(door André van os)
Toen de VPRO aan de beurt was om zijn 75-jarig jubileum te vieren was de omroep hekkensluiter, na de gevestigde AVRO, NCRV, KRO en VARA. De wortels van de VPRO gaan terug naar 1924, naar een subcomité van de ‘Centrale Commissie voor het Vrijzinnige Protestantisme’. Dat subcomité, dat zich met ‘radiozaken’ bezighield, besloot op 29 mei 1926 zichzelf om te vormen tot de Vrijzinnig Protestantsche Radio Omroep. Maar die VPRO zag zich geconfronteerd met een vervelend probleem: er was geen zendtijd meer. De Hilversumse Draadloze Omroep (HDO, later AVRO), had bij zenderexploitant NSF een contract voor vier
avonden per week. De andere drie avonden werden gevuld door KRO, NCRV en VARA. Slechts door ingrijpen van de regering wist de VPRO een uurtje zendtijd van de HDO te krijgen. Op zich was dat niet zo’n probleem: de VPRO was, net als de VARA, voorstander van een nationale omroep, waar zij een speciaal onderdeeltje van wilden zijn. ‘Er kome een nationale omroep, waarbinnen de VPRO het vrijzinnig protestantse element uitdraagt.’ Die opvatting maakte de kleine VPRO jarenlang bepaald niet geliefd bij de andere zuilen. Nadat de overheid met het zendtijdenbesluit van 1930 de verzuiling in de ether officieel had gevestigd, bleef de VPRO de belangrijkste ‘kleine zendgemachtigde’, maar kreeg gezelschap van onder vele anderen de Humanistische omroep en de RVU. De VPRO bleef ook uitgesloten van samenwerkingsverbanden als het Centraal Bureau voor den Omroep en de ‘werelduitzendingen’. Het omroepje bleef een vreemde eend in de bijt met een specifieke missie, verwoord door mede-oprichter dominee Spelberg in zijn in 1945 verschenen dissertatie De Radiogemeente. Hij benadrukte ‘de constructieve functie van den omroep in het algemeen, door den invloed waarvan een civiliseerende tendenz een barbariseerende steeds krachtiger zou vermogen terug te dringen’. Later werd alles anders: met de puntjes in V.P.R.O. verdwenen de dominees van het eerste uur. Wat nog jaren bleef was een prettige dwarsigheid in een blijvend verzuild omroepbestel, die zich tegenwoordig -misschien onbewust trouw aan zijn wortels - ‘sponsor van de vooruitgang’ noemt.
Foto: mede-oprichter en directeur van de VPRO, dominee Everhard
Spelberg (Foto: Particam).