tekst: Hans Knot foto: Ook Anneke Grönloh kwam in de zelfbediening [door: Ron Kroon, Anefo]
In deze aflevering gaan we weer eens naar 1964, het jaar waarin in opdracht van de overheid de uitzendingen van Radio en TV Noordzee, vanaf het REM-eiland voor de kust van Noordwijk, het zwijgen werd opgelegd. De kranten stonden er al weken van vol dat een dergelijke dreiging er aan zou komen wanneer de regering van plan was een onderzoek te doen naar de mogelijkheid een wet van pas te laten komen op het onderuithalen van dit commerciële radio- en televisieproject.
In het heetst van de strijd waren het die kleine berichtjes die de lezer van toen telkens weer trokken naar dit project. Ook eventuele geruchten werden daarbij volop belicht. In het Nieuwsblad van het Noorden was halverwege december 1964 een berichtje terug te vinden waarin werd vermeld dat in de voorafgaande nacht de politie van Amsterdam een oogje in het zeil had gehouden bij het Concertgebouw in de hoofdstad. Dit naar aanleiding van een anoniem telefoontje.
Daarin zou zijn gemeld dat enkele dagen daarvoor aan de regering een telegram was gestuurd, waarin gedreigd werd met het in brand steken van het gebouw van Kunsten en Wetenschappen alsook het Concertgebouw, indien de actie tegen het REM-eiland doorgang zou vinden. De Haagsche politie was ook door de collega’s in Amsterdam op de hoogte gesteld van haar oplettendheid in de omgeving van het Concertgebouw. Een woordvoerder van de politie in Den Haag meldde echter niet in een eventuele brandstichting te geloven, mede daar er helemaal niets bekend was geworden over een dergelijk telegram. En met het berichtje in de kranten van de Gemeenschappelijke Persdienst was daarmee de kous weer af.
Televisieprogramma’s tot half december 1964 via Noordzee TV werden uitgezonden kregen later vervolg via de diverse omroepen die snel gebruik maakten van de populariteit van de REM en alsnog vlotte Amerikaanse programma’s in hun eigen programmering konden gaan opnemen. Nederland 2 was al eerder geïntroduceerd en uiteraard, zonder concurrentie van commerciële televisie, een succes. Immers de kijkers, die niet veel anders aan aanbod hadden van andere televisiestations – de kijkers in de grensgebieden uitgezonderd – wilden nog volop genieten van deze nieuwe vorm van amusement. Zo werd dus 1 oktober 1964 het tweede net definitief toegewezen aan de zendgemachtigden. Verder werd de zendtijd officieel uitgebreid tot 52 uur per week. De reclame op de televisie kwam er ook. Aan het eind van 1964 werd het rapport gepubliceerd van de Pacificatiecommissie. Daarin adviseerde de commissie om etherreclame toe te staan. Dat gebeurde uiteindelijk ook maar meer daarover in een ander belicht jaar op een ander moment.
De huisvrouw kreeg het in de jaren zestig van de vorige eeuw iets minder druk want voorwassen met de hand hoefde al niet meer, via de introductie van de betere wasmachines. En dus kon het kopje koffie, de Gala van de firma Niemeijer uit Groningen, met wat meer ruimte voor ontspanning worden gedronken. Even wegzwijmelen in een leuk boek, of was de dikte van het boek misschien te onhandig in de keuken. Wel de uitgevers wisten goed in te spelen op meer vrije tijd voor de huismoeders. Als voorbeeld noem ik uitgeverij Spaarnestad, onder meer verantwoordelijk voor de uitgaven van het toen nog bestaande weekblad Katholieke Illustratie en de Revue. Zij brachten de Saffierreeks op de markt. Handige kleine boekjes die je kon verslinden en desnoods – na het te hebben gelezen – doorgeven aan je hartsvriendin die het daarna kon lezen en vervolgens de opgedane kennis met je kon delen. Daarna was het of bewaren of bij oud papier.
Abonnees van de bladen van de uitgeverij Spaarnestad konden de boekjes per stuk afnemen voor de prijs van 60 cent via de bezorger van de tijdschriften of door het via de giro te bestellen bij de uitgeverij. Saffier pockets waren de voorlopers van de Bouquetreeks, dus goedkoop romantisch leesvoer voor vrouwen. De eerste drie deeltjes verschenen met een bijna lege omslag en toen de serie bleek aan te slaan werd er meer geld uitgetrokken voor een omslag in twee kleuren - zwart en een steunkleur. Dat vergde een speciale techniek en de illustraties waren vaak geslaagd te noemen, zeker grafisch gezien. Vanaf nummer tien waren de covers in kleur. In totaal zijn er zeventig nummers van de Saffierreeks op de markt verschenen. Als je veel de rommelmarkten bezoekt kom je ze nog wel eens tegen terwijl ze ook veelvuldig op marktplaats en andere internetsites voorbij komen.
Het belichtte jaar 1964 bracht ook steeds meer de zogenaamde ‘zelfbediening’, winkels die groter waren dan de kruidenierswinkels en waar je deels de boodschappen zelf uit de schappen kon halen om vervolgens bij de kassa kon afrekenen. Koffie zat vanaf dat moment al ingepakt in pakken van 250 gram, gemalen dan wel in boonvorm. Suiker werd ook niet langer afgewogen waar je bij stond maar stond netjes in pondsvorm dan wel per kilo klaargezet in de schappen. Bepaalde producten van destijds waren toen nieuw en nu al lang verleden tijd. Andere producten waren toen al bekend en liggen nog steeds voor ons te koop in de grote supermarkten van nu.
Zullen we eens een kijkje nemen in de productenwereld van 1964? Er waren namelijk hele grote flessen koffiemelk met de inhoud van 1 liter; speciaal voor feesten en partijen maar ook voor gebruik in de grote huisgezinnen. Bovendien werd er in die tijd ook nog door veel meer mensen koffiemelk in de koffie gedaan dan nu het geval is. Maar onderweg naar de camping of het eerste gehuurde zomerhuisjes was het natuurlijk ook handig om de koffiemelk in een nuttige vorm mee te nemen. Het was de fabrikant Friesche Vlag die groots en bij herhaling aankondigde dat men ook voor blikmelk de grootste producent was onder het motto: ‘De meest gebruikte koffiemelk van Nederland.’ Ik ga aan de koffie, zonder toevoeging van koffiemelk en ga nadenken over onderwerpen voor een volgende nostalgische column.