tekst: Hans Knot
foto boven: Henk Bouwman en Harry van Doorn
Eerder in 2017 beschreef ik de eerste moeilijke maanden van het in het najaar van 1965 van start gegane derde radionet, onder de naam Hilversum 3. Daaruit bleek dat de meerderheid van de omroepen nauwelijks nieuwe programmaideeën goed kon doorvoeren omdat er vanuit Den Haag door het ministerie van CRM nauwelijks geld ter beschikking was gesteld om het toekomstige station, dat de concurrent van de zeezender Radio Veronica diende te worden, tot een succes te maken. Uit het in dat verhaal geschetste programmaoverzicht van de diverse omroepen bleek heel duidelijk dat over enige vorm van concurrentie totaal niet gesproken kon worden.
Een latere grote tegenstander van Radio Veronica en andere zeezenders was mr. Harry van Doorn, tevens de latere minister van CRM, die in 1974 de zeezenders mede de nek zou omdraaien door invoering van de zogenaamde anti-zeezenderwet. De zogenaamde wet die geen wet was, maar een aanpassing van de bestaande wetgeving. Maar hij had in 1974 wel succes daar het populaire Veronica als ook de door velen beminde Radio Noordzee uit de ether verdwenen. Vlaamse luisteraars hadden meer geluk door het in de ether blijven van hun Radio Mi Amigo.
Maar al veel eerder liet mr. H.W. van Doorn van zich horen en wel in de tijd dat hij voorzitter was van de Katholieke Radio Omroep, kortweg de KRO. In september 1965 maakte hij namelijk bekend, dat zijn omroep, vaak tot de conservatieve zuilen gerekend, open en positief stond tegenover het eventuele toekomstige nieuwe bestel. Dit, omdat deze plannen, mits ze mochten doorgaan, deze meer waarborgen bood voor geestelijke vrijheid en eenheid in verscheidenheid.
Minister Vrolijk, van CRM, had daarvoor aangegeven, dat een meer Open Bestel de weg voor de omroepen naar meer vrijheid mogelijk maakte. Van Doorn voegde eraan toe dat de omroepen eindelijk wisten waar ze enigszins naar toe gingen: “Er is eindelijk een tijd gekomen, dat men zich kan gaan wijden aan de eigen taak, namelijk het maken van programma’s, zonder dagelijks teveel tijd aan activiteiten kwijt te raken door tegen de stroom in te moeten roeien.”
Maar de vraag of KRO-voorzitter Van Doorn destijds blij was met de komst van Hilversum 3 was alleen maar negatief te beantwoorden gezien hij het helemaal niet goed vond dat minister Vrolijk het positieve sein had gegeven voor de opstart van Hilversum 3. Immers een gedegen luisteronderzoek over de toen bestaande radionetten Hilversum 1 en 2 was dan wel aangekondigd maar resultaten waren, tot op dat moment, totaal niet bekend. Van Doorn: “Had men zo’n haast een licht platenpalet erbij te hebben? Is dit wegens Veronica? Nu een derde net nog slechts een maand op zich laat wachten is het tijd nog eens met nadruk te pleiten voor coördinatie tussen alle drie radiostations in Hilversum”. Daarbij uiteraard doelend op de uitzendingen van Hilversum 1, 2 en de toen toekomstige Hilversum 3.
Hij haalde daarbij aan dat de financiering van slechts één uitzending van het Radio Philharmonisch Orkest meer kostte dan de financiering van Hilversum 3 in de periode van de opstart tot en met 31 december 1965. Helaas stelde hij dit zonder het verder te onderbouwen. Hij vroeg zich daarbij tevens af of de regering het werkelijk betreurde dat er voor Hilversum 3 zo bitter weinig geld beschikbaar was. “Juist door de beperkte financiële toezegging is men op Hilversum 3 slechts in staat alleen iets simpels te brengen, bijvoorbeeld platenprogramma’s. Op die manier heeft de regering voorkomen dat er op dit nieuwe radiostation al te serieuze praat kan komen, zodat dit radiostation geheel niet kan concurreren met Radio Veronica.”
Bovenstaande uiting van Harry van Doorn is me nooit duidelijk geworden want van echt serieuze programma’s bij Radio Veronica is volgens mij nooit sprake geweest. Men had slechts tot doel de luisteraars te verpozen met amuserende programma’s vol met vrolijke muziek. En in vergelijking wat er destijds via de Hilversumse omroepen werd gebracht dient het voor velen een verademing te zijn geweest.
Van Doorn kondigde tevens aan dat de KRO het niet over zich heen zou laten komen en zeker geen kleurloze programma’s op Hilversum 3 zou gaan brengen. Van Doorn wilde dus duidelijk wel concurrentie tegen de hem zo gehate indringer binnen de Nederlandse radio industrie, tevens gevestigd in het hart van Hilversum, Radio Veronica.
Maar ook op het gebied van de televisie waren er toch wel ontwikkelingen te noemen in de maand september 1965. Heden ten dage kijken we er niet meer van op, sterker nog, gaan we denken of het niet een onsje minder kan met al die goedbedoelde kookprogramma’s op de televisie. Op de dag dat ik deze column schreef was er in de middag een dame op MAX die ons leerde hoe we komkommer dienen schoon te maken en wortels te snijden. Of we in een kinderklasje zaten werd de boodschap veel te uitgebreid aan de kijker overgebracht. Zendtijd verknoeien is gelijk aan eten laten aanbranden. Is het voor MAX niet duidelijk dat men vooral te maken heeft met een ouder publiek die al decennialang weet hoe een heerlijke maaltijd te bereiden, uitzonderingen daargelaten?
Maar het was andere koek in september 1965 want er werd aan de kijker bekend gemaakt dat ‘de heer Kuijper’, afkomstig uit Purmerend eens per maand op de donderdagmiddag op het televisiescherm zou gaan komen om kookles te gaan geven. Compleet met fornuis, zo werd beloofd, zou hij het spiedend oog van de camera de cursus ‘creatief koken’ gaan geven.
Hij zag het als een persoonlijk beleven van de kookkunst: “Daar bedoel ik niets moeilijks of hoogdravends mee, alleen maar dat elke vrouw haar eigen specialiteit in deze kunst kan bereiken. En dat met gewone recepten!" En dat is waar hij van uit ging in zijn tv.-lessen: de gewone ingrediënten, die iedereen in het gegeven jaargetijde kon kopen. Deze vormden de basis van het bijzondere dat ervan gebakken (of gekookt of gestoofd) kon worden. De heer Kuijper was jarenlang journalist geweest en vervolgens leraar Nederlands, maar koken vormde toch zijn alleroudste bezigheid.
Het begon met recepten verzamelen. Zoals andere jongens van zijn leeftijd postzegels of suikerzakjes verzamelden, zo legde Bennie Kuijper meerdere mappen aan met recepten met een totaal van meer dan 20.000 en er bevonden zich voor die tijd al vele antieke recepten onder, waarbij zelfs de tijd van de Romeinen in ons land werd bereikt.
De padvinderij bracht hem in contact met de praktijk: buiten op een houtvuur, en de jammerlijke mislukkingen van het begin vormden slechts even zovele aansporingen tot opnieuw proberen, tot het lukte. Hij was dan ook van plan veel te delen met de kijkers door in het eerste programma destijds te stellen dat in zijn uitzendingen totale recepten vrij te geven. Verder stelde hij: “Ik zal mij steeds aan de tijd van het jaar aanpassen en telkens datgene wat besproken wordt ook geheel toebereiden. In 20 minuten kan heel wat lekkers gemaakt worden, wanneer tenminste het voorbereidende werk gedaan is".
En zo kwam Ben vervolgens eens per maand in beeld op de televisie met zijn goed bedoelde koopadviezen voor de huisvrouw. Klaarblijkelijk was de keuken nog steeds het domein voor moeder de huisvrouw, zoals ik het zelf destijds in het ouderlijke huis altijd beleefd heb, hoewel wij, als kinderen daadwerkelijk betrokken werden bij het aanrechtgebeuren. Het leidde tot het gegeven dat, na vertrek uit het ouderlijke huis, je met de grondbeginselen en meer van lekker koken bekend was en dus eventuele gasten heerlijke gerechten kon voorschotelen. Oh ja, de eerste uitzending van het kookprogramma van Kuijper was op 23 september 1965 op de televisie te zien.