tekst: Hans Knot
Recentelijk kwam er in een van de nieuwsgroepen over radio weer eens het onderwerp ‘productiemuziek op lp’s’ voorbij. Natuurlijk heb ik zelf, toen ik nog intensief op diverse manieren actief was op het gebied van radio maken, het een en ander over laten komen uit Amerika. Productiemuziek op lp uit Fresno was zeer gewild en werd destijds ook gebruikt op Radio Caroline en Laser 558. Denk alleen maar eens aan de lachjes die door Charlie Wolf in zijn programma’s op Laser 558 werden gebruikt. Maar ook bepaalde nieuwsjingles van Radio Caroline.
Het ging om een serie van 4 lp’s met als titel Cheap Radio Thrills, waarvan vele tracks door mij zijn gebruikt voor Radio Lago, Radio Groningen, Radio Nova België en veel meer. In samenwerking met Paul de Haan werden er vele jingles ingesproken maar ook bepaalde spots voor Radio Groningen om de luisteraars bewust te laten worden beter om te gaan met het milieu. Zo was er in 1981 de introductie van de glasbak in de gemeente Groningen en met dat gegeven had Paul zeker een prachtige tekst in gedachten om met gebruik van Cheap Radio Thrills er een mooie en vooral duidelijk op het doel gerichte spot voor in te spreken.
Ook toen eenmaal wij beiden werden gevraagd mee te doen aan het lokale radio experiment voor Groningen, Radio Stad, kwamen de lp’s weer tevoorschijn om mooie spots te produceren. Ze kwamen ook van pas voor jingles ten bate van de 49 uur durende Historie van de Zeezenders, door ons geproduceerd. Het deed ons een genoegen dat destijds praktisch alle belangrijke grote dagbladen aandacht besteedden aan dit Park Radio Producties document.
Maar in gedachten kwamen ook de serie ‘the 30’s and ‘60s’ naar boven, die werd aangekocht bij Valentino Incorporated. Jarenlang werd intensief gebruikt gemaakt van de productiemuziek en uiteindelijk bood ik de serie aan op de RadioDays in 2012 en 2014 voor diegene die er ook van wensten te genieten. Slechts één lp is, puur als nostalgisch object, in mijn bezit.
Maar de Amerikanen wisten je te vinden als het ging om je radioprogramma mooier te kunnen maken. Ik denk dat in die tijd men elkaar, niet lettend op de privacyregels van die tijd, de adressen van kopers van producten brutaalweg doorgaven aan andere geïnteresseerde partijen. Zo herinner ik mij dat ene Tom Adams mij een folder toestuurde in Postbus 102 in Groningen, een adres dat ook al meer dan 10 jaar niet meer actief is, waarin hij me via een glossy folder meldde dat ik via zijn ‘Electric Weenie’ er op kon rekenen zo snel mogelijk aan te top van het radio firmament kon komen.
In 1980 was het reeds tien jaar dat Adams voor de eerste keer zijn Electric Weenie grappen voor in het radioprogramma, verstuurde naar zeven deejays in zijn land. Hij beweerde dat alle zeven nog steeds een abonnement hadden op zijn service. Hij wist dan ook grote namen uit de Amerikaanse radio industrie te overtuigen zijn grappen en grollen te gebruiken, waaronder Dr. Don Rose.
Maar er was veel meer activiteit te benoemen in 1980. Zo ging in januari een nieuwe serie van start met als titel ‘Profiles in Rock’, een product van Watermark Corp. Liefst 150 radiostations stonden aan de start van dit programma met de duur van 58 minuten, waarbij in de eerste aflevering een interview was te beluisteren met The Rolling Stones.
Bij de introductie van het programma werd meteen bekend gemaakt dat alle 52 programma’s voor 1980 al waren ingepland en er was in de eerste periode ruimte voor aandacht in specials voor Supertramp, Badfinger, Boston, Doobie Brothers en Kansas. De programma’s waren vooral bedoeld om in de programmering van stations in te voegen die het Top 40 Rock formaat hanteerden. ‘Profiles in Rock’ werd trouwens gepresenteerd door Terry McGovern. Het programma werd per grammofoonplaat aangeleverd aan de stations vanuit Hollywood, waar Watermark Corp. was gevestigd. Verder was deze onderneming destijds onder meer de leverancier van de Casey Kasem Countdown show, de Country Countdown en de Wolfman Jack shows. Succes bij voorbaat verzekerd dus.
In ons land werd begin 1980 nog behoorlijk veel muziek gedraaid dat in de categorie disco thuis hoorde, terwijl in New York ‘Disco’ als een vies woord werd omschreven. De scène was daar een complete verandering aan het ondergaan in New York. Het meest vooraanstaande station op het gebied van disco radio was daar WKTU-FM en er was nog zelden de eerder veel gebruikte slogan ‘Disco 92’ te horen. Van het deejayteam van twee jaar eerder waren er nog slechts twee op de loonlijst en anderen werden vervangen. Ook bij een ander eerder populair station als het ging om disco, WBIS FM, ging er rond die tijd ook een andere muzikale wind draaien. De slogan ‘Disco and more’ werd ingewisseld voor ‘The Sound of the Eighties’.
Dit betekende onder meer dat er meer ruimte kwam voor de nostalgie en men dus ruimte gaf aan muziek die in de toen voorbijgegane jaren totaal in de verdrukking was gekomen op de radio. Frankie Crocker, de programmaleider van WBlS, verklaarde in 1980 dat programmamakers bij het station minder en minder disco wilden gaan draaien en meer aandacht wensten te besteden aan die muzieksoort die een grotere verscheidenheid in luisteraars zou opleveren.
In de maand februari 1980 werd duidelijk dat er nog meer belangstelling was voor wat vanuit de VS kon overwaaien want voor zaterdag 26 april werd door de VARA een marathonuitzending gepland onder de titel: ‘The All American Show’. In een 12 uur durend programma werd de Nederlandse kijker voorgeschoteld wat de Amerikaanse televisie eigenlijk inhield. Vanaf drie uur in de middag was er een ware melange te zien van shows, quizprogramma’s, soapopera’s, dat alles gemixt met de commercials zoals ze in de VS ook op diverse onderbrekingen in de programmering waren te zien. Let wel 42 jaar geleden toen in ons land nog alles totaal anders was en de tijd nog niet rijp was voor echte commerciële televisie, waarmee we heden ten dage eigenlijk worden overvoed.
Het idee voor dit programma, waarvoor alle al door de VARA vastgestelde programmaonderdelen dienden te wijken, was gelanceerd door Joop Daalmeijer en Hans Emans. Zij vonden dat de Nederlandse kijker zelf maar eens diende kennis te maken en te oordelen over het vaak in de media aangevallen Amerikaanse televisiesysteem. Voor diegene die, bij het kijken naar deze marathonuitzending, op een bepaald moment er genoeg van had was er, zoals altijd, nog de aanwezigheid van een ‘uitknop’ op de televisie.