
9 november 1958
tekst: Hans Knot
Recentelijk werd mij vanuit de redactie van een Vlaams tijdschrift gevraagd iets te schrijven over het blad Piccolo dat de redacteur van het tijdschrift in gedachten vergeleek met De Lach, een Nederlandse publicatie die in de jaren vijftig en zestig door velen, vooral mannen, werd verslonden. Als verzamelaar met alles wat met nostalgie te maken heeft, heb ik in de tijdschriftenstellingen ook een aardige stapel van het Vlaamse tijdschrift Piccolo. Ik heb nummers uit de eind jaren vijftig en begin jaren zestig. Wie er in de redactie zaten werd mij bij het terugzien van enkele nummers niet duidelijk.
Op zich niet vreemd daar er bijna nooit een naam bij de artikelen stond, laat staan bij de redactionele column. Vergeleken met de Lach was de inhoud van Piccolo bij lange na niet zo stoot aangevend voor bepaalde personen als de Lach was. Mijn vader had een kapsalon en de pastoor een weekabonnement voor het scheren. Dat betekende dat hem zes keer per week door vader het mes ‘op de keel werd gezet’. De Lach verdween ’s ochtends vroeg uit de leesportefeuille en kwam in de bankkast in de salon achter een gesloten deur terecht. Als pastoor Schoenmaker, zo heette hij echt, weer geschoren en op weg naar de pastorie was, kwam De Lach weer tevoorschijn.
Niet te vergeten hadden toen de lezers ook al de nodige vragen die ze het liefst met een anoniem persoon wilden delen, waarvoor de rubriek ‘Vraag het Vicky’ was opgericht. Uiteraard waren er ook vervolgverhalen te lezen en bepaalde thema’s die werden behandeld. Het geheel werd op de omslag en binnenin het blad Piccolo voorzien van een aantal kleurenpagina’s waarop bekende filmsterren, zangers en zangeressen maar ook het toekomstig talent stonden afgebeeld. Opmerkelijk is dat alle nummers die ik in mijn archief heb zonder nietjes zijn en dus de fotopagina’s gemakkelijk als mini-poster gebruikt konden worden.