Nieuwe presentatrice voor Twien in 1968

Simon en Garfunkel zijn in 1966 in Nederland en verschijnen in het eerste seizoen van Twien

tekst: Hans Knot 

De jeugd die eens tiener was in de jaren zestig van de vorige eeuw heeft vele pogingen gezien te komen tot een goed programma dat puur gericht was op de jeugd uit die tijd. Eén van die programma’s was Twien, geproduceerd in de keuken van de NCRV. In november 1968 werd de nieuwe presentatrice voor de leeuwen geworpen maar vooraf aan de pers voorgesteld. De 21-jarige Heleen Schuttevaer stond onder meer de Gemeenschappelijke Persdienst te woord en bracht zelf al een vraag aan, waarschijnlijk toen het interview niet al te goed op gang kwam. Heleen: “Weet je wat je ook kunt vinden? Of ik verlegen ben. Ze denken altijd, die meisjes die op de televisie komen hebben geen schroom. Maar als mij wat wordt gevraagd, krijg ik zo'n kop!"

Heleen Schuttevaer (21) gaf volgens de GPD-journalist vervolgens met haar handen een formaat aan dat inderdaad niet gering was. Heleen was van huis uit journaliste en ze is vervolgens presentatrice geworden van het NCRV-programma Twien. Op de avond dat het interview uiteindelijk werd geplaatst was ze voor de tweede keer op de televisie te zien: ‘Voor de kijkers die de eerste keer niet (goed) hebben gekeken, wil zij zichzelf wel beschrijven. Heleen: “Ik ben lang en slank", sprak ze dromerig. “let wat nerveus. Tikje gezet op de dijen. Hahaha. Muzikaal. Ik heb een onregelmatig gelaat. Het bovengebit loopt wat scheef af. Stukje uit de voortand. Gebroken neus. Blauwe ogen, vrolijk.... eh....Ja, ik ben erg vrolijk. Het kan ook nervositeit zijn. Als ik iets laat vallen moet ik verschrikkelijk lachen. Ik ben één meter acht en zeventig lang. Ja, dat moet je maar vertellen voor de kijkers, die zien dat niet want alleen mijn hoofd komt maar in het beeld".

Ze vertelde vervolgens hoe ze bij de NCRV op de televisie terecht is gekomen. Ze ging in het voorjaar van 1968 voor de redactie van haar krant, het Utrechtsch Nieuwsblad, Thera Coppens, destijds Twien-presentatrice, interviewen. Deze vertelde haar dat ze er mee zou stoppen en vroeg zich af of het niets voor Heleen zou zijn de plaats van haar in te nemen. Heleen dacht van wel, schreef een briefje en werd maanden later met twee andere meisjes, voor een auditie opgeroepen. Na haar uitverkiezing zag ze met angst en beven haar televisiedebuut tegemoet. “De eerste keer durfde ik niet te lachen, omdat ik een hoektand miste, maar de volgende keer zit-ie er in".

Na slechts een uitzending had ze wel enige kritiek, hoewel ze het zelf gezonde kritiek vond. “Twien is nog niet, zoals ik het graag zou willen zien. Ook wat de muziek betreft. Je moet niet alleen maar beat te brengen, maar ook popgroepen, avant-garde, gooi er maar gekke dingen in. De mensen moeten plotseling zeggen dat het anders is.

Bij het Utrechtsch Nieuwsblad produceerde ze de toen voorafgaande twee jaren de beatpagina en daarnaast van alles en nog wat. Ze mocht er zeer veel doen en die twee jaren dagbladjournalistiek lieten Heleen niet onberoerd. Ze stelde destijds: “Ik ben er vrijer door geworden. Ik kwam van een gymnasium, waar werkelijk niets mocht. Je mocht er niet eens door een vriendje van één andere school worden afgehaald. Ik ben ook rustiger geworden. Vroeger moest ik overal naar toe, ik moest altijd opvallen. Nou val ik vanzelf wel op, o, als je dat opschrijft!"

De journalist, die haar destijds interviewde, is zo verstandig geweest de zin compleet mee te nemen in het verhaal evenals de volgende opmerking: “Ik bijt nagels en vroeger had ik een sjaaltjescomplex. Ik dacht dat ik zo’n magere hals had, ik moest altijd een sjaaltje dragen. Ik heb me wel wat gedistantieerd van bet beatwezen. Vroeger, joh, vond ik het geweldig om een ster te ontmoeten".

En hoe stond ze tegenover politiek en cultuur? “Nou, ik kom uit een WD (Willem Drees) -milieu en ik had, denk ik, ook wel die soort denkbeelden. Ik geloof dat ik nu wel links ben. Ik kan me nu over bepaalde dingen opwinden. Bijvoorbeeld dat Phonogram van Amsterdam naar Brussel een speciale trein laat rijden, voor een gouden plaatuitreiking aan Egbert Douwe, terwijl in dezelfde week een anti-hongeractie wordt gehouden".

Peter Blom (1969)

Het programma ‘Twien’ was bij de NCRV maandelijks te zien op vrijdagavond en volgens het archief van Beeld en Geluid in Hilversum was de naam van het programma een verwijzing naar de doelgroep en dus een samenvoeging van tiener en twintiger. Heel duidelijk kan gesteld worden dat muziek een hoofdrol speelde in de diverse afleveringen maar dat ook andere onderwerpen als sport, kleding, boekbesprekingen en meer aandacht kregen. Ook was er altijd wel een prijsvraagje in het programma opgenomen.

Het programma Twien, dat in 1970 meer progressievere muziek bracht en ook aandacht gaf aan de zogenaamde LP groepen, was tussen 1966 en 1970 vijf seizoenen lang te zien bij de NCRV op Nederland 1. Naast de presentatie van Heleen Schuttevaer werd het programma in de loop der jaren ook gepresenteerd door Hans Kemna, Steven Membrechts, Thera Coppens, Peter Blom en een zeer opvallende naam: Thijs van Leer.