Protest tegen Groningse beatboerderij, 50 jaar geleden

tekst: Hans Knot     illustratie: Nieuwsblad van het Noorden (eind jaren '60)

De laatste jaren waren er in de wijk De Paddepoel de nodige protesten tegen de eventuele afbraak van één van de twee boerderijen, in gebruik sinds 1993 als moskee. Er waren ook protesten tegen de plannen om bezoekers van de moskee gratis gebruik te laten maken van de parkeerplaats bij het winkelcentrum in dezelfde wijk. Maar ongenoegen is er in de loop der tijd vaak genoeg geweest nadat de wijken De Paddepoel en Selwerd werden opgebouwd.

Zo vond de jeugd in de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw in de voormalige boerderijen een plek om in de tijd van de beatmuziek elkaar te ontmoeten. Uiteraard om de muziek te beleven, met daarbij uiteraard alle andere daardoor ontstane mogelijkheden tot ontspanning, die al dan niet getolereerd werden. Dit laatste was een heikel punt want bij lange na was niet iedereen tevreden over de ontstane situatie. In januari 1969 werd uiteindelijk besloten te bezien welke maatregelen er tegen de overlast van de jeugd zou kunnen worden genomen.

Omwonenden van de jeugdboerderijen in Selwerd-Paddepoel hebben toen een actiegroep gevormd met de bedoeling een krachtig protest bij de gemeente te laten horen tegen de beatfeesten, die regelmatig in deze boerderijen werden gehouden. In een brief aan de toenmalige burgemeester en wethouders stelden zij dat de beatfeesten en de repetities van de beatbands een oorverdovend geluid produceerden hetgeen een bijzonder grote overlast vormde voor de omwonenden.

De "Witte" Boerderij

Een citaat uit deze brief: “Het is zonder overdrijving als wij stellen dat deze alles doordringende beatmuziek het leefklimaat van de omwonenden voor een groot deel bederft: kleine kinderen kunnen vaak niet slapen, het verrichten van geestelijke arbeid is wel bijzonder moeilijk, de bejaardenwoningen zijn op deze wijze geen benijdenswaardig bezit en de geïrriteerdheid van ieder der betrokkenen wordt met de dag groter".

De actiegroep maakte tevens bekend dat gesprekken met beheerders en bestuurders van de verenigingen die de boerderijen beheerden niets hadden opgeleverd, evenmin de klachten die waren ingediend bij de verantwoordelijke wethouder voor Jeugdzaken. Voorschriften inzake geluidsniveau waren er nog niet en er werd slechts een conclusie getrokken dat het spelen van beatmuziek gewoon niet zachter kon. Ook werd duidelijk aangegeven dat in geen van de vertrekken geluidsdempende voorzieningen waren aangebracht.

De actiegroep maakte vervolgens bekend alle wettelijke wegen te gaan bewandelen om op korte termijn deze overlast te doen verdrijven. Men verzocht in een nieuwe brief het college het protest serieus te nemen, daar het lawaai voor vele buurtbewoners een obsessie dreigde te gaan worden. Bij de brief verzonden aan het College van Burgemeester en Wethouders was er een handtekeningenlijst toegevoegd, die onder de omwonenden van de jeugdboerderijen waren verzameld.

Desgevraagd door een journalist van het Nieuwsblad van het Noorden stelde wethouder W. Hendriks, inderdaad destijds verantwoordelijk voor Jeugdzaken en Sport, bereid te zijn iets te willen ondernemen tegen de overlast die de beatproducerende bands in de boerderijen de omwonenden in Selwerd en De Paddepoel zouden bezorgen. Hij stelde zelfs dat er een onhoudbare situatie was ontstaan waaraan iets op korte termijn gedaan diende te worden. Hij was trouwens ten tijde van het interview nog niet op de hoogte van de nieuwe brief en de handtekeningenlijst.

Maar hij gaf in het gesprek wel toe dat bij onvoldoende controle in de weekends het geluidsvolume van de beatbands wel eens hinderlijk kon zijn voor de buurtbewoners. Het probleem speelde al veel langer in de beide wijken. Alle partijen, de omwonenden en de beheerscommissie van de Hervormde Kerkboerderij en de Jeugdboerderij, hadden al een soort van hearing over de beataffaire gehouden en beloofden na te gaan wat er, met een beetje goede wil, aan het probleem gedaan zou kunnen worden.

Wethouder Hendriks vond het wel belangrijk ook de andere kant te beschouwen en te wijzen op de vele mogelijkheden die de beide boerderijen voor het jeugdwerk in die tijd boden. Een van de ondertekenaars van de protestbrief was de heer P. J. Abbringh, die op ongeveer 40 meter afstand van de boerderijen woonde. Ook hij werd door de journalist van voornoemde krant bezocht met de vraag waarom het protest alleen tegen het beatlawaai was gericht en bijvoorbeeld niet tegen het overdadige lawaai dat werd veroorzaakt tijdens de repetitie van de drumbands in de boerderij.

De heer Abbringh, destijds eigenaar van de boekbinderij aan de Smirnoffstraat, reageerde door te stellen dat het lawaai van de drumband(s) meestal maar een half uurtje duurde en dat dit al in het begin van de avond was. Het beatlawaai, zoals de inwoners van Selwerd en De Paddepoel het probleem noemden, vond vaak langduriger en soms de gehele avond plaats. Volgens Abbringh was dit op ‘bodenterreinsterkte’ niet te verdragen. Hij verwees daarbij naar het lawaai dat er vanaf het Bodenterrein gelegen ten westen van het Wouter van Doeverenplein vaak op zondagen was te horen als er weer een openlucht gebedsdienst was, waar ook veel over lawaai-overlast door omwonenden werd geklaagd.

En in de zomer was het bijvoorbeeld tijdens repetities van de beatgroepen niet mogelijk om even rustig in de tuin te zitten. Abbringh: “Je wordt er stapelgek van. We hebben de politie er vaak bijgehaald, maar die schijnt er niets tegen te kunnen doen. Die repetities op volle toeren, zouden ze toch wel kunnen verbieden. ”Hij was er van overtuigd dat de boerderijen niet geheel beatvrij waren te krijgen maar vond dat een compromis zeker mogelijk kon zijn.

In die tijd was het aantal ingezonden brieven in kranten veel groter dan tegenwoordig, daar veel mensen geen abonnement meer op een krant hebben of hun ongenoegen via sociale media spuien. Maar destijds werd er zeker wel geklaagd via de mogelijkheid in de krant je woordje te zeggen. Enig speurwerk leverde de volgende ingezonden brief op uit januari 1969 in het Nieuwsblad van het Noorden, geschreven door Bert Hoexum.

‘Ook ik woon in de buurt van de jeugdboerderij in de Paddepoel die volgens buurtgenoten een bedervende factor is in het leefklimaat van deze buurt. Wij hebben (net als iedereen hier in de buurt) een stencil ontvangen van een actiegroep die fel protesteert tegen de allesdoordringende beatmuziek, waardoor vele mensen gestoord worden in hun geestelijke arbeid en waardoor kinderen niet kunnen slapen.

Wat die geestelijke arbeid betreft: Als ik van mijn huis naar de boerderij loop, kan ik onafgebroken hetzelfde T.V.-programma volgen, en de jongere kinderen; zijn die voorbestemd om langs de straat te slenteren? Nu hebben ze (misschien) nog last van de boerderij, straks behoren ook zij tot het jeugdig volkje, dat vaak ervoor zorgt, dat de boerderij bijna uit zijn voegen klapt, een bewijs dat ze toch echt wel in een dringende behoefte voorziet.

Verder werd er in het stencil niet gerept over de Jeugddrumband, die ook dikwijls zijn repetitiebijeenkomsten pleegt te houden in de naastgelegen boerderij en wiens volume beslist niet onderdoet voor die van de bands die er regelmatig oefenen plus optreden. Waarschijnlijk omdat de leden van de jeugddrumband nette kinderen zijn, met uniformpjes aan. Ook in Nederland blijkt dus discriminatie te bestaan. Trouwens, een positief punt ter verbetering treft men in het keurig gestencilde blaadje niet aan’. Bert Hoexum, Selwerd.

En zoals bij vele stormen nam de kracht van de Beatstorm even snel weer af als ze was gekomen en kwamen er alras lichte maatregelen waardoor het voor alle partijen een kwestie was van gebroken takjes verwijderen en verder gaan met het gezamenlijk leven in de wijken Selwerd en De Paddepoel.