezet diende te worden.
De NOS-voorzitter wees ook op een dreigende teruggang in de opbrengsten van de reclamegelden als gevolg van de economische regressie. Hij zei tevens, dat iedere procent loonsverhoging de NOS een bedrag van een miljoen gulden ging kosten. In het voorgaande jaar had de NOS bij gelijkblijvende inkomsten rond tien miljoen gulden aan salarissen extra moeten betalen
Het NOS-Journaal
Ondertussen was er ook een topbenoeming te verwachten van een functionaris van het NOS-Journaal. De naam van de toenmalige Haagse redacteur van het NOS-Journaal, Hans van der Werf, werd genoemd als die van adjunct- hoofdredacteur bij het NOS-Journaal en als toekomstige opvolger van de hoofdredacteur Dick Simons die in het najaar van 1970 te kennen had gegeven t.z.t. te zullen vertrekken. Op 12 januari 1971 kwam hij nogmaals in de kolommen van de diverse kranten voor toen werd gemeld dat het in het voornemen lag bij het NOS-Journaal de heren W. Stokla en H. v. d. Werf te benoemen als plaatsvervangende hoofdredacteuren.
Een overeenkomstig voorstel werd, na overleg tussen de programmaleider, de commissarissen-programma en personeel en de hoofdredacteur, aan de Raad van Beheer voorgelegd. Dit voorstel hield in, dat de heer Stokla benoemd zou worden tot Chef Nieuwsproduktie en de heer van der Werf tot Chef Nieuwsverwerking en dat beiden, ieder voor hun eigen werkterrein, de hoofdredacteuren zouden kunnen vervangen. Beiden hadden zich met deze op handen zijnde benoeming akkoord verklaard, al had Hans van der Werf een voorbehoud ten aanzien van de functie Chef Nieuwsverwerking kenbaar gemaakt. Hij wilde zich een groter inzicht in deze functie verschaffen.
De memo van de programmaleider Karel Enkelaar aan de journaalredactie maakte het bovenstaande bekend en vloeide voort uit de onrustige situatie, die enkele weken eerder ontstond, toen het voornemen bekend werd Van der Werf tot adjunct-hoofdredacteur te benoemen. In deze memo werd de journaalredactie ook medegedeeld, dat geen enkele wijziging in de organisatie van het journaal meer zou worden doorgevoerd zonder een representatieve vertegenwoordiger van deze dienst in het overleg te betrekken.
Het bleef echter bij het rondgaan van Van der Werf zijn naam want na zijn periode in Den Haag werkte hij jarenlang voor de NOS in Brussel. Van der Werf versloeg ook regelmatig Koninklijke gebeurtenissen. Van zijn hand verscheen een aantal boeken, onder meer over oud-premiers Den Uyl en Van Agt. In januari 2004 kwam Van der Werf op 76-jarige leeftijd te overlijden. Het NOS-Journaal, dat destijds nog gehuisvest was in een barak op grote afstand van het Omroepkwartier, kreeg in de loop van 1970 een nieuwe en betere behuizing.
Kleurentelevisie in België
Op 1 januari 1971 kreeg de Belgische televisie officieel kleurentelevisie. Vanaf die dag konden de Belgen ongeveer gemiddeld 20 uur aan kleurenprogramma’s ontvangen, verdeeld over de Vlaamstalige en Franstalige televisienetten. Aanvankelijk zou België in september 1969 met kleurentelevisie beginnen, maar men had nog geen keuze kunnen maken uit de systemen, welke men kon volgen. Uiteindelijk werd besloten de 625 lijnen CCIR (Comité Consultatif International de Radiocommunications) toe te passen.
De weinige Vlamen en Walen, die op dat moment al een kleurenontvanger bezaten, hebben tot op dat moment de te ontvangen buitenlandse programma’s gevolgd om profijt van hun kleurenmogelijkheden te trekken. De Belgische televisiekijkers waren namelijk wel bevoorrecht omdat als gevolg van de centrale ligging van het land men ruime keus had en heeft uit andere Europese programma's. Omdat het Belgische televisietoestel geschikt diende te zijn om twee systemen te ontvangen, was de aanschaf vrij prijzig. Een gewone zwart-wit ontvanger kostte destijds ongeveer elfhonderd gulden en een kleurentelevisie kwam minstens op achtendertighonderd gulden. Die hoge prijs voor een kleurenontvanger bleek vooral een handicap voor vele van de potentiële kopers, maar de fabrikanten verklaarden in 1971 dat het nog wel even zou duren eer de prijs kon gaan dalen.
Geen Grand Gala
Het Grand Gala du Disque, jarenlang het televisie paradepaardje van de Nederlandse platenindustrie, ging in 1971 ook niet door, zo werd begin januari bekend. Het was organisator John Vis niet mogelijk gebleken goede artiesten te vinden die konden komen. “Als je geen goede mensen kan krijgen, dan moet je het niet doen". Volgens de heer Vis waren onder anderen Engelbert Humperdinck en het Russische Alexandrof Ensemble verhinderd om naar Nederland te komen. Hij heeft daarop destijds het bestuur van de Stichting Collectieve Grammofoonplaten Propaganda geadviseerd om het Grand Gala niet door te laten gaan. Het betekende dat een hoogtepunt van het televisieseizoen 1971 zou komen te vervallen.
Dick Verkijk zelf in het nieuws
De Tsjechoslowaakse televisie heeft op 7 januari 1967 een programma van een half uur uitgezonden over de NOS-medewerker Dick Verkijk. Verkijk werd in augustus 1970 in Praag gearresteerd en na zes dagen hechtenis uitgewezen wegens buiten de normale journalistiek vallende activiteiten in het toenmalige Tsjecho-Slowakije. Verkijk heeft naderhand beroep aangetekend tegen zijn
uitwijzing, maar is daarin niet ontvankelijk verklaard.
Van zijn verdere stappen zou door de Tsjechoslowaakse autoriteiten geen nota meer worden genomen, zo werd hem kort voor zijn uitwijzing bericht. Een dag later was er slechts een heel klein berichtje terug te vinden op de voorkant van mijn favoriete krant, waarin werd meegedeeld dat het programma drie kwartier van lengte was en dat, zonder in detail te treden, werd gemeld dat Verkijk door de autoriteiten van het land als spion werd gezien.
In een extra Achter het Nieuws-uitzending werd vervolgens om 23.10 uur op Nederland 2 een samenvatting uitgezonden van het programma dat de Tsjechische televisie uitzond over reporter Dick Verkijk. Daarna werd op het vertoonde door Verkijk zelf commentaar gegeven in een gesprek met Hans Jacobs. Het Tsjechische programma werd in opdracht van de VARA in Wenen gefilmd.
Kleurentelevisie in Nederland
Tot slot nog iets over de kleurentelevisies in Nederland. De verkopen van de kleurentelevisietoestellen verliepen namelijk goed rond die tijd. In een jaarverslag van door Kamer van Koophandel gepubliceerde mededelingen van de zijde van de detailhandel, dat ging over de verkoop van televisietoestellen, werd benadrukt dat in de tweede helft van 1970 het vooral de kleurentelevisie was die werd aangeschaft. Ook Philips, veruit de grootste in de markt van televisietoestellen in die tijd, werd benaderd maar van de zijde van Philips kon niet worden bevestigd of de informatie juist was.
De verkopen van kleurentelevisietoestellen van dit concern liepen goed, maar van een zware accentverschuiving van zwart-wit naar kleuren zou nog geen sprake zijn geweest. Wel wist men te melden dat de verkopen van zwart-wit toestellen even goed liepen als die van kleurentoestellen.
In de eerste twee jaar van de verkoop van kleurentelevisietoestellen in ons land (1 september 1967 tot 1 september 1969) werden er 50.000 van deze apparaten verkocht. In het jaar daarop verdubbelde zich deze afzet ongeveer zodat er begin oktober 1970 200.000 kleuren televisietoestellen in Nederlandse woningen stonden. Deze verdubbelde afzet-trend heeft zich in de laatste maanden van 1970 voortgezet.