tekst: Hans Knot foto: Rudolf Spoor (links) en Henk Terlingen met een model van de maanraket Apollo-11, 14 juli 1969
Wat waren de nu 60 plussers verbaasd over de vele informatie die tot ons kwam via de media in het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw over het ruimtevaartprogramma in Amerika dat uiteindelijk resulteerde in de eerste maanlanding. Het ging om de Apollo vluchten, waarvan Apollo 11 uiteindelijk ‘de mens op de maan’ bracht. Dat gebeurde in de nacht van 20 op 21 juli 1969 en de verslaggeving werd zowel op de Nederlandse radio als ook de televisie rechtstreeks en zonder onderbreking gebracht.
En de verslaggeving op de televisie was onvergetelijk want we werden zeer goed over de ontwikkelingen op de hoogte gehouden van een team bestaande uit onder meer Henk ‘Apollo Henkie’ Terlingen, Chriet Titulaer, en Hugo van Rhijn. Een videorecorder was er nog niet in de handel anders hadden waren de beelden zeker vastgelegd. En er was vraag naar meer informatie. Het duurde meer dan een jaar maar er kwam een grote ruimte- en luchtvaart tentoonstelling waar veel aan kennis kon worden opgedaan en tal van attributen waren te zien, gelinkt aan de Amerikaanse ruimtevaartprogramma’s.
Zo was er een stuk maansteen te zien dat voor een bedrag van 1,7 miljoen gulden verzekerd bleek te zijn tegen diefstal en beschadiging. De betreffende steen had trouwens een doorsnee van slechts 6 centimeter en het was een primeur voor Groningen want daar begon de rondreis van deze op Europa gerichte tentoonstelling. Daarvoor was al Afrika aan de beurt geweest. De steen werd dag en nacht bewaakt en werd iedere dag, dat de tentoonstelling duurde, na sluitingstijd opgeborgen in de kluis van een filiaal van de Nederlandse Middenstandsbank op het Hereplein.
Het was de Groninger wethouder Hendriks die de tentoonstelling op 12 november 1970 officieel opende. Hij deed dit door het stukje steen te deponeren op een platformpje, die daarvoor was aangemaakt. Er waren trouwens zes van dergelijke steentjes van de maan meegenomen, waarvan twee in Amerika bleven voor onderzoek evenals gruis. Vier anderen werden op rondreis gestuurd.
De Amerikaanse ruimtevaart had al een aardig aantal astronauten de ruimte ingeschoten en op de tentoonstelling waren twee ruimtevaartkostuums aanwezig van de astronauten Collins en Shirra. Maar ook de aanwezigheid van de ruimtecapsule van de Gemini 10, een project voorafgaand aan het Apollo project, stond in de Martinihal in Groningen opgesteld. Opvallend was verder een zeer belangrijke trekpleister de aanwezigheid van een 13 meter hoge Saturnusraket.
De organisatie zat goed in elkaar en was mede in handen van de Rijksluchtvaartschool, een parachutistenclub, een zweefvliegtuigclub en een rondvluchtenbedrijf verleenden medewerking aan de tentoonstelling, door ondermeer beschikbaarstelling van luchtvaartmaterialen. De expositie was al een hele tijd in voorbereiding bij de toenmalige directie van de Martinihal, de huidige MartiniPlaza. Reeds 1,5 jaar had de voorbereiding geduurd waarbij men er in was geslaagd alle belangrijke onderdelen van de ruimte- en luchtvaart aan bod te laten komen, waarbij men zich had kunnen verzekeren van de medewerking vanuit de NASA, de Amerikaanse organisatie verantwoordelijk voor het ruimtevaart programma.
Vanuit de NASA was er gegarandeerd dat veel belangrijke materialen, die er binnen het uitgebreide ruimtevaartprogramma waren gebruikt, een weg zouden vinden naar de expositie. Uiteraard trok de capsule van de Gemini 10 veel aandacht en kon men ook duidelijk zien wat een terugkeer uit de ruimte veroorzaakte. De luiken van de cabine waren er niet aanwezig omdat men de bezoekers een duidelijke blik wenste te verschaffen op de binnenkant van het ruimtetoestel.
Ook was er een model van een Apollocabine te zien en werd er uitgelegd hoe ruimtekleding was samengesteld en aan welke voorwaarden het diende te voldoen. Uiteraard was er ook een aanbod aan foto- en filmmateriaal beschikbaar terwijl er ook een ruimte – het lift-off theater – ingeruimd was voor het tonen van stereo-foto-opnamen, waarbij authentieke geluiden die tijdens het nemen van de foto’s waren opgenomen, ten gehore werden gebracht.
De meeste indruk maakten voor velen een bijna half uur durende film over de bewuste maanlanding. De ruimtevaart- en luchtvaarttentoonstelling in Groningen werd trouwens gehouden van 12 tot en met 22 november 1970. Liefst 33.428 betalende bezoekers passeerden, volgens informatie van de organisatie, de kassa’s aan de Leonard Springerlaan. De laatste bezoeker had waarschijnlijk helemaal vergeten dat de tentoonstelling er was want hij kwam 20 minuten voor sluitingstijd (10 uur) op de laatste avond de expositieruimte binnen. Hem werd desondanks de gelegenheid gegeven tot half 11 het een en ander te bekijken.
Het ging om de toen 72-jarige heer A.M. Kasteleyn. Dat hij als laatste de tentoonstelling bezocht en wat extra tijd kreeg was niet alles want hij kreeg ook nog eens twee weekendretours met de NLM per vliegtuig naar Amsterdam. Dat overkwam trouwens iedere 5000ste bezoeker. Voordat de deuren werden gesloten van de Martinihal op de bewuste 22ste november 1970 werd eerst nog de maansteen onder begeleiding van de politie overgebracht naar de Amerikaanse ambassade in Den Haag. Na Groningen ging de tentoonstelling naar Valkenburg en vervolgens naar Stuttgart in West-Duitsland.