Radio en meer – de zestiger jaren (deel 6)

tekst: Paul de Haan

In het persoonlijke radiorelaas van Paul de Haan sluiten we de jaren ‘60 af met de periode 1967-1969.

Mijn luistergedrag was aanzienlijk beter dan mijn schoolgedrag, wat wil je ook, die school was bijzaak en ik was bezig het medium radio volledig te absorberen. Mijn Engels werd met de dag beter door te luisteren en Engelse popbladen te lezen, dikke 9 op de rapporten, de proefwerken Nederlands/Engels vertaalde ik al tijdens het NL dicteren en leverde deze bij de onderwijskracht in, met de zeer verwaande opmerking dat er waarschijnlijk maar één fout in zou zitten, als klasgenoten begonnen met vertalen. Als beloning werd ik de klas uitgezet.

Proefwerken algebra en wiskunde leverden steevast drieën op. “Paulus moet het jaar nog maar een keer overdoen en minder radio luisteren”. In de winterperiode, zeg maar de eerste drie maanden van het jaar, ontdekte ik ook dat Lux 208 in de vroege ochtend Nederlandstalig was en tot die tijd ook in Groningen te ontvangen: luisteren dus. Wie zich nog steeds afvraagt waarom Radio Veronica tot circa 1966 klonk zoals het klonk mag van mij aannemen dat de inspiratie voor de sound van dat vroege Veronica in Luxemburg lag bij de Nederlandstalige uitzendingen. Veronica was niets anders dan LUX NL vanaf een schip. Pas toen enkele Veronica deejays en technici toch maar eens gingen luisteren naar London en de tapes van WABC uit de VS, begon men het roer enigszins om te gooien.

Veel werd ook geluisterd naar AFN Bremerhaven op 1142kHz vanuit Noord Duitsland; in mijn geheugen staat duidelijk de dagelijkse Platter Party, een uur durend ochtend programma met de hits van 1967, de Amerikaanse hits wel te verstaan. Het feit dat ik nauwelijks naar Nederlandstalige stations luisterde, heeft zonder twijfel bijgedragen aan het feit dat ik ook met Nederbeat nooit iets heb gehad, Nederlandstalig al helemaal niet. Brits en Amerikaans, het ging er met de paplepel in. Toen de zomer van 1967 in alle hevigheid uitbrak en één der mooiste platen ooit en de enige single die ik ooit kocht, Procul Harum – ‘a Whiter shade of pale’, de hitparade bestormde werd mij pijnlijk duidelijk dat het met betrekking tot de Britse zeezenders zeer binnenkort gedaan zou zijn. De artikelen in Disc and Music Echo logen er niet om. Record Mirror en New Musical Express berichtten minder over de zeezenders dan Disc overigens en circa eind juni werd duidelijk dat 14 augustus 1967 het einde zou betekenen voor de overgebleven UK zeezenders. Radio 355 stopte al op 5 augustus op een mooie meeslepende manier.

Op die 14de augustus zou rond middernacht, dus van 14 op 15 augustus, de anti-zeezenderwetgeving van kracht worden. En het werd Black Monday 14 augustus 1967. Gek genoeg was die dag de enige dag dat ik spijbelde van school en mijzelf op mijn kamer aan de Hora Siccamasingel 395 in Groningen opsloot en om circa 7 uur in de ochtend begon te luisteren naar de overgebleven stations met de nadruk op Big L. Vanaf circa 10.00 uur bleef mijn kleine Phillips alleen maar afgestemd op Big L. Pete Drummond, Ed Stewart en Paul Kay waren vanaf 10.00 uur tot ‘s middags 15.00 uur de stemmen die Big L Radio London naar het onvermijdelijk niet te bevatten einde praatten. Om 15.00 uur zweeg op mijn transistor voor altijd het Big L geluid, altijd voorzien van een ‘fluitje’ omdat ze te dicht tegen AFN Bremerhaven de zender hadden afgesteld.

Gedurende de rest van de dag beluisterde ik nog flarden van het einde van radio Radio 270 en Radio Scotland, gezegd moet worden dat onweer en dus storing op de middengolf het vrijwel onmogelijk maakte. Ook middernacht op Radio Caroline, zij gingen door, beluisterde ik maar kort. De volgende ochtend 15 augustus 1967 was de middengolf een stuk leger en Caroline South heette opeens Caroline International. Vanaf die 15de veranderde mijn luisterpatroon fors, meer en meer ging ik op de langegolf 1500 meter naar de BBC Light luisteren, vele ex BIG L jocks waren daar al te beluisteren in een soort overgangsperiode tot 30 september 1967.

Op die datum zou de beoogde opvolger van de Britse zeezenders van start gaan, BBC Radio One op 247 middengolf. Als snel ontdekte ik dat de 247 een rampzalig slechte golflengte was voor beluistering in Nederland, met name Noord Nederland. In the UK stonden op verschillende opstelpunten zenders van de BBC afgesteld op 247 meter middengolf, dat gaf in the UK geen probleem maar in NL leidde dat tot een vreemde holle echo sound op 247, feitelijk niet om aan te horen. Mij was toen al bekend dat 1500 meter langegolf voor BBC Radio Two gereserveerd werd met de BBC opvatting over Easy listening maar ook een aantal deeluren met de popservice van Radio One. Eén en ander werd afgewisseld met Radio Caroline South International en Caroline North International, deze laatste was in de zeer vroege ochtend en rond middernacht redelijk te ontvangen. In de winter van 1967/1968 was Caroline North in Groningen goed te ontvangen gedurende vele uren van de dag.

Op 31 september 1967 begon de beoogde opvolger van de UK zeezenders, BBC Radio One het pop station van de BBC op de golflengte 247. Het was inmiddels herfst en het eerste uur was de ontvangst redelijk en Tony Blackburn zette Radio One uitstekend op de kaart, Big L zonder de commercials. Maar al snel werd duidelijk dat overdag in Groningen de 247 zeer matig was te ontvangen, echter als radio anorak luisterde je natuurlijk wel. De indruk die Radio One op mij maakte was dat het station in tegenstelling tot de zeezenders veel aandacht had besteed aan productiewerk binnen de uurtjes die de diverse deejays moesten vullen. Niet vreemd als je bedenkt dat op de zendschepen de deejay feitelijk ook produceerde maar dat stelde niet te veel voor. Een stapel platen uit het format, vooral bij Big L, commercials klaarleggen op cart en de commerciële teksten die live gelezen moesten worden bij de hand. Zo eenvoudig was het alhoewel in de decennia na Big L dit station werd verheven tot hogere wiskunde.

Bij de BBC werkten binnen een uur Radio One voor je met je ogen kon knipperen maar zo 10 verschillende mensen met verschillende taken. Vakbondeisen in die tijd. Vaak werden de uurtjes ‘droog’ geoefend in Tops and Tails, de kunst van de teksten voor aanvang en na het einde van de plaat. Maar ja, die deejays waren al lang blij dat ze bij the Beeb waren binnengestroomd. Was BBC radio One een slechte opvolger van de zeezenders? Nee zeker niet maar wel anders.

Studio Caroline North, former sundeck, 1967
foto: Paul de Haan

Intussen op de Noordzee was het bij Caroline ‘Biznis as Usual’ bij zowel het Noordelijke schip als het South ship. Beide stations noemden zich dus Caroline International en ik herinner me in de maanden november/december 1967 en januari/februari 1968 de uitstekende ontvangst van Caroline North op de middengolf, een klein stukje verder op de afstemschaal dan het signaal van Caroline South International. Het leek alsof Caroline in die nadagen van 1967 een volgeboekt schema had met reclamespots, vele vele werden tussen de platen doorgedraaid. Feit was wel dat het vooral onbetaalde oude spots waren die gedraaid werden om de indruk te wekken dat men nog volop commercials verkocht aan grote multinationals.

Tevens waren er minutenlange promotiespots voor Major Minor recordlabel elpees, die brachten veel geld in het laatje, geld dat ondermeer betaald diende te worden aan de Nederlandse rederij Wijsmuller te Baarn, die beide zendschepen bevoorraadde. De rekeningen werden niet meer betaald en op 3 maart 1968 werden beide Caroline zendschepen door Wijsmuller van de Noordzee gehaald en tot mei 1972 in de Amsterdamse haven geparkeerd. Eerst op de Oranjewerf, later in het jaar 1968 werden beide schepen in de Oude Houthaven opgelegd.

In juni 1968 maakte ik met permissie een eerste bezoek aan de Mi Amigo en Fredericia, het laatste bezoek was in februari 1972 toen beide schepen met alle deuren open gewoon toegankelijk waren en een gedeeltelijk leeggeroofde en vernielde indruk maakten. De legendarische zeezender Caroline zweeg in alle talen vanaf beide zendschepen. In 1968 besteedde ik meer luistertijd aan Veronica, BBC, AFN en Radio Luxemburg.

Berini M21 (Berinimuseum)

Later in 1968 verbeterde mijn vervoerssituatie dramatisch in positieve zin met de aanschaf van een plofke <brommer>. Tijdens de zomervakantie had ik 5 weken lang de zalen van het Academisch Ziekenhuis te Groningen schoon gehouden en met het verdiende geld kocht ik een Berini M21. Wel, met een Berini M21 deed je als teenager/vrijbuiter jongeling niet echt mee. Ondanks het oerdegelijke Nederlandse concept van deze plof was het imago niet best voor jeugdigen. Het was de brommer van de nononsens harde werker die elke dag met het ding gekleed in lange leren jas en met een Javaanse Jongens in de mondhoek naar het werk ging.

Nee, je kocht of een Kreidler als je een vetkuif had en Rock and Roll prefereerde boven Dylan en Cuby & the Blizzards. Die laatste groep kocht een Puch of Tomos. Op mijn Berini voorzien van haar in scheiding en een zwarte hoornen bril op had ik nerd trekjes, niet dat het woord toen al bestond. Om verwarring te zaaien had ik wel een groene legertas met daarin mijn schoolboeken en op de tas met viltstift geschreven Bob Dylan, Animals en Cuby, zeker en vast mijn favoriete groepen.

Mijn Philips transistor was voorzien van lange en middengolf, helaas geen korte golf. Daar kwam verandering in toen ik eind 1968 van mijn opa een oude buizenradio kreeg met een zeer uitgebreide korte golf. Er ging een wereld voor mij open door overdag en vooral ‘s avonds af te stemmen op de kortegolf. Radio Nederland Wereldomroep, HCJB the Voice of the Andes, Radio South Africa, Radio Moscow, Voice of America, Radio Switzerland, Radio Australia. Alle voornoemde stations hadden Engelstalige uitzendingen en ik absorbeerde met forse teugen.

Rond die tijd kocht ik een voor mijn begrippen vrij duur boek, het World Radio TV Handbook. Door de hoofdstukken te lezen, die uitleg gaven over de diverse meterbanden en welke op welk moment van de dag goede luisterresultaten gaven, begon ik meer van de korte golf te begrijpen. Terug in de stationsoverzichten stuitte ik onder het kopje ‘the USA’ op een station op korte golf welke één van mijn absolute favorieten werd. WNYW-Radio New York Worldwide was een private commerciele radio omroep van CBS met dagelijke nieuws en muziekprogramma’s op de korte golf, een bijzonder station.

1969

Hier nu verdere WNYW info, veelal uit Wiki: Metromedia bought the station in 1960. In June 1962, International Educational Broadcasting Corporation (now Bonneville International), owned by The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, bought WRUL. The station adopted the slogan ‘Radio New York Worldwide’ and used studios in New York City and an adult contemporary format, with ABC Radio or CBS Radio hourly and half-hour newscasts and from its sister station, WRFM. On-air staff from WRFM would also have separate shifts on WNYW. There were rumors that the station was being partially controlled by the Central Intelligence Agency to broadcast anti-communist propaganda.

On June 1, 1966, WRUL changed its call letters to WNYW, which stood for Radio New York Worldwide. The station attempted to do some commercial programming, but there were few advertisers because it was difficult to estimate audience ratings for the wide geographical area that shortwave stations typically covered.

Een frequentie- en programmaoverzicht van WNYW eind 1969/ begin 1970 (klik om te vergroten)

In 1970, Bonneville offered to sell the station to the U.S. government for a token payment of one dollar, for use by the Voice of America, but no sale materialized. In 1974, Bonneville sold WNYW. The callsign was assigned to a Fox Broadcasting Company station, WNYW (formerly Metromedia station WNEW-TV and DuMont Television Network station WABD), in New York City.

In 1969 nam de radiohobby een nieuwe wending. Samen met een buurjongen kochten we een Jostykit fm meetzendertje. 9 volt batterij er aan en een stukje snoer als antenne! Dipool nooit van gehoord. Deze buurjongen had een kleine portable philips taperecorder. Bij de Jostykit werd een microfoon geleverd, u raadt het al. Op tape hadden we ondermeer de gigahit van Joe Cocker – ‘With a little help from my friends’. De micro voor de luidspreker van het taperecordertje, vrije frequentie zoeken en ja….’We were on air on FM’. Toen met een transistorradio waarop fm zat een rondje rond de vijver aan de Hora Siccama Singel in Groningen. Het kwam kristalhelder door. Alle draadjes van het zendertje waren in elkaar gedraaid en met plakband beschermd tegen kortsluiting. Het printje van het zendertje was niet in een behuizing geplaatst. Nog steeds betreur ik het feit dat ik toen niet de soldeerbout aan heb gezet, had ik dat gedaan dan was ik waarschijnlijk technisch beter onderlegd en zou het me niet verbazen dat ik dan anno nu al vele jaren een ‘PA etc. man’ zou zijn. Nu verwijt mijn vrouw Vrouw Marre mij dat ik niet alleen twee linkerhanden heb maar ook twee linkerbenen. De richting van een ander belangrijk onderdeel bespaar ik u. Dit microgedoe op fm was wel het fundament onder een subspecialisme in mijn anorakerij, te weten het presenteren van oldiesprogramma’s op vele stations die gebruik maakten van zenders waar geen diploma’s bij waren uitgereikt, anders gezegd piraterij op fm, maar liever op midden- en kortegolf.

Tegen het einde van 1969 gebeurde wat we niet meer hadden verwacht , uit het niets was daar opeens de MEBO 2, een tot superzendschip verbouwde ‘Groninger Coaster’ <dat is een type aanduiding en wil niet zeggen dat het motorkustvaartuig ook in Groningen is verbouwd, maar wel is bedacht en getekend op de werven langs het Winschoterdiep tussen Groningen en Hoogezand Sappemeer> die dusdanig in een kleurenpatroon was gespoten dat zendertechnicus Peter Chicago aangaf dat het schip slachtoffer was geworden van een explosie in een verffabriek, niet wetende dat in 1971 deze opmerking van Peter volledig van toepassing werd. Duidelijk werd dat we met Radio Nordsee International vanaf de MEBO 2 een luisterrijk 1970 tegemoet zouden gaan. Maar daarover meer in een volgend deel.