Terugblik maart 1979

 

tekst: Hans Knot

Welkom in andermaal een nostalgische column en wel voor zaterdag 22 januari 2022.

We gaan duiken in aantekeningen en artikelen uit de maand maart 1979. Zo vond ik onder meer terug dat een zekere Ben Freedman in Amerika besloten had van een hobby zijn werk te maken en er een bloeiende onderneming van te maken. Hij was al sinds 1956 gegrepen door het fenomeen jingle, toen nog compleet onbekend aan onze kant van de oceaan.

 

In 1964 begon het goed toen Ben voor WNIA in Buffalo eenvoudige mono 'voice over' jingles maakte. Jingles met daarin bijvoorbeeld de naam van de radiomaker, die op dat moment via het radiostation was te beluisteren. In de loop der jaren tot en met 1978 verzamelde Ben ruim 300 complete jingledemo’s en pakketten. Hij besloot in 1974 een eigen productiestudio uit te rusten, dit in samenwerking met Roger Lutt. Deze laatste had in die tijd de beschikking over een revolutionaire Moog synthesizer.

Vanaf 1974 werden in de studio vele jinglepakketten verkocht vooral aan de meer kleine stations tegen uiteraard zeer lage prijzen. De internationale doorbraak kwam in 1977 en wel door het leveren van een pakket aan Radio Luxembourg. Dit station kocht een jinglepakket van Friedman en hierdoor werd het voor hem mogelijk een nieuwe markt aan te boren. En wel die van de ongeveer 30.000 discodeejays in Engeland. Van deze 30.000 verkocht hij aan 700 personen een jinglepakket. Afsluitend kan worden vermeld dat anno 1979 in Amerika 160 radiostations zeer goede jingles van Ben Friedman aankochten. Ook in dit geval betekende het dat een jongensdroom werkelijkheid werd.

 

 

Begin maart 1979 was er in het centrum van Meppel een enorme klap te horen. Het had betrekking op een auto die door de glazen pui van de bioscoop Luxor Theater aan de Grote Oever was gereden en vervolgens in de hal van de bioscoop tot stilstand was gekozen. Vrijwel direct werd het duidelijk dat de ontstane benzinedampen tot een brand konden leiden. De bestuurster van de betreffende auto bleek een 32 jarige dame uit Meppel te zijn die door de enorme sneeuwhoop in een slip terecht kwam en de macht over het stuur kwijt raakte. Terwijl ze op weg naar de glazen pui was sleurde ze ook nog eens twee fietsen en een bromfiets mee. Bovenal was er van geluk sprake want het kassahokje werd vernield maar er werden geen gewonden door de autoriteiten geconstateerd. Wel besloot men tot ontruiming van het gebouw over te gaan. Dit gebeurde in alle rust, waarbij de bezoekers allemaal hun geld, betaald voor een kaartje, terugkregen.

In 1979 was het al ruim 15 jaar geleden dat Teleac werd opgericht, namelijk op 10 december 1963. Reden genoeg dat er in de media er in 1979 volop aandacht werd besteed. Teleac had in de voorgaande jaren namelijk een belangrijke bijdrage geleverd aan de methodische vernieuwing van onderwijs en vorming. Teleac haar programma’s werden zowel via radio als televisie uitgezonden en in de daaraan voorafgaande 15 jaren had men duidelijk een plaats veroverd, die op dat moment niet meer was weg te denken, ondanks sommigen er een andere mening op nahielden.

De eerste cursus, die op de televisie werd gestart op 10 december 1965, twee jaar na de oprichting van Teleac, was ‘Eerste hulp bij ongelukken’. De ingebruikname van het televisieplatform door de onderwijsorganisatie vond destijds plaats door de toenmalige minister voor Onderwijs, de heer Bot. En het was voor die tijd meteen een populaire cursus want liefst 3500 Nederlanders namen deel aan de cursus in 1965 en 1966. Vele cursussen van uiteenlopende inhoud zouden er via de televisie volgen.

Directeur van Teleac sinds de oprichting en ook nog in 1979 was de heer van Schalwijk, die daarvoor in dienst was van Philips in Eindhoven, waar hij verantwoordelijk was voor de afdeling Bedrijfsopleidingen. Zijn grootste zorg was ieder jaar weer een programma vol variatie aan onderwerpen te brengen, met als doel de kijkers vast te houden. Hij betrok dan ook zeer deskundige mensen bij de samenstelling van de onderwijspakketten.

Als het om de verdeling van de jaarlijkse omroepbudgetten ging was het destijds ongunstig te noemen voor Teleac. De organisatie had meer zendtijd toegewezen gekregen als bijvoorbeeld de VPRO. Laatstgenoemde kreeg voor die tijd per programma-uur 26 duizend gulden toegewezen terwijl Teleac het met 10 duizend minder diende te doen.

In de laatste jaren voor 1979 was de invulling van de diverse cursussen ook veranderd. De eerste jaren waren vooral bestemd met lessen gericht om de beter opgeleide Nederlanders terwijl in de tweede helft van de jaren zeventig meer en meer men zich richtte op de laag opgeleiden, waardoor dezen sterker betrokken werden bij het maatschappelijke gebeuren en kregen daardoor meer behoefte aan gedegen informatie.

Een probleem dat altijd heeft gespeeld voor Teleac is dat de uitzenduren op vaak onmogelijke tijden waren. De meer geschikte tijdstippen waren weggelegd voor de grote omroepen, waardoor Teleac vaak werd geplaatst na het late Journaal. Afsluitend kan worden vermeld dat in het jaar dat men het 16de jaar in het bestaan beleefde er in totaal 230 uitzenduren werden toegewezen aan Teleac.