tekst: Hans Knot
Het is natuurlijk van alle tijden dat er pogingen worden ondernomen om mensen, vaak ouderen, op te lichten. Gelukkig leven we in een wereld van enorm actieve sociale media waardoor er tijdig waarschuwingen door de overheid of door particulieren kunnen worden uitgezet, zodat men op de hoogte kan zijn van eventuele acties door oplichters. Er wordt met regelmaat op de deurbellen gedrukt en officieel dient elke colporteur zich met een officiële legitimatie aan de benaderde personen voor te stellen. Je hebt van die snelle praters die sommige mensen overbluffend benaderen zodat men zich niet realiseert dat men zich niet officieel presenteert.
Ver voordat die legitimatieplicht werd ingevoerd door de overheid waren er volop illegale activiteiten. De zogenaamde scharen- en messenslijpers kwamen met regelmaat vooral in de dorpen bij de deuren langs. En in 1970 viel er in de stad Groningen duidelijke veranderingen plaats. Was in de jaren daarvoor vooral langs de deuren gejengeld met prachtige echte Perzische tapijtjes, die helemaal niet echt bleken te zijn, werd dit product door de colporteurs eerst vervangen door de zuivere wollen dekens, waarmee langs de deuren werd gegaan. De goede lezer begrijpt dat de wollen dekens letterlijk en figuurlijk niet zuiver waren te noemen.
Het staat me ook bij dat op een bepaald moment er aanbiedingen gedaan werden waarbij economisch dierbare wasmachines tegen afbraakprijzen aan de huisvrouwen aan de deur werden aangeboden. Het was nog niet de tijd dat er speciaalzaken waren waar witgoed in grote hoeveelheden werd aangeboden en ook met deze illegale actie werd menigeen opgelicht.
Het is niet bekend of een bepaald percentage van de Spaanse gastarbeiders, die in ons land in de jaren zestig in ons land zich in inkomst verschaften, werkloos was geworden. Maar toch verscheen een groot aantal plotseling, vooral in Groningen, om als colporteur plotseling bij huisdeuren te verschijnen met een prachtige aanbieding voor vooral de goedgelovige huisvrouwen. Het Nieuwsblad van het Noorden meldde gelukkig over de onzinnig hoge prijzen die een set van vijf pannen, die werd aangeboden. Liefst 795 gulden diende een set op te leveren. Let wel we hebben het over december 1970.
Een vervolgactie was dat de toen ook al actieve Consumentenbond een persbericht in Nederland liet verspreiden om deze illegale activiteiten onder aandacht te brengen. Stomtoevallig was in het decembernummer van het maandblad van de Consumentenbond een vergelijkend onderzoek gepubliceerd van diverse pannensets. Ook de door de Spaanse gastarbeiders aangeboden set van het Rena Ware merk kwam in het onderzoek aan bod en bleek in de winkel minimaal vierhonderd gulden minder te kosten dan aan de deur. Een waarschuwing ging uit aan alle lezers vooral de colporteurs te mijden en de aanbiedingen als onjuist te beschouwen.
Maar de maand december 1970 bracht ons ook positief nieuws. Was er een aantal jaren eerder Europa’s grootste en sterkste computer geplaatst in het Universitaire Rekencentrum, destijds gevestigd aan de Grote Appelstaat in de Martinistad, kwam er op dit gebied begin december 1970 nog meer nieuws.
De N.V. Nederlandse Gasunie, destijds gevestigd in een grauw gebouw aan de Laan Corpus den Hoorn in Groningen, had besloten een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met de N.V. Computer Centrum Nederland, destijds gevestigd in Heerlen. De overeenkomst behelsde een besluit te komen tot een gezamenlijk computercentrum in de stad Groningen. Let wel meer dan 15 jaar voordat de eerste vormen van huiscomputers op beperkte schaal hun intrede deden.
Men streefde er naar dat men binnen het computercentrum opdrachten zou kunnen uitvoeren voor bedrijven en instellingen, voornamelijk gevestigd in de noordelijke provincies. Het centrum kwam er inderdaad en wel bij het eerder genoemde gebouw aan de Laan Corpus den Hoorn. Men ging er vanuit, nadat het centrum gereed was, onderdak ging bieden aan rond de 75 medewerkers merendeel hooggekwalificeerde krachten, wat we nu ICT’ers noemen.
Door het gezamenlijk gebruik werd ook besloten het onder een nieuwe NV onder te brengen. Liefst 12 miljoen werd er voor de bouw uitgetrokken, wat voor die tijd een heel hoog bedrag was. In maart 1971 werden de eerste werkzaamheden binnen het computercentrum begonnen waarbij werd gebruik gemaakt van de expertise en computers die al ter beschikking stonden van de Gasunie in Groningen en het Computer Centrum Nederland in Heerlen. De Gasunie zelf werd de eerste belangrijke klant van de toen nieuwe onderneming; de eigen computerafdeling van de Gasunie zou later, in 1972, worden opgeheven nadat het nieuwe centrum, uitgerust met een grote computer, in bedrijf was gesteld.
De werkzaamheden die er werden uitgevoerd waren niet alleen het verwerken van geprogrammeerde opdrachten, doch bestonden ook uit een deskundige begeleiding en het geven van systeem-analytische en programma-technische adviezen. Naast grote gingen ook middelgrote en kleine bedrijven van de diensten van het centrum gebruik maken. Voor potentiële gebruikers die werkzaamheden op de computer wensten te laten uitvoeren, zou het niet veel later ook mogelijk zijn een directe lijnverbinding te laten installeren. Het is wel duidelijk dat er inmiddels heel veel veranderd is in de wereld van de technologie.