tekst: Hans Knot
Eind oktober 1968 was er in de kranten zo het een en ander te lezen dat was gericht op de ouders die hun kinderen te veel met ‘Zwarte Piet’ bedreigden. Daarbij kwam bijvoorbeeld naar voren dat het ‘mee te worden genomen in de zak naar Spanje’ als zeer bedreigend overkwam bij de kinderen.
Het was de Groningen kinderarts Magda Brandenburg, destijds 49 jaar, die stelde dat de gevolgen van bedreigingen konden leiden tot nachtmerries, het gaan nagelbijten, slechter gaan eten, opnieuw onzinnelijk worden tot minder snel zelfstandig worden. Verder waarschuwde zij voor de mogelijkheid tot ontstaan van ernstige gedragsproblemen. Haar mening was terug te vinden in een artikel in het tijdschrift ‘Ons Gezin’, dat maandelijks verscheen.
Zij had de tegenstand van het gebruik van schmink te komen tot ‘Zwarte Piet’ al zeer vroegtijdig onder aandacht gebracht want zij stelde ook de bij sommige kinderen op latere leeftijd de gedragingen van ‘Zwarte Piet’ en de bedreigingen door de ouders konden leiden tot hun instelling ten opzichte van mensen met een andere huidskleur. Zij gaf de ouders tevens het advies het opzetten van de schoen zo veel mogelijk uit te stellen waardoor de ouders niet in te grote problemen zouden worden gebracht ten opzichte van het gedrag van de kinderen. Tenslotte stelde zij voor er op de scholen ook overleg te plegen om te komen tot afspraken over het niet al te vroeg promoten van het Sinterklaasfeest.
Het gebruik van ‘Zwarte Piet’ was trouwens een uitvinding van de Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman. In 1850 introduceerde hij de zwarte knecht van de goedheiligman in zijn boekje Sint Nikolaas en zijn knecht. In een tijd waarin kolonialisme nog vanzelfsprekend was, paste de nieuwe figuur in het heersende wereldbeeld.
Ook verzon Schenkman de stoomboot, waarmee Sinterklaas naar Nederland komt. Daarnaast veranderde Schenkman het karakter van Sinterklaas: waar de Sint tot dan toe werd geportretteerd als een morsige oude man, die er niet voor terugdeinsde om stoute kinderen eens een flink pak rammel te verkopen, toverde Schenkman de Sint om tot een deftige kindervriend.
Waarom Schenkman precies koos voor een donkere helper is niet helemaal duidelijk. Wel is helder dat er geen racistische bedoelingen achter zitten. Op een van de afbeeldingen in het boekje van Schenkman rijdt de knecht ook op een paard, net als Sinterklaas. De Sint doet zelf de cadeautjes in de schoorsteen. Van een ongelijkwaardige verhouding tussen de Sint en zijn knecht, laat staan een verwijzing naar slavernij, is geen sprake. Uit andere teksten van Schenkman blijkt ook nog eens dat hij niets van slavernij moest hebben. Daar komt bij dat hij lid was van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, die streefde naar afschaffing van slavernij.
Bronnen: Nieuwsblad van het Noorden, oktober 1968
En: www.historien.nl