tekst: Hans Knot foto: Karel Prior in het midden, 28-3-1959, bij de 50ste maal Koek en Ei - verder: Joop Doderer, Ko van Dijk, Conny Stuart en Johan Kaart
Vandaag deel twee van de tweeluik Prioriteiten rond een van de bekendere naoorlogse radiomensen, Karel Prior.
We waren gebleven bij terugzetting in functie en daling van inkomen van Prior door de AVRO. Dit nadat er een rel met andere omroepen was ontstaan rond een herdenkingsprogramma dat op 5 mei 1960 zou worden uitgezonden onder regie van Prior. Lang bleven de commentaren nadien in de kranten verschijnen. Bijvoorbeeld bij Henk Hoving, die in 1960 onder de titel ‘Luister Mee Met TV’ een wekelijkse rubriek voerde in een van de landelijke dagbladen. Op 15 juni van dat jaar ging hij daar dieper in op de zaak van de AVRO en Prior:
‘Hoewel iedereen bij de AVRO zo langzamerhand op de hoogte is van de zaken, heeft de directie van de AVRO verzuimd haar beslissing mee te delen. Niet alleen aan de buitenwacht maar ook aan het personeel. Het is een absurde stelling te beweren dat de buitenwacht hier niets mee te maken heeft. De zaak Prior is nu eenmaal een publieke zaak geworden, waarover in alle kranten is geschreven. Wil de AVRO het toch al dikwijls gehoorde verwijt weerleggen, dat deze omroep is gebouwd op een schijndemocratie, dan dient zij onverwijld althans de leden in te lichten over haar beslissing en de motieven, die daartoe hebben geleid.’
Verwarring heerste er alom, ook binnen de kring van medewerkers. Prior kon, ondanks dat hij in rang was teruggezet, nog steeds door medewerkers worden benaderd als hoofd van de afdeling gevarieerde programma's van de AVRO. De vraag werd dan ook in de pers opgeworpen wie hem zou gaan opvolgen. Insiders waren van mening dat er een aantal kandidaten was, waaronder Flip van de Schalie en Roel Balten. Een paar dagen later werd tegengesproken dat een van beide personen in aanmerking zou komen, daar de taken beter overgenomen zouden kunnen worden door algemeen programmadirecteur Henk de Wolf. Deze zou in eigen kring heel duidelijk hebben gemaakt, dat Prior met zijn beslissing de naam van de AVRO veel afbreuk had gedaan.
Prior zelf, zo bleek achteraf, had van de AVRO zwijgplicht opgelegd gekregen. Andermaal Henk Hoving: ‘Vreest de AVRO openbare kritiek? Durft zij de consequenties van haar eigen beslissingen niet aan uit angst, dat het toch al zwaar geschokte vertrouwen in de omroepbestuurders nog meer afbreuk zal worden gedaan? Hoe kortzichtig! Want door deze wijze van handelen bereikt men alleen wat men had willen voorkomen. Wie zijn gezicht niet wenst te laten zien, verliest zijn gezicht. Het schuwen van de operatie is typisch de reactie van de kleine man in moeilijkheden. En dat het hier bepaald niet gaat om grote figuren met dominerende persoonlijkheden is een ieder duidelijk die deze zoveelste omroeprel heeft gevolgd. Dat moet ook duidelijk zijn voor iedere weldenkende abonnee van de AVRO-bode, die wekelijks van de AVRO-directeur Repko hoofdartikelen krijgt te slikken waarvoor iedere leerling-journalist zich zou schamen.’
Maar al vrij snel waren alle sprekers uitgesproken en alle schrijvers uitgeschreven. De verontwaardiging ebde weg en de rust keerde weer terug binnen omroepland. Stilletjes aan werd Prior gewoon weer geaccepteerd op de plek waar hij thuishoorde. En aangenomen mag worden, dat hij in die functie ook weer gewoon zijn normale salaris in zijn maandelijks loonzakje vond. Prior zorgde echter vaker voor de nodige publiciteit en niet altijd in negatieve zin. We halen er nog een voorbeeld van aan en wel, zo'n tien jaar later, uit maart 1971.
In 1971 viel de stem van Prior op de laatste dag van de maand maart te horen op twee stations tegelijk. Dat gebeurde via een zogenaamde link-up, waarbij — tussen elf en twaalf uur in de avond — twee radiostations een uur lang deels gezamenlijk een uitzending verzorgden. Het ene station was de NOS op Hilversum 1, waar Prior op dat moment op freelance-basis werkte voor het programma ‘Cosa Nostra’. Het andere station was Radio Northsea International, dat haar uitzendingen verzorgde via de 220 meter middengolf en verder via FM en korte golf frequenties vanaf het zendschip MEBO II. Zoals gezegd, werkte Prior in die tijd ook voor dat station als freelancer met zijn programma ‘Prioriteiten’, dat iedere zondagochtend de lucht in ging.
Het knooppunt van de gebeurtenissen was Scheveningen. De MEBO II lag op 4,5 mijl uit de kust ter hoogte van die badplaats verankerd. Aan boord van het schip zat Jan van Veen (die normaal alleen vooraf aan land opgenomen programma's presenteerde), bijgestaan door de Engelse deejay Dave Rodgers en nieuwslezer Crispian St. John. ‘Cosa Nostra’ was met een reportageploeg in datzelfde Scheveningen aanwezig. Naast Prior bestond dit team uit Peter Knegtjes en Hans Zoet. In beide programma's werd het bericht verspreid dat er zich bij de Scheveningse Pier steeds meer mensen verzamelden die nieuwsgierig waren hoe de reddingsoperatie ‘Red de Pier van Scheveningen’ verliep. Wat was er aan de hand?
Tien minuten na het begin van het programma Cosa Nostra, nadat eerdere pogingen waren mislukt, werd er verbinding gelegd tussen beide radiostations. Voordat Jan van Veen uitgebreid ging praten met Prior, gaf hij eerst het woord aan Crispian St. John, die de internationale luisteraars van Radio Northsea International op de hoogte mocht brengen van datgene wat er in Scheveningen gebeurde. "It looks like the pier will collapse," aldus Crispian St. John op Radio Northsea International.
St. John kwam met een onheilspellende mededeling: "This is Crispian St. John interrupting the Steve Merike programme and informing our listeners (...) Scheveningen Pier has, over the last few hours, become extremely unsafe due to corrosion. Jan van Veen of our Dutch disk jockey staff will observe the situation from the deck of the MEBO II ship of Radio Northsea International. And Radio Northsea International will keep you informed from minute to minute." Vervolgens meldde Prior op verzoek van Jan van Veen aan de Scheveningse bemanning van de MEBO II: "Er is iets met die pier aan de hand, enne (...) ik ben een leek (...) maar er schijnt toch wel een betrekkelijk catastrofale wending hier te komen ..." Van Veen deed er, na het draaien van een plaat, nog een schepje bovenop op door te stellen dat de pier waarschijnlijk in elkaar zou storten, waarna de Britse deejays vervolgens bij herhaling met soortelijke berichten kwamen.
Ook de medewerkers van Cosa Nostra, die dichter bij het vuur zaten, wisten de nodige details te melden. Zo kwam Peter Knegtjes in de loop van het uur met de mededeling, dat inmiddels ook een aantal olifanten op het strand was gearriveerd om te helpen bij de werkzaamheden. Met behulp van stevige kabels vastgebonden aan een aantal pijlers, zouden de sterke dieren hun kracht inzetten om de pier overeind te houden. De olifanten waren afkomstig van Circus Boltini, dat toevallig net haar tenten in Scheveningen had opgeslagen. De berichtgeving werd overgenomen door het ANP, die in haar middernachtelijk bulletin wist te melden: "Enige honderden mensen hebben vanavond in Scheveningen de verrichtingen gevolgd van een aantal duikers, dat in actie was bij het vierde eiland op de pier. Op het strand waren grote kranen verschenen. Volgens ingewijden in verband met een onderzoek naar vermeende constructiefouten aan de pijlers. Kort na middernacht wordt de uitslag van het onderzoek verwacht."
Normaal werd er na de laatste nieuwsuitzending om 24.00 uur een afsluitend woord gesproken door de omroeper van dienst, gevolgd door enige strofen van het Wilhelmus, waarna Hilversum 1 uit de ether verdween. Die keer echter werd er andermaal verbinding gemaakt met Scheveningen, waar Karel Prior andermaal het woord nam: "Wat de radionieuwsdienst heeft gezegd, of wij de oplossing kunnen brengen over het drama van de pier, wel, ja (...) ik zou eerst nog even willen gaan naar onze verslaggever op de wal, op de boulevard, Hans Zoet ..." Deze vertelde dat het er in dat de pier steeds verder leek te verzakken en dat de pijlers dreigden te bezwijken. Prior draaide vervolgens een eind aan het programma met de mededeling dat eigenaar Zwolsman de pier de volgende ochtend naar de Europoort zou laten verslepen, waar het om 6.00 uur in de ochtend aan zou komen. Om vijf minuten na middernacht liet Prior de luisteraars weten dat het inmiddels de eerste dag van april 1971 was.