tekst: Hans Knot - foto REM eiland: https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Afdeling Multimedia Rijkswaterstaat
De nostalgische terugblik brengt ons terug naar 1963 waarbij ik focus op onder meer de zeezender Radio Veronica en de plannen voor een televisieplatform. In de kranten werd in de maand augustus 1962 verslag gedaan van een nieuwe vinding, waardoor het mogelijk werd schepen een schoonmaakbeurt tot onder de waterlijn te geven en op te knappen. Het bedrijf N.V. Magneto-Chemie uit Schiedam was van plan het drijvende radiostation Veronica voor de Scheveningse kust dankzij de nieuwe vinding in volle zee een schoonmaakbeurt te geven: ‘de beurt zal waarschijnlijk – als het weer meewerkt – volgende week plaats hebben. Aan boord van de kotter die Veronica regelmatig van proviand en programma’s op de band voorziet, zullen enkele kikvorsmannen uit de Scheveningse haven vertrekken om het schip onder de waterlijn op te knappen.’
Doel van de beurt was de roestlaag, die zich in de loop der jaren op de huid van de Borkum Riff had vastgezet, te verwijderen. Normaal geschiedde dit vrijmaken van corrosie op de werf, maar aangezien het radiozendschip geen enkele haven binnen kon worden binnengesleept zonder gevaar in beslag te worden genomen, had de directie van Veronica zich gewend tot de Schiedamse ondernemer, H. B. Beer, directeur van Magnete-Chemie.
De toen nieuwe vinding was al patent verleend in verschillende landen en de directeur had wel een verklaring waarom op zee gewerkt kon worden: “Gewoonlijk bestaat de bescherming tegen roest op de scheepshuid uit zinken blokken, die tegen de platen van het schip worden gelast. Deze blokken dienen te voorkomen dat roest ontstaat. De werkingssfeer van de zinkblokken bedraagt enkele meters, zodat elk schip – afhankelijk van de grootte, enkele tientallen van deze blokken nodig heeft.”
Tot begin 1963 was het aanbrengen van de blokken echter steeds noodzakelijk geweest een schip op de werf of in een dok te zetten omdat laswerk heel moeilijk onder water kon worden uitgevoerd. De heer de Beer ontdekte echter een nieuwe mogelijkheid. In de blokken bracht hij sterke magneten aan met een trekkracht van niet minder dan 1800 kilo. Daardoor hechtten de blokken zich onwrikbaar vast op de scheepshuid. Op deze manier kon een schip binnen enkele uren een anti-roestbeurt ondergaan.
De Beer destijds over het systeem: “Het systeem biedt grote voordelen voor de scheepvaart. Immers, de vinding betekent kosten- en tijdsbesparing. Normaal dient een schip voor een dergelijke behandeling ongeveer 36 uur uit het water worden gehaald, terwijl werken volgens de nieuwe methode slechts enkele uren vergt. Bovendien kan het schip gewoon in het water blijven liggen. Daarnaast biedt het systeem mogelijkheden voor de bestrijding van roest op damwanden of pijpleidingen."
De Borkum Riff was het eerste schip waarop de vinding definitief werd toegepast en zou volgens de ondernemer voor twee jaar van roest gevrijwaard zijn.
In het najaar van 1963 verschenen de nodige berichten in de dagbladpers betreffende een nieuw plan te komen tot een kunstmatig eiland voor de kust van Noordwijk voor het brengen van zowel radio- en televisieprogramma’s, een project dat de geschiedenis is ingegaan als het REM eiland. Nadat de nodige feiten waren gepubliceerd was het de KRO die, via het toen al populaire journalistieke programma ‘Brandpunt’ meer wilden brengen dan de kranten. Zo liet men een gefilmde reportage zien van het ronddobberende zendschip Borkum Riff van Radio Veronica, beelden die opvallend genoeg waren geschoten door de VPRO-regisseur Almar Tjepkema.
Klaarblijkelijk mochten destijds omroepmedewerkers van andere omroepen wel voor andere omroepen werken, terwijl medewerkers van omroepen, die voor Radio Veronica tevens actief waren, de wacht werd aangezegd. Almar Tjepkema zou trouwens in 1964 een opmerkelijk zijpad betreden door te gaan werken voor het REM-eiland project.
Maar de redactie van de KRO wilde meer want ze benaderden op zaterdag 19 oktober zowel de ministers Scholten en Van Aartsen om commentaar te geven over het gegeven dat Radio Veronica nog steeds ongemoeid buiten de territoriale wateren haar uitzendingen kon blijven verzorgen. De redactie van Brandpunt had beide bewindsvoerders gevraagd naar de studio te komen, maar ze lieten weten dat het stadium waarin Veronica en het toekomstige REM-project verkeerden, ze helemaal niet inzagen, waarom er commentaar geleverd diende te worden.
Nadat de mededeling was gedaan dat er geen commentaar was te verwachten, stelde men het onredelijk te vinden dat een eenvoudige arbeider uit Twente, die een illegaal zendertje gebruikte, door de rechter werd veroordeeld, terwijl tezelfdertijd Radio Veronica vrij bleef uitzenden. Men had trouwens binnen de redactie van Brandpunt niet veel vertrouwen in het aangekondigde REM-eiland project want op 21 oktober 1963 stond in ‘Vrije Volk’ te lezen: ‘De KRO liet een specialist duidelijk maken, dat dit alles wel niet zo snel zal gebeuren, omdat dit veel te hoge kosten met zich mee zou brengen.’
Ook had men de VVD-gedelegeerde in de Tweede Kamer, mevrouw van Someren-Downer, nog om commentaar gevraagd. Ze bleek de hele situatie niet toe te juichen maar het toch te tolereren, omdat er in Nederland op dat moment nog geen meerderheid was gevonden om commerciële etheruitzendingen toe te staan. Uiteindelijk was er toch een afsluitende positieve conclusie waar te nemen toen de presentator van Brandpunt concludeerde: ‘Maar, het kan. Men zou zelfs een keten van speelholen en verboden gelegenheden buiten de territoriale wateren kunnen aanleggen, zonder dat juridisch kan worden ingegrepen.
Natuurlijk werden er tal van reacties in de diverse kranten gepubliceerd gericht op de eventuele komst van een commercieel televisiestation, even buiten de nationale wateren van ons land, maar werd ook de zittende regering gewezen op het gegeven dat men niet vroegtijdig had ingegrepen tegen Radio Veronica en daardoor andermaal er plannen waren om buiten de wetgeving om het publiek te bereiken, dit maal met televisie-uitzendingen.
In ‘de Volkskrant’ van 12 oktober 1963 was de rubriek ‘Ten Geleide’ bestemd voor het leveren van kritiek, ditmaal onder het kopje: ‘Te lang gewacht’. Volgens de niet bij name genoemde redacteur was de Nederlandse regering te laat met een regeling van de reclametelevisie en drong de conclusie zich weer op gezien de plannen waren aangekondigd voor de reclame televisie-uitzendingen, verzorgd vanuit zee. En een vergelijking met Veronica leerde ook dat met van reclame maken via de radio ook niets wilde weten binnen de regering.
‘Desondanks werd de behoefte er aan zo groot dat een gat in de wet werd gevonden, dat zelfs groot genoeg was om er met een complete zendinstallatie door te varen. De overheid is zich al jaren aan het bezinnen òf en hoe aan deze illegale uitzendingen een eind kan worden gemaakt. Maar onderwijl heeft Radio Veronica in feite volledig burgerrecht verkregen bij de Nederlandse luisteraars en bij het Nederlandse bedrijfsleven. Moet het nu weer net zo gaan met de toekomstige reclame-televisie?’
Men wist ook wel dat de komst van reclametelevisie in eerste instantie volledig was afgehouden door de bestaande omroepverenigingen, wat het vinden van een oplossing volledig had geblokkeerd. Wel had het voorgaande kabinet de kwestie eindelijk eens goed aangepakt en besloten te komen tot een tweede Nederlands televisienet, dat mede gefinancierd zou kunnen worden uit de opbrengsten van reclamespots. Maar eenmaal ter behandeling in de Tweede Kamer werd het wetsvoorstel, waarin de wijzigingen van het uitzenden van televisie was vastgelegd, in meerderheid van stemmen afgewezen, zonder er echter iets tegenover te stellen, dat wel voldoende instemming zou kunnen krijgen. Bij de besprekingen te komen tot een nieuwe regering konden de partijen destijds in 1963 het enkel eens worden op de instelling van een zogenaamde pacificatiecommissie, waarin lieden, die alle sterk uiteenlopende meningen hadden, waren vertegenwoordigd. De bedoeling was dat uit dat overleg een voor iedereen bevredigend compromis zou komen.
Maar de redactie van de Volkskrant constateerde in oktober 1963 dat tot op dat moment het nog steeds bij plannen was gebleven: ‘Voorlopig is men nog niet eens aan de samenstelling van deze commissie toegekomen. Daarna moet er nog lang een breed gestudeerd worden en als de leden van deze commissie het niet eens worden dan dient het huidige kabinet zelf weer te proberen knopen door te hakken.’ Dit uiteraard met in het achterhoofd de gedachte of er ook voor die plannen weer een minderheid zal zijn in de Tweede Kamer.
Voor de schrijver van het commentaar was het dan ook zeer begrijpelijk dat grote Nederlandse zakenlieden, die het wel in de toekomst van reclame-uitzendingen zagen zitten, de oplossing hadden gevonden door met een plan te komen tot uitzendingen vanuit internationale wateren. ‘De mazen in de wet, die wijd genoeg waren om Radio Veronica doorgang te verschaffen, zullen nu ook moeten dienen om er met een op een booreiland gemonteerde televisie apparatuur door te komen.’
Men verwachtte wel dat de regering spoedig zou komen met maatregelen waardoor een eventuele start van een televisiestation in internationale wateren voorkomen zou kunnen worden. En aldus de berichtgeving in diverse kranten, zou het best zo kunnen zijn dat ook Radio Veronica daar dan de dupe zou worden. De kritische rubriek werd vervolgd met: ’Als Radio Veronica toch, hoe dan ook, aan een behoefte voldoet, is het dan billijk dat de overheid nu nog, na jaren, gaat proberen om de klok terug te draaien? En al kan men er begrip voor hebben, dat de overheid zou willen voorkomen, dat er ook nog illegale reclame-televisie ontstaat – haar taak zou – evenals bij de reclame in de radio – toch moeten zijn, tijdig legale ruimte te scheppen voor een nieuwe behoefte. Wordt een dergelijke behoefte te laat onderkend, dan zoekt zij toch op de een of andere manier een uitweg en dat zien we ook weer bij de reclame-televisie. Er is te lang gewacht en daar ligt de fout!’ En we weten dat Veronica nog ruim 10 jaar langer haar gang kon gaan vanaf internationale wateren maar dat eind 1964 de REM de nek werd omgedraaid.