100 Jaar de Bal-lamp (deel 1)

(door Lieuwe van der Velde)

Honderd jaar is niet precies te zeggen, want er is een ontwikkeling aan vooraf gegaan, die jaren heeft geduurd. Maar met honderd jaar komen we aardig in de buurt zoals uit het komende verhaal zal blijken. Mede daarom is ons blad een vervolgserie gewijd aan Leonard Bal. De man die heel veel betekend heeft voor de ontwikkeling van de radio lamp(buis) in Nederland. Buitengewoon vreemd is dan ook, dat er op internet of in een encyclopedie, zo weinig is te vinden is over deze zeer belangrijke pionier. Maar in een interview met Bal junior in 1999, toen 86 jaar, worden een aantal zaken duidelijker waarom er zo weinig bekend is gebleven.. Leonard Jan vertelt: “Tijdens de radiotentoonstelling van 1918 in Den Haag, die bezocht werd door koningin Wilhelmina en prins Hendrik, was Leonard Bal ooit even beroemd…..”

Op de foto zien we aankost van de koningin op de tentoonstelling. De redelijk druk 100 Jaar de Bal-Lamp bezochte expositie valt eigenlijk een beetje tegen; het publiek kan weliswaar morseseinen uit radiotoestellen horen, maar alleen maar met een koptelefoon en dus zonder versterking. Maar plotseling volstrekt zich bij stand nummer 33 een klein wonder. Daar staat Leonard Bal, directeur van elektrotechnisch bureau Bal uit Breda en op dat moment in radiokringen een volstrekt onbekende. In zijn zelfgebouwde radiotoestel bevindt zich de eerste Nederlandse lamp, die versterking van het HF signaal mogelijk maakte.

Zelfs het tijdsein van de Eiffeltoren schalt door de expositieruimte. (Dit schallen moet gezien worden in een ander verband. Piet Bakker heeft daar een artikel over geschreven. Maar voor mensen die totaal niets gewend waren, zal dit geluid geweldig geweest zijn.) De concurrentie is totaal sprakeloos. Hoe is dit mogelijk. Daar, waar grote techneuten, Philips voorop, falen, slaagt een buitenstaander er in om radiosignalen te versterken dank zij een ingenieuze tegenkoppeling. Leonard moest nu dus op slag beroemd worden en zijn ontdekking voor veel geld aan de grote bedrijven verkopen. Dus niet…..

Leonard Jan verteld verder: “Er zijn hele rare dingen gebeurd in 1918! Mijn vader werd dit succes totaal misgund. Na afloop van de eerste dag van de tentoonstelling ging hij ‘s avonds nog even terug naar zijn stand. En wat bleek, de lamp zat niet meer in het toestel. Weg, verdwenen!! De volgende dag kwam hij terug en tot zijn stomme verbazing zat de lamp weer keurig op z n plaats.” De dader heeft zich uiteraard niet gemeld, maar de zoon vindt het toch zeer opmerkelijk dat Idzerda binnen 2 maanden met precies dezelfde lamp aankwam. Idzerda kreeg patent op de IDEEZET lamp zoals hij hem noemde, die door Philips in productie werd genomen. Binnen een jaar klonk er uit de toen op de markt verschenen radio’s luid en duidelijk spraak en muziek.

Maar waarom heeft Leonard dan geen patent aangevraagd op zijn uitvinding? “Dat heeft hij zeker gedaan,” vertelt Bal jr., “maar het octrooi werd niet verleend omdat de lamp al in de handel was gebracht.” En hij laat de fotokopieën zien van de aanvraag. Het meeste ergert Bal junior zich aan het feit dat Philips nog steeds de uitvinding van zichzelf roemt, en de naam Bal volstrekt negeert. “Samen met mijn neef heb ik ontdekt, dat in de Philips koerier van 1958, doodleuk wordt beweerd dat niet mijn vader, maar Idzerda de eerste lamp demonstreerde.”

Vreemd genoeg heeft Bal junior nagelaten om Philips op de hoogte te stellen van zijn naspeuringen. Hij dacht dat hij dan moest vechten tegen Goliath en dat haalt toch niks uit. “Maar nu ik er zo over praat,” zegt hij, “wordt het misschien toch tijd om eens een brief te schrijven, want zoveel tijd heb ik ook niet meer,” aldus de zoon.

Toch heeft Leonard Bal wel enige erkenning gekregen. Tijdens de grote radiotentoonstelling in 1994, in het Omroepmuseum in Hilversum, werd toegegeven dat Bal in 1918 een prestatie van formaat heeft geleverd. Tijdens een bezoek aan het Philips-archief, wordt daar toegegeven dat de naam Bal er totaal ontbreekt.

Overigens heeft Leonard Bal toch aan de lamp een flink bedrag verdiend. De zoon vertelt: “In 1917 was ons land neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog en de regering had een luisterverbod afgekondigd. Mijn vader verkocht in die tijd de lampen stiekem aan zeer invloedrijke lieden en dat leverde veel geld op. In die tijd hadden we een auto en een motorjacht.”

“De productie van de bal lamp werd gestaakt toen Philips het had overgenomen en er sterke verbeteringen werden doorgevoerd. Mijn vader kwam er niet meer aan te pas en verkocht in 1921 al zijn bezittingen en we vertrokken naar Engeland. Daar heeft hij gewerkt voor een Tsjechische porseleinfirma, die de ongelofelijke verwachting had, om te kunnen concurreren tegen de wereldberoemde firma Wedgwood. Na 3 jaar keerden wij berooid terug en gelukkig kreeg hij een baan als vertegenwoordiger bij de Franse radiofirma Ducretet. Ach”, zo vertelt de zoon, “hij kwam er wel weer bovenop, maar het is altijd aan hem blijven knagen.”

100 Jaar de Bal-Lamp Over zoon Leonard jan zou trouwens ook een flink boek te schrijven zijn. Zo ging hij al in 1929 naar zee en daarna heeft hij gewerkt als kunstschilder, fotograaf en zeiler. Meer dan 25 jaar verhuurde hij jachten in Joegoslavië aan de Adriatische zee.

Hij kreeg een hoge onderscheiding van president Tito en wist maar nauwelijks weg te komen aan het begin van de oorlog in 1990/1991. Hij bezat toen maar liefst 250 jachten en hij was toen al over de 80!!

Leonard Bal, levensloop

100 Jaar de Bal-Lamp Leonard Bal werd geboren op 7-8-1881 te Ravenstein. Hij groeide op in een groot gezin met 15 kinderen, waarvan drie kinderen jong overleden. Dat Leonard in Ravenstein geboren is, is maar toevallig. Zijn vader, Leendert Bal, was namelijk inspecteur bij de Staats Spoorwegen (later: Nederlandse Spoorwegen), en moest vaak van werk naar werk verhuizen. Door de vele woonplaatsen van de Fam. Leendert Bal, is het zeer moeilijk om iets van de jeugd van Leonard te weten te komen.

De Fam. Leendert Bal woonde van 26-4-1901 tot 22-10-1902 in Venlo, verhuisde naar Venray en woonde vanaf 20-10-1903 in Boxtel, waar Leendert bij de bouw van het spoorwegemplacement betrokken was. Daar zag Leonard zijn toekomstige vrouw, Alijda Sterrenburg, voor het eerst. Zij kwam uit een gezin met 13 kinderen en haar vader, Jan Sterrenburg geboren 13 –1-1856 te Brandwijk ZH, was een slager/ veehandelaar in Boxtel.

Het gezin Leendert Bal vestigde zich dus op 20 oktober 1903 in Boxtel en kwam toen uit Venray. Leonard heeft niet in Venray gewoond, want hij vertrok vanuit Venlo op 25-6-1902 naar Amsterdam en voegde zich pas bij het gezin in Boxtel op 5 september 1904, kwam toen uit Breda en gaf in 1904 als beroep ,,goudsmid – graveur” op. Leonard is dan 23 jaar. Kennelijk had hij in Amsterdam en Breda een opleiding voor goudsmid graveur gevolgd, alhoewel hij zich in Venlo al graveur noemt. Uitschrijvingen uit het bevolkingsregister vinden kennelijk niet plaats. Dit was misschien in die tijd nog niet verplicht.

100 Jaar de Bal-Lamp Op 3 november 1908 laat hij zich inschrijven bij het Nederlands Consulaat Generaal in Londen als woonachtig op 145 Rucklidge Avenue, Harlesden, NW Londen. En op 20 december 1909 komt Leonard uit Utrecht terug in Boxtel. Hij gaat een tweede keer naar Londen want op 24 mei 1910 kwam hij in opnieuw in Boxtel terug vanuit Londen. Aangezien hij het prettig vond, om in Engeland te zijn, had hij een tijdje bij een Londense antiquair als klokkenmaker/ graveur gewerkt. Daar ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Alijda weer op een feestje. Zij werkte als ,,au pair” in Londen bij de familie R.F. Pope. En deze R.F. Pope is dus inderdaad de man, waaraan de metaaldraadlampenfabriek Pope uit Venlo zijn naam te danken heeft. R.F. Pope had op dat moment een gloeilampenfabriek in Londen en Venlo en verkoopkantoren in Londen en Liverpool.

Het is dus niet duidelijk hoe vaak Leonard naar Londen gegaan is en voor hoe lang. In Londen heeft hij kennelijk ook ervaring opgedaan met elektriciteit, want vanaf zijn terugkomst in Boxtel op 24 mei 1910, gaf Leonard Bal als zijn beroep elektricien op. Leonard verhuisde op 7 juni 1910 van Boxtel naar Ginneken en woonde kort op de Postlaan 9. Alijda Sterrenburg, die een betrekking had in Haarlem, voegde zich op 6 juli 1910 bij hem en zij trouwden op 3 augustus 1910 te Ginneken. Het huisadres werd Markt 15 te Ginneken.

Leonard Bal geboren te Ravenstein op 7 augustus 1881

Alijda Sterrenburg          geboren te Boxtel op 6 maart 1889

Zoon     Leonard Jan       geboren te Ginneken op 6 oktober 1912

Zoon     Krijn Gerardus    geboren te Ginneken op 28 februari 1914

Dochter Adri      geboren te Breda op 7 januari 1920 ; tweeling

Dochter Alijda    geboren te Breda op 7 januari 1920 ; tweeling

Dochter Martha Magdalena          geboren te Rosmalen op 2 april 1933

Het gezin is Nederlands Hervormd.

Woonplaatsen

Ginneken          7-6-1910 tot 31-12-1917. Markt 15; beroep elektricien

Breda   31-12-1917 tot 16-4-1920 Nassausingel 5; beroep elektricien

Teteringen         16-4-1920 tot 25-1-1921. Ceresstraat.

Londen  25-1-1921 – 2-2-1922. Woonde in Woodlane en Ealing (2 Selby

Schiedam          2-2-1922 - 10-7-1922. Sint Liduinastraat 78b. Handelsreiziger

Zandvoort         10-7-1922 tot 13-10-1923. Kostverlorenstraat 74A

Nieuwer-Amstel  13-10-1923 tot 25-6-1926. Beroep: reiziger. Amsterdamse weg 222; later 280.

Heemstede        25-6-1926 tot 8-4-1927. Beroep: Vertegenwoordiger, Havenstraat 39

Rotterdam         8-4-1927 tot 19-9-1930. Beroep: Vertegenwoordiger. Drie adressen.

Breda   19-9-1930 tot 11-5-1931. Beroep: Vertegenwoordiger; Kanariestraat 2

Ginneken          11-5-1931 tot 9-7-1932. Beroep: radio vertegenwoordiger. Tilburgseweg 80

Rosmalen          9-7-1932 tot 24-11-1933. Beroep: radio vertegenwoordiger

Nijmegen          24-11-1933 tot 3-2-1946. Beroep: radiomonteur.

            Op 3 februari 1946 overleed Leonard Bal te Nijmegen.

Zijn weduwe Alijda Sterrenburg woonde in 1948 nog op de St. Annastraat 353.

In Nijmegen heeft de Fam. Leonard Bal minstens op 7 adressen gewoond in de

periode 1933 – 1948.

100 Jaar de Bal-Lamp

Bijzonderheden:

Jan Johan Sterrenburg; zwager (geboren in Boxtel op 1 juni 1896), woonde bij Leonard Bal in van 21 september 1911 tot 11 januari 1920, wanneer hij naar Rotterdam vertrok. Hij gaf als beroep instrumentmaker op. Het kwam tot een breuk met Leonard omdat hij met een katholiek meisje trouwde. Later zou hij bij de elektriciteitscentrale in Ginneken werken.

100 Jaar de Bal-Lamp Uit dit huwelijk van Leonard en Alijda, werden dus 2 zoons (Leonard Jan en Krijn Gerardus) en drie dochters geboren (Adri, Alijda en Martha). Dat Leonard Bal in 1910 in Ginneken ging wonen was een logische keus voor een elektricien want in Ginneken werd op 12 september 1904 aan de Ulvenhoutselaan de fabriek geopend van de NV Elektriciteit en Waterleiding Maatschappij (Breda zou pas in 1918 een elektriciteitscentrale krijgen). En rond 1910 werd op grote schaal de gasverlichting, die vervuilend en gevaarlijk was, in woningen van welgestelde burgers vervangen door de nieuwe noviteit, elektrisch licht. Leonard betrok zijn lampen uiteraard van Pope, mede omdat Philips aan de verkoop van haar lampen de voorwaarde verbond dat geen andere merken gebruikt mochten worden. En ook van zijn werkzaamheden in Londen kende Leonard R.F. Pope en de Metaaldraadlampenfabriek Pope dus goed.

En op 1 augustus 1913 richtte Leonard het Elektrotechnisch Bureau Bal op. Leonard Bal 100 Jaar de Bal-Lamp had zijn handen vol aan de ombouw van gasverlichting naar elektrisch licht en had op een gegeven moment 6 monteurs in dienst. Een handigheidje, dat hij vaak toepaste was, om de oude gasleidingen te gebruiken als pijp om zijn elektriciteitsdraden doorheen te trekken. De zaken gingen voorspoedig en hij werd redelijk welgesteld, maar dus niet alleen van de ombouw van de gasverlichting…. en kon zich een 11 m lang motorjacht veroorloven, dat,,Radio” heette en gebouwd was door Nicolaas Witzen in Alkmaar. Deze werf bestaat nog steeds. Ook had hij in die periode al een auto; een Dion Buton. En deze auto zag er als volgt uit:

Vervolg op dit artikel:
deel 2
deel 3

Bronnen:
Peter den Boer
Telegraaf
Gedenkboek n.v.v.r 1916 – 1926
RGC midden Nederlanden
City of London.